Taal en Letteren. Jaargang 3
(1893)– [tijdschrift] Taal en Letteren– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVooruitgang?De menschheid, als geheel beschouwd, gaat ongetwijfeld voorwaartsGa naar voetnoot1) en volgt daarbij stellig een bepaalden weg; maar het is gemakkelijker dien weg in het algemeen te vermoeden, dan zijne richting in bijzonderheden aan te geven. Wanneer men niet de menschheid in haar geheel, maar eenig individu in 't bijzonder kon nemen, dat haar gemiddelde vertegenwoordigde; wanneer men b.v., om maar eens een concreet voorbeeld te noemen, eene eerlijke vergelijking kon maken tusschen de intellectueele ontwikkeling van een degelijk gildemeester uit de Middeleeuwen en een gezeten burgerhandwerksman uit den nieuwen tijd, dan houd ik het er stellig voor, dat de vooruitgang minder groot zou zijn, dan men oppervlakkig wel denkt en gemeenlijk geneigd is aan te nemen. En bloc zijn we in de laatste eeuwen hard opgeschoten; de som onzer kennis en onzer algemeene ontwikkeling is aanzienlijk vermeerderd - en nog geloof ik, dat de materieele vooruitgang betrekkelijk belangrijker is dan de intellectueele en moreele; - individueel echter niet (eens) zoo hard, als men zich wel eens verbeeldt. C.F. van Duijl, Tijdspiegel 1893, Mei, blz. 2/3. |
|