| |
Het Arbeidscontract
(G.B. 1947 No. 140, gewijzigd bij G.B. 1951 No. 84).
Het Arbeidscontract is geen op zich zelf staande regeling zoals de andere sociale wettelijke voorzieningen. Het is een onderdeel van het Surinaams, Burgerlijk Wetboek, en is in het Derde Deel daarvan onder de Zevende Titel A opgenomen.
Hieronder volgen de voornaamste bepalingen.
| |
Algemeen.
Wat is de arbeidsovereenkomst?
De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de arbeider zich verbindt in dienst van de werkgever tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
| |
Wat is de collectieve arbeidsovereenkomst?
De collectieve arbeidsovereenkomst is de regeling, getroffen tussen een of meer werkgevers of een of meer rechtspersoonlijkheid bezittende verenigingen van werkgevers met een of meer rechtspersoonlijkheid bezittende verenigingen van arbeiders, omtrent arbeidsvoorwaarden, bij het aangaan van arbeidsovereenkomsten in acht te nemen.
| |
Hoe wordt de arbeidsovereenkomst aangegaan?
De arbeidsovereenkomst kan schriftelijk of mondeling worden aangegaan.
Alle op de schriftelijke overeenkomst vallende kosten komen ten laste van de werkgever.
| |
Kan een gehuwde vrouw of een minderjarige zelfstandig een arbeidsovereenkomst aangaan?
De gehuwde vrouw heeft geen bijstand van haar man nodig tot het sluiten van een arbeidsovereenkomst.
Zij mag over het door haar verdiende loon beschikken ten bate van het gezin.
Een minderjarige kan slechts met mondelinge of schriftelijke toestemming van zijn wettelijke vertegenwoordiger een arbeidsovereenkomst aangaan.
| |
| |
Heeft de minderjarige zonder verzet van zijn wettelijke vertegenwoordiger gedurende 6 weken in dienst van de werkgever arbeid verricht dan wordt hij geacht mondeling daartoe te zijn gemachtigd.
De wettelijke vertegenwoordiger kan schriftelijk bedingen dat het in geld vastgestelde loon geheel of gedeeltelijk aan hem wordt uitbetaald.
| |
Kan de werkgever de arbeider beperken in zijn bevoegdheid om na het beeindigen van de dienstbetrekking op zekere wijze werkzaam te zijn?
Ja, indien zulk een beding bij schriftelijk aangegane overeenkomst of bij reglement, met een meerderjarige arbeider is tot stand gekomen.
De rechter kan op vordering van de arbeider zulk een beding te niet doen, op grond dat het te beschermen belang van de werkgever niet opweegt tegen het belang van de arbeider.
Indien de werkgever in zodanig geval in het gelijk wordt gesteld en er een schadevergoeding was bedongen, kan de rechter deze op een kleinere som bepalen.
De werkgever verliest zijn rechten indien hij de dienstbetrekking onrechtmatig heeft doen eindigen of aan de arbeider een dringende reden heeft gegeven om de dienstbetrekking te doen eindigen.
| |
Vallen Overheidsdienaren ook onder de bepalingen van het Arbeidscontract?
Personen in dienst van den Lande of van enig ander publiekrechtelijk lichaam vallen buiten het Arbeidscontract, behalve wanneer het door partijen bij de aanvang van de dienstbetrekking, of bij wettelijke regeling van toepassing is verklaard.
| |
Het reglement.
Is een vóór de aanvang der dienstbetrekking door de werkgever vastgesteld Reglement verbindend voor de arbeider?
Ja, doch slechts wanneer aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
a. | dat het in de Nederlandse taal is gesteld; |
b. | dat de arbeider schriftelijk heeft verklaard zich ermee te verenigen; |
c. | dat een volledig exemplaar kosteloos door de werkgever aan de arbeider is verstrekt; |
d. | dat door de werkgever een door hem ondertekend volledig exemplaar op een voor de arbeider makkelijk toegankelijke plaats opgehangen is en blijft; |
e. | dat het ter griffie van het Kantongerecht door de werkgever is neergelegd; |
f. | dat het niet in strijd is met de gesloten arbeidsovereenkomst. |
| |
Is een gedurende de dienstbetrekking nieuw ingevoerd of gewijzigd Reglement verbindend voor de arbeider?
