L. Penning, De held van Spionkop. Een verhaal uit den Engelsch-Zuid-Afrikaanschen oorlog, 1899-1900. 's-Gravenhage, H.C. Voorhoeve Jzn. 8o. [135 × 195]. (III, 187 blz., m. 4 pltn.). f 0.75; geb. f 1.25. |
Nieuwe geïllustreerde bibliotheek voor de jeugd. Rotterdam, J.M. Bredée. Kl. 8o. [12 × 165]. Per deeltje gecart f 0.30. |
J. Wijma, De kleine oosterling. Iets uit de geschiedenis van Nederlandsch-Indië. Leesboekje voor de lagere scholen. 2e druk. Kampen, Laurens van Hulst. 8o. [13 × 17]. (81 en 2 blz.). f 0.25. |
J. Wijma, Onze spreekwoorden. Korte verhalen. Kampen, Laurens van Hulst. 8o. [13 × 17.
Tweede verzameling. Voor de hoogste klasse der lagere school. 5e druk. (127 blz.), f 0.35. |
Maurits Wagenvoort, De ploerten. Amsterdam, H.J.W. Becht. 8o. [155 × 21]. 2 dln. (III, 251; III, 246 blz.). f 5.50; geb. f 6.50. |
Eduard C. Houbolt, Margaretha van Altena. Historische roman. Leiden, H.H. Adriani. |
L.H.A. Drabbe, Levenslol. Amsterdam, D. Buys Dz. 8o. [16 × 24]. (III, 327 blz.). f 2.90; geb. f 3.50. |
Is. Querido, Levensgang. Roman uit de diamantwerkerswereld, Amsterdam, E.L.E, van Dantzig 8o. [155 × 21]. 2 dln. (XXII, 297; III, 307 blz.) f 5.90; geb. f 6.90. |
H.C.A. van Ooven, Witte nachten. Haarlem, Gebrs. Nobels. 4o. [15 × 185]. (XII, 140 en 3 blz.). f 2.40; in perk. omsl, f 2.80. |
Johanna Breevoort, Vrouwenweelde en vrouwensmart. Rotterdam, D.A. Daamen. 8o. [155 × 21]. (VII, 249 blz.). f 1.40; geb. f 2.80. |
Suze la Chapelle-Roobol, Voor 't oog van de wereld. Haarlem, De Erven Loosjes. 8o. [135 × 20]. 2 dln. (III, 182; II, 158 blz.). f 3.90; geb. f 4.50. |
Frans Willems, Stijl- en letterkunde. Practisch handboek ter beoefening der nederlandsche letteren. Dl. I: Proza. 3e uitg. Lierre, J. van In & Cie. 8o. f 1.25. |
Fred. H. Olland, A concise dutch grammar, with a list of familiar phrases appended. Capetown-Amsterdam, Hollandsch-Afrikaansche Uitgeversmaatschappij. 8o. [15 × 235]. 116 blz.]. f 1.80. |
Branco van Dantzig, Phonetische woordenlijst der Nederlandsche taal. Groningen, J.B. Wolters. 8o. [255 × 195]. (XX, 148 blz.). Gec. f 0.90. |
Dr. H.A.J. van Swaay, Het prefix ga-gi-ge- zijn geschiedenis, en zijn invloed op de ‘Actionsarts’ meer bijzonder in het oudnederfrankisch en het oudsaksisch. Utrecht, Kemink & Zoon. 8o. [165 × 25]. (XI, 305 blz. f 4.80. |
H.L. Heykoop, Nederlandsch-duitsch handelswoordenboek, tevens voor bedrijf, scheepvaart, burgerlijke en militaire zaken, rechtspraak enz. Amsterdam, Willems & Co. 8o. [135 × 20]. (257 blz.). f 1.50; geb. f 1.75. |
| |
Inhoud van Tijdschriften:
De Nieuwe Gids, afl. 2, Oct. 1901: Jac. van Looy, Bij eene Fotografie. - J. Reddingius, Avond in het Woud. - J.C. Hol, Muziek op het meer van Genève. - J. Tersteeg, Smart. - J. Hora Adema, Tooneel. - Willem Kloos, Verzen. - J. de Meester, Geertje. - H.J. Boeken, Sonnet. - Reyneke van Stuwe, Ondergang. - Dr. H.J. Boeken, Aanteekeningen over Historie en Kunst - Willem Kloos, Literaire Kroniek.
Afl. 3, Nov. 1901, o.a.: G. van Hulzen, Bedelen. - Marie Marx-Koning, Verzen. - Willem Kloos, Verzen. - Reyneke van Stuwe, Ondergang. - J. de Meester, Geertje. - H.J. Boeken, Kinder-lijk. |
Tweemaand, Tijdschrift, 6e afl., November 1901, o.a.: Jac. van Looy, Feesten VIII. - Henriëtte Des Tombe-Drabbe, Twee Sonnetten. - Albert Verwey, Everhardus Johannes Potgieter. - J. Reddingius, Twee Sonnetten.- Frans Coenen Jr., In Duisternis. - S. Falkland, De Pàng. - J.C. Hol, Muzikale Kritiek. |
De Gids, No. 11, Nov. 1901, o.a.: Louis Couperus, Van de kristallen torens. - L. Simons, Stambelangen en volksteelt Opmerkingen naar aanl. van het Nijmeegsch Congres. - Marie Marx-Koning, Intermezzo. - Prof. Th. Ziehen, Het algemeen verband tusschen hersenen en zieleleven. - V.H., Julius Vuylsteke. - Cateau Damme, Verzen. - Carel Scharten, Volste lente. |
Woord en Beeld, Oct. 1901, o.a.: G. Simons, Smokkelen. - Carel Scharten, Twee Sonnetten. |
Elseveir's geïll. Magazijn, afl. 11, November 1901, o.a.: S. Kalff, Een dochter der Van Haren's. - J. Clant v.d. Mijll-Piepers (Holda), Sentina. - C. Louis Leipoldt, Bambinelino. |
De Tijdspiegel, No. 11, November 1901, o.a.: Dr. A.S. Kok, Het Italiaansche blijspel der Renaissance. - J.H. Scheltema, De oude liederteksten. - Marie Ovink-Soer, Een wonder. |
Boon's Geïll. Magazijn, no. 28, Oct. 1901, o.a.: Guy Boothby, Pharos, de Egyptenaar (verv.). - F. van der Loo, Een schuldeloos slachtoffer. Schets uit den Z.-Afrikaanschen Oorlog. - Hermann Sudermann, De Waaier. - Voor het tooneel (verzen, monologen, dialogen enz.): Jan Arend, De Advocaat, blijspel in één bedrijf. |
Noord en Zuid, No. 10, Oct. 1901, o.a.: J.C. Kummer, Over den Historischen Roman in het algemeen en over de Roos van Dekama in het bijzonder. - No. 11, Nov. 1901, o.a.: P.H. van Moerkerken, Iets over de vertooning van Esmoreit. |
Tijdschrift tot bevordering van de studie der Poedagogiek, 1e Jaarg., 4e afl., October 1901, o.a.: J. Geluk, De ontwikkeling van 't karakter. - E ten Broeke, De lichaamsstraffen in de opvoeding. |
|
-
voetnoot1)
- Uitgeg. in Müll. u. Scherer's Denkmäler, 3e ausg. no. 27, 2.
-
voetnoot4)
- R. Kögel, Gesch. d.d. Litt. I, 2, p. 171, Paul Piper, Die älteste deutsche Litteratur, p. 277 v.v.
|