Taal en Letteren. Jaargang 3
(1893)– [tijdschrift] Taal en Letteren– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 368]
| |
Orientaaltje.Gelijk men weet, werd orientaaltje in de 17e eeuw gebezigd om iets aan te duiden, dat puik, voortreffelijk in zijn soort was. In W.D. Hooft's Jan Saly zegt de held der klucht, die op weg is om een wieg te koopen: Wel an, ick selje wel ien fraey orientaeltje beschicken. (Ald. bl. 42.)
Meer in het bijzonder schijnt ‘orientaaltje’ tabak te hebben beteekend, zooals uit de volgende plaatsen blijkt: Maar Koenraad, heb je niet een Orientaaltje, me dunckt ik zou wel eens stoppen.
Koenr. 'k Heb wel toebak, maar geen pijpen, willen we tot ligte Stijn eens aan kloppenGa naar voetnoot1).
Van Paffenrode, Ged., 1700, bl. 163.
Daar moet je weten, tapt men bier als spek by den hals voor al die 'er komen,
En daar by zoo heb j'er! Hans Jurrien. Een orientaaltje, denk ik, me dunkt dat ik de reuk al in de neus voel.
Ibid., bl. 106.
Vermoedelijk is de uitdrukking: wat Orientaels, welke voorkomt in Huygens' Tryntje Cornelis, ook zoo te verklaren: Eerst wat Orientaels, en daer soo moytjes by
En Brandemorisje, en dan het hooft op zy.
Huygens, Korenbl. I, 1672, bl. 607.
Oudemans denkt hierbij aan ‘zekere dronkenmakende drank’, terwijl Dr. De Jager meent, dat er van de ‘eene of andere spijs’ kwestie is; beide waarschijnlijk ten onrechte. Met tabakje duidde men in de 17e eeuw iets aan, dat heel aangenaam was, dat men zeer genoeglijk vond. Zoo in De Koppelaar uit spijt (1702, bl. 30), waar iemand, die 's avonds zijn geliefde zal ontmoeten zegt: Dat 's eerst tabakje!
Grijpskerk. K. Poll. |
|