In den GidsGa naar voetnoot2), in De(n) Gids, in De Gids.
Hoe moet men schrijven?
't Is een eigennaam, als de Koningin der Nederlanden, de Keizer van Duitschland, (Willem) de Zwijger, Ludwig der Fromme, De Ruyter, Vondel, Fliegende Blätter, Le Figaro.
En men verbuigt: Vondels werken, de zonen Jacobs, den dood van (Willem) den Zwijger; der Tod Ludwig des Frommen.
De Ruyter, Den Haag blijft onverbogen, omdat zij voor het taalgevoel een ondeelbaar geheel vormen, beide deelen innig samengegroeid zijn; men zegt: de heldhaftige De Ruyter, o, die De Ruyter, het stijve Den Haag.
Maar niet: o, die oude De Gids, de verouderende De Gids.
Derhalve ook niet: in De(n) Gids, of: in De Gids, maar: in den Gids, daar het lidwoord en het substantief geen ondeelbaar geheel vormen. Evenzoo: in den Tijdspiegel, in den Nederlandschen Spectator, enz. Evenals een Duitscher zegt ‘Beiblatt der Fliegenden Blätter; niet: Beiblatt der ‘Fliegende Blätter’; een Franschman: supplément au (du) Figaro, niet: supplément à (de) Le Figaro.
J.V.