Ja, doch slechts wanneer aan de arbeider tenminste 14 dagen vóór de inwerkingtreding kosteloos een volledig exemplaar ter inzage is verstrekt.
| |
Is de arbeider verplicht het nieuwe of gewijzigde Reglement te aanvaarden?
Neen. Indien de arbeider mededeelt dat hij zich niet ermee verenigt, wordt dit beschouwd als een opzegging van de dienstbetrekking.
| |
| |
Het dienstverband eindigt dan op de dag waarop het nieuwe of gewijzigde Reglement in werking zal treden.
| |
Heeft de arbeider bij zodanige beëindiging van de dienstbetrekking recht op schadevergoeding?
Indien door het aldus beëindigen van de dienstbetrekking de opzeggingstermijn waartoe de werkgever jegens de arbeider gehouden is, niet is in acht genomen, dan heeft de arbeider recht op schadeloosstelling.
| |
Kan de arbeider verklaren elk in de toekomst vast te stellen Reglement of elke toekomstige wijziging van een bestaand Reglement te zullen aanvaarden?
Neen. Een zodanige verklaring van de arbeider is nietig.
| |
Het loon.
Welke maatstaven worden in acht genomen voor de berekening van het loon?
Ter berekening van het in geld vastgesteld loon per dag worden gesteld:
a. | de dag op 10 uren; |
b. | de week op 6 dagen; |
c. | de maand op 25 dagen; |
d. | het jaar op 300 dagen. |
| |
Uit welke bestanddelen mag het loon worden samengesteld?
Het loon van de arbeider die niet inwoont bij de werkgever, mag niet anders worden vastgesteld dan in:
a. | geld; |
b. | voedsel te nuttigen, alsmede voedings- en verlichtingsmiddelen te gebruiken ter plaatse waar ze worden verstrekt; |
c. | kleding, door de arbeider tijdens zijn dienst te dragen; |
d. | een bepaalde hoeveelheid der voortbrengselen van het bedrijf of der grondof hulpstoffen die in het bedrijf gebruikt worden,
een en ander voor zover behorende tot de eerste levensbehoeften, of ten gebruike door de arbeider in zijn eigen bedrijf, en in ieder geval met uitsluiting van alcoholhoudende dranken; |
e. | het gebruik van een bepaald stuk grond of van weide of stalling voor een bepaald aantal naar soort aangeduide dieren toebehorende aan de arbeider of een der leden van zijn gezin, het gebruik van werktuigen of gereedschappen of het onderhoud daarvan; |
f. | bepaalde werkzaamheden of diensten door of voor rekening van de werkgever ten behoeve van de arbeider te verrichten; |
g. | vrije woning, vrije geneeskundige behandeling, vrije beschikking over een of meer bedienden, over een vervoermiddel, en soortgelijke tegemoetkomingen in de kosten der huishouding; |
h. | uitkering gedurende een verlofstijd na een bepaald aantal jaren dienst of recht op vrij vervoer naar de plaats van herkomst of naar en van de plaats van verlof; |
i. | onderricht door of vanwege de werkgever aan de arbeider te verstrekken. |
| |
| |
| |
Kan de werkgever bedingen dat de arbeider zijn loon op een bepaalde wijze besteed?
Neen. Ongeoorloofd en nietig is elk beding dat het loon van de arbeider op een bepaalde wijze zal worden besteed of dat de arbeider zich bepaalde benodigdheden op een bepaalde plaats of bij een bepaald persoon moet aanschaffen.
Van deze bepaling is uitgezonderd het beding waarbij de arbeider deelneemt in een door de Gouverneur solied verklaard fonds, of waarbij de arbeider toestemt dat te zijnen behoeve een inlage in de Surinaamse Postspaarbank wordt gestort.
