Zijn er stijlregels??
‘Ruskins wijze van schrijven is niet overal gemakkelijk te volgen; niet omdat zijn taal moeilijk is als die van Carlyle, maar omdat zijn wijze van denken abrupt is, elastisch in hooge mate, waardoor zijn geest van 't een op 't andere springt, zonder ooit de rechte lijn uit het oog te verliezen; maar voor ons is het moeilijk die lijn te vinden, en vooral haar vast te houden. Hij wil dan ook niet schrijven zóó dat iedereen er over heen kan loopen, om er zijn vooropgezette meening in weêr te vinden; hij wenscht evenmin aangenaam als onaangenaam te wezen; maar te tarten tot denken, den lezer te brengen tot nauwkeurig denken en hem deze nieuwe denkwijzen te geven. Hij spaart den lezer dan ook niets; geen uitweiding, geen omslachtigheid, geen meening, geen gevoel, niets. Hij kan ontzettend breedsprakig wezen; en hoewel hij dikwijls genoeg zegt hoe vreeselijk hij het schrijven zelf vindt, hoe akelig de drukproeven (gemeenlijk werd dit voor hem gedaan), zoo haast hij nooit naar het einde, maar bezit de rust om zijn overtuiging breed uit te spreken, om daar bewijzen voor te zoeken, en u dat zoeken te laten bijwonen. Hij is de vijand van alle concessie, en evenmin weegt hij zijn woorden op een goudschaaltje.’
Mej. Marius, Gids, Mei '98.