Taal en Letteren. Jaargang 7
(1897)– [tijdschrift] Taal en Letteren– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd[Allerlei]In de brieven van Jan de Wit, IIIe dl. bl. 16, komt een brief voor, op den 19 februarij 1655 door den ambassadeur Nieupoort uit Londen geschreven, en daarin leest men deze woorden: ‘ende vertrouwende, dat UEd. Gestrenge de langhgewenste vrughten heeft gesmaeckt, sal ick deselve op dat werck soodanigen succes wenschen, als daer de Heere Cats mij met een statigh aengesight in het Collegie van de Heeren Gecommitteerde Raeden, even nae dat ick getrouwt was, mede geliefde te feliciteren, namentlijck, dat Uwe Edd. malkanderen mede tot flenteren moght verslijten.’ Jan de Wit werd door Cats dus niet gefeliciteerd,Ga naar voetnoot2) maar door Nieupoort, en deze deed het met een aardigheid, die hem vroeger Cats gezegd had.
Zie in den brede De Navorscher, 1875, 391/2. |
|