Indien het een minderjarige betreft, zal het aldus gestorte bedrag eerst kunnen worden opgevorderd wanneer hij zekere te stellen leeftijd heeft bereikt, en in elk geval bij zijn meerderjarigheid of door toedoen van de rechter.
| |
Mag de werkgever een boete stellen op overtredingen?
Ja, en wel wegens overtreding van voorschriften van een schriftelijk aangegane overeenkomst of van een reglement, doch slechts indien die voorschriften bepaaldelijk zijn aangeduid en de boete, in geld uitgedrukt, daarbij is aangegeven.
Aan de arbeider met een loon van f 4. - per dag of minder mag per overtreding, of aan gezamenlijke boeten binnen 1 week, geen hogere boete dan 1 dag loon in geld worden opgelegd.
| |
Mag de werkgever terzake van eenzelfde feit boete heffen en tevens schadevergoeding vorderen?
Neen. Een zodanig beding is nietig.
| |
Over welke periode is het loon verschuldigd?
Het loon, naar tijdsruimte vastgesteld, is verschuldigd van het tijdstip waarop de arbeider in dienst is getreden, tot aan het einde van de dienstbetrekking.
Geen loon is verschuldigd voor de tijd, gedurende welke de arbeider de bedongen arbeid niet heeft verricht.
| |
Is het loon ook verschuldigd bij ziekte of ongeval?
Ja. De arbeider behoudt zijn aanspraak op het naar tijdsruimte vastgesteld loon voor een betrekkelijk korte tijd, wanneer hij tengevolge van ziekte of ongeval verhinderd is geweest zijn arbeid te verrichten.
De arbeider heeft geen recht op loon indien de ziekte of het ongeval door zijn opzet of onzedelijkheid is veroorzaakt, dan wel aan het misbruik van alcoholhoudende dranken of van bedwelmende middelen te wijten is, en evenmin indien de ziekte bestond op het tijdstip van indiensttreding dan wel het gevolg is van een bij het indiensttreden bestaande afwijking.
| |
Heeft de arbeider recht op vrije geneeskundige behandeling als bestanddeel van het loon?
De arbeider die een loon van f 4. - per dag of minder verdient heeft, uiterlijk tot een tijd van 6 weken, recht op vrije geneeskundige behandeling en verpleging - daaronder begrepen specialistische behandeling, ligging in een ziekenhuis, en
| |
| |
door een geneesheer voorgeschreven verbandmiddelen en medicijnen.
De kosten hiervoor kunnen door de werkgever op de arbeider worden verhaald tot ten hoogste 30% van het gedurende de ziekte uitbetaalde loon.
| |
Wanneer gaat het recht op loon bij ziekte of ongeval en het recht op vrije geneeskundige behandeling in?
Deze rechten gaan eerst in nadat de arbeider 4 maanden onafgebroken bij dezelfde werkgever in dienst is geweest.
Aanspraak op loon bij ziekte bestaat slechts indien de ziekte tenminste 2 volle dagen heeft geduurd; het loon wordt alsdan uitgekeerd met ingang van de 1ste dag der verhindering.
| |
Hoe wordt gehandeld indien er een ziekte- of ongevallenregeling bestaat?
Dan gelden, wat betreft vrije geneeskundige behandeling en verpleging, de bepalingen van zodanige ziekte- of ongevallenregeling.
Indien daarbij tevens een geldelijke vergoeding of uitkering is bepaald, dan wordt het loon met het bedrag dier uitkering of vergoeding verminderd.
| |
In welke andere gevallen, buiten ziekte of ongeval, behoudt de arbeider eveneens zijn recht op loon?
De arbeider behoudt zijn aanspraak op het naar tijdsruimte vastgesteld loon ook, indien hij bereid was de bedongen arbeid te verrichten, doch de werkgever daarvan geen gebruik heeft gemaakt, hetzij door eigen schuld of zelfs tengevolge van, hem persoonlijk betreffende, toevallige omstandigheden.
