Inhoud van tijdschriften.
De XXe Eeuw, Juni - Juli 1906, o.a.: Ary Prins, De heilige Tocht. - J. Reddingius, Gedichten. - Dr. Julius de Boer, Albrecht Rodenbach. - Rudolf Atele, Schets. Jac. van Looy, Voor Rembrandt's standbeeld. - Dr. H.J. Boeken, Aan Rembrandt. - Dr. P.C. Boutens, Het lied van den tijd op Rembrandt's feest. - Dr. J.A. Worp, Huygens over de schilders van zijn tijd. - Carel Scharten, Het lied van het licht op Rembrandt's feest. - A. Peaux, Rembrandthulde. - Dr. J.B. Schepers, Aan Rembrandt. |
|
De Beweging, Juni - Juli 1906, o.a.: Nico van Suchtelen, Quia Absurdum. - Th. van Ameide, Lentegang. - Dr. C.G.N. de Vooys, Potgieter en het Liberalisme. - Albert Verwey, De Gestalten van mijn Levenstijd. - T.J. de Boer Balthasar Bekker. - J. Koopmans, Dr. G. Kalff. Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde I. |
|
Vlaanderen, Mei - Juni - Juli 1906, o.a.: Om. K. de Laey, Flandria Illustrata. - Ad. Herckenrath, Verzen. - Gustaaf D'Hondt, In de ‘Vennen’. - Lod. Ontrop, Wijding, Weemoed. - Karel van de Woestijne, Liederen van Lente en Herfst. - Vlaamsch leven. - Constant Eeckels, De eenige. - Constant van Buggenhaut, De Wondernacht. - Lodewijk de Raet, Nog eens over de vervlaamsching der Hoogeschool van Gent. - Gustaaf Vermeersch, Het Raadsel. |
|
Groot Nederland, Juni - Juli 1906, o.a.: Louis Couperus, Endymion. M.J. Brusse, Pinksterbloemen. - J.F. van Hees, Verzen. - Top Naeff, Het Weerzien. - Dr. R.A. Kollewijn, Een nieuwe ‘Letterkunde’. - Louis Couperus, Adonis. - René de Clercq, Gedichten. - Leo Meers, Van jongere geslachten. - Willem Kalma, Oud-Dordrecht Annie Salomons, Eenzaamheid. - Gustaaf D'Hondt, De erfenis van Pier-Cies. |
|
De Gids, Juni - Juli 1906, a.o.: Is. Querido, Kunstenaarsleven. - Carel Scharten, Verzen. - G. Busken Huet, De Zwaanridder en zijn moeder. - R. van der Veen, Jan Luyken en Frederik van Eeden. - Hélène
|
| |
Lapidoth - Swarth, Verzen voor een doode. - Dr. D.C. Hesseling, Oud- en nieuw-grieks volksgeloof. - T. van Buul, Het leesboek der lagere school. - L.H. Grondijs, Fragment. |
|
Van onzen Tijd, nummer VIII, o.a.: Eduard Brom, Shakes, peare's ‘Driekoningenavond’. - Henri van Calker Oude Legenden. - Maria Viola, Litteraire Kroniek. |
|
Boon's Geïllustreerd Magazijn, Mei - Juni 1906, o.a.: Clericus, Op den Oceaan. - H. Rider Haggard, Benita. - Richard Harding Davis, Miss Beschaving. - Guido Destella Het toppunt van smart. - Marie Corelli, Prinses Yda. - Felix Hageman, Verlegen. |
|
Volkskunde, afl. 1 en 2 1906, o.a.: Dr. M. Sabbe, Een praatje over spreekwoorden. - Dr. G.J. Boekenoogen, Nederl. sprookjes en vertelsels. - A. de Cock, Het liedje van Heer Halewijn. |
|
Opvoedkundig Tijdschrift, afl. 2. H. Donkersloot, Psychologie van het kind. |
|
Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde, afl. 1-2: J.W. Muller, Brokstukken van M.E. meerstemmige liederen. - Dez, Ongesnuit. - J. Vercoullie, Bertouden. - W.L. van Helten, Over het verband tusschen 't Ndl. kutte cunnus (Kil.) en 't Got. giþus uterus en over tusschen, zuster. - Dez, Over het oudoostfriesche hokka en 't grondwoord van Ndl. blind hokken. - Dez, Mnl. smale. Dez, Over het mnl. relatieve die in den dat. sing. masc. ntr. en den acc. sing. masc. - A. Borgeld, Nederl. vertalingen van Cervantes' novellen. - J. van der Valk, Jan van der Hout. - R.P.J.M. Bouman, S.J. Hellen. - H. Kern, Een Holl. woord in het Tamil en het Tanareesch. C.G.N. de Vooys, Middeleeuwse schilderingen van het Aardse Paradijs. - J. Verdam, Een nieuw fragment van ‘die Rose’. - C.C. van de Graft, Een geschiedkundig gedicht van 1494. - J. Verdam, Stellen, Nieuwe Doctrinale. - N. van Wijk, Weeuwenaarspijn. - H. Kern, Drie Oldenzaalsche oorkonden uit de vijftiende eeuw, Tekstverbetering op Oldenzaalsche oorkonde van 1351, Jonk. |
|
|