Ik meen in staat te zijn om aan het verlangen van den geachten inzender der bijdrage over de spreekwoorden te voldoen, en van het bovenstaande eene verklaring te geven, die, zoo zij gegrond is, tevens bewijst, dat de door mij gekozen vorm voor den waren is te houden. Bedrieg ik mij niet, dan wordt het spreekwoord gezegd door, of gericht tot dengene in een gezelschap van spelenden, die het eerst wint. De bedoeling is: dat het eerste gewin weinig of niets beduidt, en dat pas aan het einde gezegd kan worden, wie eigenlijk winst behaald heeft. Het laatste woord van het spreekwoord: kattengespin, katjeswinst of katjesspil, moet derhalve iets aanduiden, dat geene of althans slechts geringe waarde heeft; maar toch altijd iets, iets dat werkelijk bestaat of geschiedt. Aan katjeswinst is geen verstandig begrip te hechten, zóó iets bestaat niet; en even weinig katjesspil. Dit woord voor katjesspel te houden gaat slecht; e en i wisselen in de volkstaal wel af voor eene n, blijkens cint, ingel, minsch, pin, maar niet voor eene l. Ik ten minste heb nooit pellen of schellen hooren zeggen voor pillen of schillen, noch omgekeerd stillen of schillen voor stellen of schellen. Doch al mocht men aannemen, dat katjesspil inderdaad katjesspel was, dan paste de beteekenis nog niet. Door katjesspel verstaat men een spel, dat vriendschappelijk begint en met krabben en bijten eindigt; dit nu wordt blijkbaar niet bedoeld. Kattengespin is een geluid, dat de katten maken, als zij in een goed humeur zijn; het heeft eenige overeenkomst met het snor-