Taal en Letteren. Jaargang 3
(1893)– [tijdschrift] Taal en Letteren– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 262]
| |
Stoof en schijt.Ter aanvulling van mijn artikel over stoof en schijtGa naar voetnoot1) diene nog het volgende. 1e. In Taal en Letterbode V, 198, 199, 200 (noot), waar door K.v.d. Zijde eene proeve is gegeven van het Sliedrechtsch taaleigen, wordt medegedeeld, dat men in die streek de uitdrukkingen de koot leet schijt en de koot leet stoof nog gebruikt. In het eerste geval ligt zij voorover, in het tweede achterover. 2e. Bij J. Le Francq van Berkhey: Natuurlijke Historie van Holland, 3de deel, 3de stuk, bl. 1419 vlgg. lees ik het volgende: ‘Bij dit Bikkelspel der Meisjes zullen wij nog een kort woord voegen van 't speelen der Jongens met Kooten, of die Beenderen, welken tegen de Scharnieren der Bikkels aan liggen, en de eigentlyke Tali, of Hielbeenderen zyn; waar mede de Jongens hier te Lande, vooral in den Slagttyd, speelen. De voornaamste konst in dit Spel bestaat hier in, dat men, onder het werpen, een zekeren draai aan de Koot weet te geeven, waar door dezelve vlak op de platte zyde nedervalt, waarom men wel kooten met Lood vult, om ze dus te doen vallen. Buiten deeze handigheid of list rolt de Koot ligtlyk op zyde, op het ronde gedeelte; kunnende de kooten niet anders dan op deeze twee wyzen vallen. De eerst gemelde heet Stoof, om dat de Koot dan vlak ligt; en de andere Schyt, om dat dan het gedeelte boven ligt, het welk in den voet van het Dier agter aan lag, en dat 'er dus de drek op viel; waar van Schythiel. De Jongens speelen dit Spel om duiten, of veelal om de Kooten zelven; die ze dan door gooien winnen. Want hy, wiens Koot stoof ligt, heeft eene gooi; hy zet de Koot van de party op de hakken, en gooit 'er met zyne Koot tegen aan, zoo dat de andere verre voort rolle; rolt dan die Koot weder stoof, zoo wint hy 't Spel; maer rolt dezelve anders, dan moet men verspeelen. Voorts gooit men ook met de Kooten, even als met de Stuiters op duiten, om derzelver munt of kruis te doen boven liggen, en daer mede de duiten te winnenGa naar voetnoot2); eindelyk zet men ook Kooten op een ry, en men wint ze die men om-ver gooit.’Ga naar voetnoot3)
Amsterdam. F.A.S. |
|