Klassiek en nationaal.
Professor kende maar één ding. Dat noemde hij de oudheid en bevatte alles, maar ook niets anders, dan wat hij van de beschaving der Grieken en Romeinen begreep.
Eigenlijk was dat maar een bedroefd beetje, verkeerd opgevat en doorgaans, in een kinderachtige nabootsing, averechts toegepast.
Met dat al, de invloed van Professor was heel groot. Professor sprak nauwelijks zijn moedertaal en schreef kattenbelletjes in het Latijn. Heel de maatschappij dweepte met het leven en de werken der lang verdwenen Grieken en Romeinen en was zoo goed als blind voor het verleden van het eigen volk.
Daar was geen eerbied voor iets wat der middeleeuwen was, geen begrip van middeleeuwsche toestanden, geen gevoel voor middeleeuwsche kunst, geen waardeering voor middeleeuwsche overblijfselen.
Heel de vaderlandsche gothiek werd verwaarloosd voor de klassieke barbaarschheid, die mode was.
Mr. Eduard van Tsoe-Meiren, Elzevier's Geïll. Maandschr., 5e jg., Afl. IV, blz. 361.