Deze gissing vindt thans steun bij Mr. C. Bake, die in den Vermakelijken Avanturier een plaats gevonden heeft, waar recken inderdaad loopen, of liever: hard loopen beteekent, en in den Quincampoix een plaats met heenrekken in overeenkomstige beteekenis, zie Noord en Zuid XXII, blz. 472.
Intusschen is nog niet aangetoond, dat ook gebruikelijk was: zijn pad rekken = zijn weg gaan, en zoolang dit niet gedaan is, geloof ik, dat er geëmendeerd moet worden.
M.i. heeft er een zeer gewone typographische vergissing plaats gehad en moeten de slotwoorden der beide versregels van plaats wisselen:
Ay, zie hem 't leizeel recken.
Hy janckt van vierigheit, en wenscht zijn padt te trecken.
Dadelijk springt in het oog, hoe bij deze omzetting de voorstelling aan plasticiteit wint. Dat de drukfout steeds onverbeterd gebleven is, behoeft bij de geringe zorg, doorgaans aan correctie besteed, naar mijn meening in 't geheel niet te verwonderen.
Zwolle, Sept. '99.
n.a. cramer.