Zijn de scheepsnamen vrouwelijk?
Maar de Hoop, gaande zynen gang, raakte, gestuurt van 't gety, dat daar heetst was, tussen den Vlaamschen dyk en 't mastvlot deur’ ....
(P.C. Hooft, Nederl. Hist., 22e boek.)
‘Daar ging hij al, de ouwe schoenerbrik.’
‘De schoenerbrik drijft dwars weg... maar... dat duurt tot dat hij bijna... vlak vóór de haven is... Hij draait en giert met den stroom mee... en dan glijdt hij net als een zwaan midden tusschen de twee havenhoofden door en... naar binnen.’
(Werumeus Buning, Ouwe Jan Hallema.)
‘Daar gaat hij, de Tromp. Wat of hij nog kan loopen als het zijn moet.’
(Dez. Een Kritiek Oogenblik.)
R.A.K.