Merkwaardige constructie.
Bij Van Paffenrode treffen we een eigenaardig gebruik aan van een paar intransitieve verba, met een tot substantief geworden infinitief, welke eenzelfde doen uitdrukt als het werkwoord, in den tweeden naamval, bij zich. De genitivus in dergelijke constructies is afhankelijk van het quantitatieve wat.
Men vergelijke:
Daar zijn ze beide gaar; wat heb ik kijkens na jou gekeken?
Heer, wat heb ik in twee drie dagen krijtens om jou gekreten.
Filebert, bl. 158 en 173. (Van Paff. Ged., 1700.)
Grijpskerk.
K. Poll.