natie minachten, het eigen
volksbestaan veronachtzamen en lijdelijk medewerken om het te ondermijnen.
Meer zal wel niet behoeven gezegd te worden om het plan van den Heer
Van der Post tot het geven van een nieuw
tijdschrift, aan de belangen onzer taal gewijd, te regtvaardigen en te doen
toejuichen. Door Z. E. aangezocht om de redactie van dat tijdschrift op ons te
nemen, hebben wij gemeend ons aan een zoo nuttig en gewigtig werk niet te mogen
onttrekken; en het is hier, dat wij de eer hebben het plan, dat wij zullen
volgen, mede te deelen en te ontwikkelen.
De bloei eener wetenschap kan op twee wijzen bevorderd worden: -
door de wetenschap zelve op te bouwen, en - door bij te dragen tot de
uitbreiding van de kennis dier wetenschap. Het is noodig, dat in beide
rigtingen gewerkt worde, en het ware te wenschen, dat voor iedere rigting een
afzonderlijk tijdschrift kon bestaan. Voor als nog echter schijnt het raadzaam
beide in ons tijdschrift te vereenigen en het zoowel aan de verspreiding van
taalkennis als aan de taalwetenschap zelve dienstbaar te maken. De
Taalgids zal daarom niet slechts stukken bevatten, waarin, volgens de
strenge eischen der wetenschap, de beteekenis, afleiding en geschiedenis van
enkele woorden geschetst, de onderlinge verhouding van synoniemen aangetoond en
door voorbeelden opgehelderd, spraakkunstige regels bepaald en verklaard,
algemeene en bijzondere eigenschappen der taal in het licht gesteld en
beschouwd worden; maar wij zullen zorgen, dat elk nummer ook zoodanige
opstellen bevat, als onder het bereik vallen van een ieder, ook van hen, die
van taalstudie niet hun hoofdwerk maken. Wij wenschen telkens eenige langere of
kortere stukken te leveren, waarin de beproefde uitkomsten der wetenschap op
eene bevattelijke wijze worden voorgedragen en verklaard; soms zonder streng
betoog, wanneer namelijk het volgen van het betoog de kennis van weinig bekende
vreemde talen onderstelt of zulk diepzinnig denken vereischt, als geacht mag
worden de krachten van ongeoefenden te boven te gaan. Nooit echter hopen wij ons