Taal is individueel.
Indien twee personen te zamen spreken, heeft het door beide gebruikte woord drie beteekenissen: 1o. De zin, die het algemeen gebruik aan het begrip, dat aan het woord ten grondslag ligt, gehecht heeft en die men de ‘attributieve’ beteekenis zou kunnen noemen. 2o. De ‘inhaerente’ beteekenis voor den één d.i. de zin, die de eene spreker aan het begrip hecht en waarmede hij het woord vereenzelvigt. 3o. De inhaerente beteekenis voor den ander.
In dat troebele water is het goed visschen voor den handigen debater.
A.A., Dilettantismen.