Bloemlezingen.
Er zijn, of er moeten wezen, drieërlei soort Bloemlezingen.
1o. Waar men stukken in vindt, die voor ons hedendaags beschaafden noch aantrekkelik zijn. Naar gelang de personen, voor wie men ze bestemt, zullen deze verschillen. Voor leerlingen van de lagere, middelbare scholen en van gymnasia zijn ze anders dan voor heren van 50, voor dames van 30; of voor studenten van 20.
2o. Die een overzicht geven van de werken van een dichter; hem karakterieseren; zijn ontwikkeling aantonen; zijn geschiedenis.
Of ook zulke, die een tijdvak demonstreren.
3o. Die de ontwikkeling, vervorming van de een of andere stof - b.v. de Reynaert - aangeven. Of van zeker soort letterkundig werk, b.v. het Herdersdrama, de Lyriek, in Nederland.
H.