De arbeider behoudt zijn aanspraak op het naar tijdsruimte vastgesteld loon eveneens voor een korte, naar billijkheid te berekenen tijd, wanneer hij verhinderd is geweest zijn arbeid te verrichten:
a. | tengevolge van de vervulling, zonder geldelijke vergoeding, ener door wettelijke regeling of door de Overheid opgelegde verplichting welke niet in zijn vrije tijd kon geschieden; |
b. | tengevolge van zeer bijzondere omstandigheden die buiten zijn schuld zijn ontstaan. |
De arbeider heeft voorts recht op loon:
a. | voor de tijd die de ontvangst van zijn loon vergt; |
b. | voor de tijd benodigd voor de uitoefening van de kiesbevoegdheid. |
| |
Welke gevallen worden onder ‘zeer bijzondere omstandigheden’ waarbij aanspraak op loon wordt behouden, begrepen?
Onder zeer bijzondere omstandigheden waarbij aanspraak op loon wordt behouden, worden begrepen:
a. | de bevalling van de echtgenote van de arbeider; |
b. | het overlijden en de begrafenis van een zijner huisgenoten of een zijner bloed- of aanverwanten in de rechte linie onbepaald - dus ouders, grootouders, overgrootouders, kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen - en in de
|
| |
| |
| tweede graad der zijdlinie - dus broers en zusters, schoonbroers en schoonzusters. |
| |
Hoe wordt gehandeld bij ziekte of ongeval indien het loon van de arbeider niet naar tijdruimte is vastgesteld?
Dan blijven de rechten van de arbeider onverkort gelden, waarbij als loon wordt aangenomen het gemiddeld loon dat de arbeider had kunnen verdienen indien hij niet verhinderd ware geweest.
Het loon wordt echter verminderd met het bedrag der onkosten, welke de arbeider zich heeft bespaard door het niet-verrichten van de arbeid.
| |
Is beslag op het loon toegelaten?
Beslag onder de werkgever op het door deze aan de arbeider verschuldigd loon is slechts toegelaten:
a. | indien het in geld vastgesteld loon f 4. - per dag of minder bedraagt, tot 2/5 gedeelte van dit loon; |
b. | indien het in geld vastgesteld loon meer dan f 4. - per dag bedraagt, tot 2/5 gedeelte van f 4. - en bovendien onbeperkt tot het meerdere boven f 4. -. |
Generlei beperking geldt, indien het beslag een wettelijke onderhoudsplicht betreft.
| |
Is overdracht van het recht op loon geldig?
Overdracht, inpandgeving of elke andere handeling, waardoor de arbeider enig recht op zijn loon aan een derde toekent, is slechts in zoverre geldig, als een beslag op zijn loon geldig zou zijn.
Volmacht tot invordering van het loon, onder welke vorm of welke benaming ook door de arbeider verleend, is steeds herroepelijk.
| |
Wanneer moet de uitbetaling van het loon geschieden?
De uitbetaling van het in geld naar tijdsruimte vastgestelde loon zal geschieden als volgt:
a. | indien het loon bij de week of bij kortere tijdsruimte is vastgesteld, telkens na 1 week; |
b. | indien het loon is vastgesteld bij een tijdsruimte langer dan 1 week doch korter dan 1 maand, telkens na verloop van de tijd waarbij het loon is vastgesteld; |
c. | indien het loon bij de maand is vastgesteld, telkens na 1 maand; |
d. | indien het loon bij langere tijdsruimte dan 1 maand is vastgesteld, telkens na 1 kwartaal. |
| |
Mag de werkgever rente of andere heffingen aan de arbeider in rekening brengen?
Neen. Het is de werkgever verboden direct of indirect:
a. | aan de arbeider rente in welke vorm ook in rekening te brengen wegens geleende gelden of verstrekte voorschotten; |
b. | aan de arbeider heffingen op te leggen wegens het gebruik of het onder- |
| |
| |
| houd van tot het bedrijf des werkgevers behorende en ten behoeve van dit bedrijf gebezigde gereedschappen en materialen; |
c. | een arbeider aansprakelijk te stellen voor verplichtingen van een andere arbeider jegens de werkgever, of als borg te accepteren. |
| |
Is de werkgever rente verschuldigd over het te laat uitbetaalde loon?
