Taal en Letteren. Jaargang 9
(1899)– [tijdschrift] Taal en Letteren– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 528]
| |
Dit vloyen met de beteekenis van slaan wordt noch door Kiliaen, noch door Oudemans vermeld, maar niettemin veelvuldig bij oudere schrijvers aangetroffen. Bijv.: Ik ben te zeer geaffronteerd, en als goe lui quaad worden, dan hebben ze de duivel in:
Zoo los voor de kop te vloyen, dat kan ik mijn leven niet vergeten.
Van Paffenrode, Gedigten, bl. 155. Dan en zal 't Vercken my niet meer vloeyen.
De Bie, Jan Goedthals, bl. 22. Nou het de Schout belast het, sel ik 'er op invloyen.
J. Blasius, Dubbel en Enkkel, 1670, bl. 56. Daar vaar de pikken in, draai om, draai om, hou recht die steege kop,
'K zal toe vlooijen, houwje van die potzen niet op.
School voor de Jaloerschen, 1691, bl. 23. Toevlooijen beduidde ook flink toetasten, stevig drinken, welke bet. zich gemakkelijk uit de voorafgaande laat verklaren. Wel, als de Maats op een vetje zyn, meugen ze wel eens toevlooijen;
Als ze maar maaken, dat ze zo taamelyk de weg rooijen.
A. Alewyn, De Bedr. Woek., 1702, bl. 53. Nog vinden we vloyen bij Kiliaen in den zin van: scrinium siue marsupium alicuius compilare, suppilare, manticulari, dus iemands geldkast of zijn beurs plunderen. Zoo bij De Bie, Madam Sacatrap, bl. 15: t' Antwerpen heb ick menige schoon bors gevloot.Ga naar voetnoot1)
Gy tracht met u practyck mijn borse wat te vloeyen.
Ibid., bl. 43. Zie ook De Bie, Van twee Borse-snyders, bl. 23 vlg. De grondbeteekenis van vloyen is natuurlijk de thans nog gangbare: vlooien vangen; bovengenoemde beteekenissen zijn te beschouwen als producten van het volksvernuft. Vergelijk met vloyen in de bet. van slaan de 17e eeuwsche spreekwijze: je backes moet vliegen vangen. ‘Men heeft willen zeggen: ik zal op je backes vliegen vangen; doet men dit, dan geeft men natuurlijk dat bakkes telkens een klap, om de vlieg dood te slaan. Bij Langendijk, Wederzyds-Huwelyks-Bedrog, vs. 1379, leest men: Hy zou dan, op jou kop, zodanig vliegen vangen. Dit is eene herinnering aan de oorspronkelijke uitdrukking.’ Zie Dr. Stoett, Taal en Letteren, 7e Jaarg. bl. 182. Stoett's verklaring wordt bevestigd door het analoge gebruik van vloyen. Met de expressie ‘iemands borse vloeyen’ is te vergelijken onze uitdrukking ‘iemands beurs luizen’, behendig hem alles afnemen.Ga naar voetnoot2) K. Poll. |
|