Uit Starings Marco:
‘Te veel voorkomendheid, zoo 't gaat! bedierf den Man.
Dat hij! - het eenig doel, op 't welk zich honderd schichten
Uit honderd oogen vlammend rigten,
Als Parthenopes Dochtrenschaar
Bij hoffeest of tornooi elkaâr
Den voet wedijvrig poogt te ligten; -
Dat hij zijn jonge hersens daar
Voor duizlen zou' behoên, was naauwlijks te verwachten.’
Hoe ontleedt men - niet volgens de oude grammaire raissonnée, hoe 't eigelik wel moest gezegd zijn door Staring - maar volgens de taalwetenschap van nu, regel 11 tot 14.