Ja. Over het in geld vastgestelde loon dat aan de arbeider verschuldigd is na aftrek van rechtmatige inhoudingen, en dat door omstandigheden aan de werkgever toe te schrijven niet binnen 3 dagen na de vastgestelde betalingsdag is uitbetaald, is door de werkgever voor de vertraging een rente verschuldigd van 5% over de 4de tot en met de 8ste werkdag, en over elke volgende werkdag 1%.
Deze rente zal in geen geval tot meer dan 50% van het verschuldigde loon oplopen.
Een beding, waarbij van het voorgaande wordt afgeweken, is alleen geldig ten aanzien van arbeiders wier in geld vastgesteld loon meer dan f 4. - per dag bedraagt.
| |
Verplichtingen van de werkgever.
Welke zijn in het algemeen de verplichtingen van de werkgever jegens de arbeider?
Godsdienst en ontspanning. De werkgever is gehouden inwonende arbeiders, zonder korting van hun loon, in de gelegenheid te stellen hun godsdienstplichten te vervullen, alsmede ontspanning van de arbeid te genieten, in beide gevallen op de wijze bij overeenkomst of bij gebreke van dien, door het plaatselijk gebruik bepaald.
Zondagsarbeid. De werkgever is gehouden de arbeid zodanig te regelen dat de arbeider geen arbeid heeft te verrichten op Zondagen en daarmede gelijk gestelde dagen, behalve voor zover het tegendeel is bedongen of uit de aard van de arbeid voortvloeit, dan wel indien de werkgever van de bevoegde instantie vergunning heeft verkregen op Zondag arbeid te laten verrichten.
Minderjarige arbeiders. De werkgever is gehouden ten aanzien van minderjarige arbeiders de arbeid zodanig te regelen, dat zij volgens plaatselijk gebruik in de gelegenheid zijn gesteld de lessen te volgen in inrichtingen voor godsdienst-, voortgezet-, herhalings- of vakonderwijs.
Veiligheid. De werkgever is gehouden de lokalen, werktuigen en gereedschappen op zodanige wijze in te richten en te onderhouden en voorts zodanige regelingen te treffen, dat de arbeider tegen gevaar voor lijf, eerbaarheid en goed zover beschermd is als redelijkerwijs in verband met de aard van de arbeid kan worden gevorderd.
Algemeen. De werkgever is in het algemeen verplicht al datgene te doen en na te laten wat een goed werkgever in gelijke omstandigheden behoort te doen en na te laten.
| |
| |
Getuigschrift. De werkgever is gehouden bij het eindigen der dienstbetrekking de arbeider op diens verlangen een getuigschrift uit te reiken.
Het getuigschrift bevat een juiste opgave omtrent de aard van de verrichte arbeid en de duur der dienstbetrekking.
Op bijzonder verzoek van de arbeider kan in het getuigschrift tevens worden vermeld op welke wijze de arbeider aan zijn verplichtingen heeft voldaan en de wijze waarop de dienstbetrekking is geëindigd.
Heeft echter de werkgever de dienstbetrekking zonder het aanvoeren van redenen doen eindigen, dan is hij slechts gehouden zulks te vermelden, zonder verplicht te zijn de redenen zelve mede te delen.
Heeft de arbeider de dienstbetrekking onrechtmatig doen eindigen, dan is de werkgever gerechtigd zulks in het getuigschrift te vermelden.
| |
Verplichtingen van de arbeider.
Welke zijn in het algemeen de verplichtingen van de arbeider?
Arbeid. De arbeider is verplicht de bedongen arbeid naar zijn beste vermogen te verrichten. Voor zover aard en omvang van de te verrichten arbeid niet bij overeenkomst of reglement zijn omschreven, beslist daaromtrent het gebruik.
De arbeider is verplicht de arbeid zelf te verrichten; hij kan zich niet dan met toestemming des werkgevers door een derde doen vervangen.
Voorschriften. De arbeider is verplicht zich te houden aan de voorschriften omtrent het verrichten van de arbeid alsmede aan die welke strekken ter bevordering van de goede orde in de onderneming des werkgevers.
