Goeie pedagogie.
Eigenlijk moest iedereen beginnen met maar eens een dagboek of brieven aan een kennis of aan zichzelf te schrijven. Zoo kon hij dan zien of er werkelijk wat in hem was, dat er uit moest. Als dan vanzelf die geschriften op een gedicht of roman begonnen te lijken, - dan was de zaak heelemaal in orde. Een stijl, die op die wijze op een goeden dag door den schrijver in zijn geschriften ontdekt wordt, - dát is de sekuurste stijl.
Kunst bestaat uit natuur en stijl.
Stijl moet er zijn. Eérst moet er echter natuur zijn. Beter natuur zonder stijl dan stijl zonder natuur.
Kunst mag niet intiem zijn. Neen, maar dit beteekent alleen dat zij intiem, zéer intiem doch méér dan intiem moet zijn. Zij onthoudt zich van intimiteit, niet door zich in tegenovergestelde richting te bewegen, doch door door het intieme heen iets diepers te bereiken.
Wat gij, zoo heel voor u zelf, even innig als vluchtig, wel eens gedacht hebt, - houdt dát vast, schrijf dát op, schrijf meer zulke gedachten op, - op die wijze zult gij tot het voortbrengen van goede kunst kunnen komen.
Ik bedoel iets over den wenkbrauw van uw neefje of over het staartje van een kanarie bij een oude jufvrouw, - zoo iets waarvan gij dacht, dat dit nu juist al heel weinig overeenkomst had met den Apollo van Belvedère of Parsifal, schrijf dat op, schrijf meer zulke gedachten op. Als gij dan bij het overlezen eens iets merkt dat u vreemd-aangenaam aandoet,.. net of het, ja, net of... het woord ‘mooi’ durft gij niet uitspreken... - dan wensch ik u geluk, mijn vriend, - dan zijt gij een kleine kunstenaar, dat wil zeggen iemant die tienduizend maal meer waard is dan een schijnbaar groote kunstenaar.
Denk niet om voorbeelden, schrijf wat gij liefst, wat gij het aller-liefst voelt. Wordt het dan tòch niets, goed, dan houdt ge 't voor u zelf, dan hebt gij het groote geluk, wel geen kunstenaar, misschien zelfs geen fijn-voelend mensch te zijn, maar te zijn een gewoon mensch met vermaak in zijn eigen gedachten. Dan blijft het voor u alleen, dan zal het u een steun bij prettig herinneren wezen.
Het nut van scholen en voorbeelden kan niet in 't algemeen ontkend worden; maar toch komt het mij zeer waarschijnlijk voor, dat de maker van het beste sonnet hij is geweest, die den sonnet-vorm ontdekte, zij 't dan ook, dat die reeds lang bestond en 't alleen voor hèm een ontdekking was.
L. van Deyssel, Over Thorn Prikker, Twee-maandelijksch Tijdschrift, Maart. -