Bij bl. 66, jaargang X van Taal en letteren.
Het interessante artikel over ‘kantvervaardiging’ van de hand van den heer Antoine Carlier in Elsevier's Maandschrift 14, 237 vlgg., herinnerde mij aan de namen van verschillende kanten (behalve de door mij genoemde valenciennes en tulle) als: cluny, binche, vóór een honderd jaren een der meest geliefde kantsoorten, malines, in de 17de eeuw ‘de koningin der kanten’ genoemd en door Napoleon hoog gewaardeerd, lille, chantilly, arras (als naam van een tapijtbehang is dit woord door mij reeds genoemd.)
Koningin Berthe aux grands pieds, die zich, als enkele latere vorstinnen, beroemde op haar borduurkunst, heeft haar naam gegeven aan de berthes, een soort halsstrooken; dit woord zou dus op bl. 98 van deel X van ons tijdschrift een plaatsje moeten toekomen.
Aan een artikel van Dr. Knappert in den Tijdspiegel over Wolff en Deken, ontleen ik het werkwoord onmennonieten = van het Mennonietisch geloof afkeerig maken,