Staring.
Wat de Hollanders van oudsher zoo graag geweest waren: gewone burgers, de natuur aankijkend, hun gemoeds- en gedachte-leven waarnemend, en niet hoogdravend, en niet over-gevoelig, stuk voor stuk goed weergevend zoodat elk geheel een mooi ding was, - dat wenschte ook hij te zijn.
Zijn ouderwetschheid ligt daarin dat hij, zich gevend zooals hij was, voor ons een ouderwetsch burger is. Zijn toekomst ligt in de konkreetheid van de grepen die hij uit de natuur deed en de kunst waarmee hij mooimaakte wat hij greep.