Sprokkels.
Een der meest bekende gedichten van Bilderdijk, welks inhoud ons thans niet meer kan behagen, doch dat ons nog betoovert door zijn volmaakten vorm, is zijn ‘Vloek’:
Treedt toe en leent aandachtige ooren
En leert, wat onbedachte tooren
De stof voor dit gedicht zal wel grootendeels ontleend zijn aan het volksliederboekje ‘De vrolijke openhartige minnaar’. Dr. Kalff zegt hiervan in zijn ‘Lied in de Middeleeuwen’, bl. 89: ‘(in dit boekje) vond ik onder den titel “het vermakelijk nagtspook” de geschiedenis van een meisje, dat 's nachts door een knecht uit de buurt wordt bezocht. Hij geeft zich dan steeds uit voor den duivel. Het meisje vraagt hem ten laatste eens naar zijn eigenlijken naam en hij antwoordt:
'k Ben Hillebrand geheeten
Ook bij Bilderdijk heet de minnaar Hildebrand.
Cr.
Heeft Vondel, de klassisch en bijbelsch gevormde dichter, zich ook door het Volkslied laten inspireeren? Men kent de beroemde strophe uit den Gijsbreght:
Zy jammert op de dorre ranck
Van eenen boom, verdrooght van wortel,
Nu is er een Spaansche romance, gedrukt bij Wolf en Hofmann, Primavera II, bl. 19, waarin voorkomt, dat de tortelduif, als haar mannetje gestorven is, verklaart zich nooit meer op een groenen tak te zullen zetten noch op een bloeiend veld, geen helder water meer te zullen drinken, en geen anderen gade te zullen nemen. Zie Dr. Lauchert, Geschichte des Physiologus.