Taal en Letteren. Jaargang 15
(1905)– [tijdschrift] Taal en Letteren– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 58]
| |
Conteurs Italiens.Ze doen aan de zielsverhuizing gelooven, die oude verhalen, die we telkens weer in nieuwe vormen van het plechtige drama tot den moppigen straatdeun in de litteratuur zien opduiken, dezelfde ziel door de eeuwen heen telkens weer in een anderen habitus. Van de Conteurs italiens door Van Bever en Sansot-Orland,Ga naar voetnoot1) waarvan ik den eersten bundel hier met een paar woorden aankondigde, is in een seconde série verschenen, die al evenzeer de belangstelling verdient van den ‘breeden kring’ van geletterden, waarvoor dit tijdschrift bestemd is. Men vindt er o.a. de novelle van Cinthio, waarnaar Shakespeare zijn Othello schiep, en den Grasso Legnajuolo, die zich in tal van vormen in de letterkunde openbaart, o.a. bij ons in Langendijks Krelis Louwen. In Le coffre du médecin van Girolamo Parabosco vinden we het verhaal terug van de knapen, die een gesprek afluisteren over 't dooden van een varken en meenen, dat het over hen zelf gaat, en zoo zijn er meer oude bekenden onder, die tot allerlei aardige vergelijkingen aanleiding kunnen geven. | |
[pagina 59]
| |
L' enfant de neige van Antonio Francesco DoniGa naar voetnoot1) vond ik in Thirsis Minnewit terug: ‘Van een koopmans-vrouw die een kind overwon, terwijl hij na Spanjen was.’Ga naar voetnoot2) De vrouw was gegaan ‘op het groene gras, Alwaar dat ik zag staan,
Schoon Kruyden hoord aan,
Ik kreeg der van lust,
'k Most het eeten eer ik was gerust.
't Was in de Mey-nagt,
Dat ik het Kruyd nam,
's Morgens eer de Zon opkwam.
En dat had het hem gedaan. De man brengt het kind naar Spanje en als de vrouw bij zijn terugkomst er naar vraagt, is het antwoord: In Spanjen 't is zo magtig heet;
Ons Kindje dat was,
Gekomen van 't Gras,
Och Liefjen hoord aan!
't Is door de droogte heel vergaan.
Bij Doni wijt de vrouw haar ongeval aan het sneeuwballen-gooien. Ook hier verdonkeremaant de man het kind en beweert, dat het gesmolten is. Bladerend in Thirsis Minnewit, noteerde ik nog het volgende: Het lied van den Heremyt:Ga naar voetnoot3) Een jongen heeft nooit vrouwen gezien, zijn vader maakt hem, wanneer hij er eindelijk een te zien krijgt, wijs, dat het ganzen zijn en de jongen wil absoluut zoo'n gansje koopen. Dit zeer verspreide verhaal komt o.a. overeen met dat uit de Introduzione van de giornata quarta bij Boccaccio. Lied van den koopman, I, p. 108: Een getrouwde vrouw wordt verrast door haar man; ze laat haar minnaar blaffende | |
[pagina 60]
| |
wegloopen om haar man in den waan te brengen, dat het een hond is. Dit verhaal komt in hoofdtrekken overeen met de intrige van Pafferode's Hopman Ulrich en met Morlini, Nov. 28. Over De Muys met twee Beenen, II, p. 115 sprak Dr. Borgeld in Taal en Letteren XIV, p. 111. Prinsen. |
|