De stilstaanders, vs. 48.
Potgieter laat in deze bekende Tijdzang een van de Stilstaanders zeggen, dat hij gerust 't Verzoekschrift tekenen zal, als ‘een schreeuwert’ uit zijn buurt het hem presenteert. Maar hij zal niet zo dwaas zijn om er zijn van onder te zetten! Neen, zijn onderschrift zal luiden: ‘Trompeurs - trompés - trompettes!’
Hoewel het voor de hand ligt, trompette hier als ‘schreeuwlelik’ op te vatten, werd de uitdrukking mij eerst goed duidelik, toen het bleek dat Potgieter hier zinspeelt op een bekend gezegde. Een artikel uit de vorige jaargang van de Revue des deux mondes vermeldt nl. de volgende woorden van Madame du Deffand, een vriendin van Voltaire: ‘Je fais peu de cas du monde, depuis que je me suis aperçue qu'on peut le diviser en trois parts: les trompeurs, les trompés et les trompettes’.
Waar Potgieter deze uitspraak had leren kennen zal wel moeielik na te sporen zijn; dat is trouwens van minder belang.
C.d.V.