Vóór 'tachtig.
Er was veel rhetoriek en frase in de verzen of in het proza, dat men in die dagen in zulk een genootschap deed hooren. Men fixeerde niet goed eigen emotie. Men gaf het persoonlijk gevoel niet in persoonlijke taal weder. Men werkte veel te veel met beelden, die anderen tot uiting van hun gevoel hadden gebruikt, in plaats van zelfgevoelde beelden te nemen. De conventie gaf te dikwijls den toon aan.
Van H.P.G. Quack, De Gids Oct. '98.