Taal en Letteren. Jaargang 8
(1898)– [tijdschrift] Taal en Letteren– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 301]
| |
Kleine mee-delingen over boekwerken.Die Bedeutung der deutschen Philologie für das Leben der Gegenwart. Festrede gehalten in der öffentlichen Sitzung der k.b. Akademie der Wissenschaften zu München am 15. November 1897 von Hermann Paul. München 1897. Verlag der k.b. Akademie. -Een zeer lezenswaardige redevoering, al zou men 't ook niet in alle biezonderheden met Paul eens zijn. Wat er in staat, geldt prinsiepiëel voor elke moderne philologie. Wetenschap, die geen voeling heeft met het moderne leven, die niet ten nutte is voor de school des levens, is tot onvruchtbaarheid gedoemd. Dierekt of indierekt moet wetenschap op het leven, in de eerste plaats op het nasjonale leven, inwerken. Dit nu doet de moderne philologie en kan 't noch veel meer doen. Maar dan moet zowel taalstudie als de studie van de letterkunde steeds op het tegenwoordige het oog gericht honden, aan het tegenwoordige aanknopen.Ga naar voetnoot1) En op het gehele philologiese gebied is volstrekt onmisbaar de psychologie. | |
[pagina 302]
| |
Studie van vreemde, vooral van moderne talen, kan en zal, goed opgevat, de zielsinhoud verrijken en tegelijk het inzicht in 't wezen van taal, door voortdurende vergelijking met de eigen taal, verscherpen. Voor dit laatste doel is vergelijking van eigen dialekt met de gemeenlandstaal noch veel beter, omdat beide, zonder 't geheugen te plagen, ten allen tijde ten dienst staan en veel meer zielseigendom zijn als een vreemde taal gewoonlik, en zeker op school, is. Histories-psychologiese philologie (taalen letterkunde) zal de juiste kijk geven op taal in 't algemeen en op de algemene landstaal in 't biezonder. Ook zal philologie, zo opgevat. 't volksaardige, dat, wat het eigen volk kenmerkt, beter doen begrijpen. Daardoor zal men zich wel wachten, schoolmeesterachtige en aan den vreemde ontleende voorschriften voor de moedertaal, voor kunst en stijl te geven. Daardoor ook zal men eerst werkelik humanisties op zijn eigen volk kunnen inwerken en daarbij niet alleen rekening houden met de bezittende klasse, maar veeleer op betere wijze als meestal noch gebeurt, aan de vorming en verheffing van het volk meewerken: de sosiale zijde van de inheemse philologie. Genoeg. De lezing van Pauls redevoering is aan ieder philoloog, en vooral ook aan studenten in 't vak, ten zeerste aan te bevelen. Maar het moet een nauwgezette, zo nodig herhaalde lezing zijn; anders heeft men kans zich te verlezen. - J.G.T. |
|