Taal en Letteren. Jaargang 13
(1903)– [tijdschrift] Taal en Letteren– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 473]
| |
Deftig.In 1890 verscheen in de Zwolsche Herdrukken het Spaens Heydinnetie van Cats. Achter de tekst werden opgenomen Aantekeningen en Glossarium. Daarin komt o.m. ook voor het bovengenoemde woord deftigh, dat verklaard wordt als: solide, ernstig. In de Aantekening bij vs. 659 staan de volgende citaten uit Cats tot adstructie van de aangegeven betekenissen: ‘Of het een deftigh man, die syn geheele werck van wijs heyt en geleertheyt heeft voorgenomen te maken, geraden is sigh ten houwelicke te begeven.’ ‘Daer is een deftigh man (Barlaeus) die leert u Roomsche spraeck. Ongehoorzaam zijn om zichzelf het leven te benemen op bevel van een Mohammedaans vorst, is een ‘booze daet. Maer 't is een deftigh helt, die hier in willigh gaet....’ Het is geen deftigh man,
Die met gebogen hals geen dwasen lijden kan.
‘Datje niet en nut of met den monde smaeckt, Dat uyt een innigh vyer de lusten gaende maeckt.... maer breeckt de lange nachten Door vlijt tot deftigh werck....
In 1900 schreef Dr. A. Beets een opstel in Tijdschrift van de Mij. Nederl. Letterkunde, om te betogen dat deftigh bij | |
[pagina 474]
| |
Cats vaak niet deftig wasGa naar voetnoot1), maar betekende: belangrijk, gewichtig, ernstig, niet gering.’
Bij de herziene uitgaaf van het Spaens Heidinnetie (1903) wijs ik nu nog op de volgende plaatsen uit Cats, waarin deftig die aangegeven betekenissen heeft. Allereerst de zeer duidelike: Hij strafte Simeon (over de moord op Sichem),
Soo deftigh als hy mocht, soo hevigh als hy kon.
Geen wijsheyt, die alleen ons tot gemeene saken
Kan deftigh, afgerecht, en wel doorkneder maken.
Dit is een deftigh woort: geen mensch en is te prijsen,
Die met de tijt alleen sijn jaren kan bewijzen.
Begon ick hier te mallen,
Ick weet, mijn deftigh hert sou licht ter neder vallen.
ick achte van over lange den invallen van deftige lieden, die de selve in hare jeught hebben gehadt. win ick maer eenen slagh
Ick hebbe bij gevolgh al wat ick wenschen magh,
Dit segt de jongelingh....
Hij maent syn vaders huys en alle vrienden aen
Om in dit deftigh werck hem bij te willen staen....
Zelfs in de combinatie Adam zegt: ‘hiet mij lieve man
In dat soet-deftigh woort, daer in soo light verhoolen
Wat u en mij gelijck de Schepper heeft bevolen.
B.H.
|
|