Taal en Letteren. Jaargang 1
(1891)– [tijdschrift] Taal en Letteren– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMaar = ne ware.Men weet, dat de conjunctie ‘maar’ als uit ‘newaer,’Ga naar voetnoot1) ontstaan wordt beschouwd; als analoog geval voor den overgang van n(e)w- in m-, wordt aangevoerd, dat ‘Steenwijk’ door buurtbewoners ‘Steemijk’ wordt genoemd.Ga naar voetnoot2) Op een dictée van: ‘Eens prikten we een walvisch in de IJslandsche zee,’ Van Lennep, Vertellingen van den Zeeman,
‘Heel gewoon is ook: hebbeme = hebben we, en dikwijls hoort men zingen: Emme gane naar de kamp van Zeist.’
In de omstreken ook van Amsterdam (Ouderamstel, Nieuwendam) wordt altijd gezegd van zulleme voor ‘zullen we’ (Kollewijn); en in Vlaanderen hemme voor ‘hebbenwe’, zelfs is ‘we’ steeds proklitisch en enklitisch ‘me’: gaan me en me gaan (Vercoullie). B.H. |
|