De arbeider, die bij de werkgever inwoont is verplicht zich te gedragen naar de orde des huizes.
Algemeen. De arbeider is in het algemeen verplicht al datgene te doen en na te laten, wat een goed arbeider in gelijke omstandigheden behoort te doen en na te laten.
| |
De duur en de beeindiging der dienstbetrekking.
Hoe lang duurt de dienstbetrekking?
De dienstbetrekking duurt:
a. | voor de tijd, bij overeenkomst of reglement of bij wettelijk voorschrift, of bij gebreke daarvan, door het gebruik bepaald; |
b. | voor onbepaalde tijd. |
| |
Welke zijn de regelen omtrent verlenging der dienstbetrekking?
Indien de dienstbetrekking na het verstrijken van de duur daarvan, door partijen zonder tegenspraak wordt voortgezet, dan wordt zij geacht voor dezelfde tijd doch ten hoogste voor 1 jaar op dezelfde voorwaarden wederom te zijn aangegaan.
Indien zodanige voortzetting der dienstbetrekking korter dan 6 maanden zou duren en zij niet zuiver ten doel heeft het verrichten van losse, ongeregelde arbeid,
| |
| |
wordt zij geacht voor onbepaalde tijd, doch overigens op dezelfde voorwaarden te zijn aangegaan. Dit geldt ook indien opzegging had moeten plaats vinden, doch achterwege blijft, en partijen de gevolgen daarvan niet opzettelijk hebben geregeld.
| |
Op welke verschillende wijzen eindigt de dienstbetrekking?
De dienstbetrekking eindigt:
a. | van rechtswege, wanneer de duur daarvan verstreken is; |
b. | door opzegging; |
c. | door ontbinding der overeenkomst krachtens rechterlijk vonnis; |
d. | door de dood van de arbeider. |
| |
Eindigt de dienstbetrekking ook door de dood van de werkgever?
Neen, tenzij het tegendeel voortvloeit uit de overeenkomst. Echter zijn zowel de erfgenamen des werkgevers als de arbeider bevoegd de dienstbetrekking voor een bepaalde tijd aangegaan, door opzegging te doen eindigen als ware zij aangegaan voor onbepaalde tijd.
| |
Wanneer kan de arbeidsovereenkomst krachtens rechterlijk vonnis ontbonden worden verklaard?
De arbeidsovereenkomst kan te allen tijde, ook voordat de arbeid is aangevangen, op verzoek van ieder der partijen wegens gewichtige redenen door de Kantonrechter ontbonden worden verklaard.
Als gewichtige redenen worden o.m. beschouwd veranderingen in de persoonlijke of vermogenstoestand des verzoekers of der wederpartij of in de omstandigheden, waaronder de arbeid wordt verricht, welke van die aard zijn dat de dienstbetrekking billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen.
| |
De opzegging der dienstbetrekking.
In welke gevallen is voorafgaande opzegging der dienstbetrekking vereist?
Voorafgaande opzegging der dienstbetrekking is vereist:
a. | indien zulks bij schriftelijk aangegane overeenkomst of bij reglement is bedongen; |
b. | indien volgens wettelijk voorschrift of volgens gebruik, ook bij vooraf bepaalde duur der dienstbetrekking opzegging behoort plaats te hebben, en partijen daarvan niet, waar zulks geoorloofd is, bij schriftelijk aangegane overeenkomst of bij reglement zijn afgeweken; |
c. | indien de dienstbetrekking is aangegaan voor onbepaalde tijd of tot wederopzegging. |
| |
Tegen welke dag mag de opzegging geschieden?
De opzegging mag alleen geschieden tegen de dag of tegen een der dagen, bij overeenkomst of reglement bepaald of, bij gebreke van dien, tegen een van
| |
| |
die dagen, welke door het gebruik daarvoor zijn aangewezen; bij gebreke van dergelijke aanwijzing mag de opzegging tegen elke dag geschieden.
| |
Welke is de termijn van opzegging?
De termijn van opzegging is:
a. | indien het loon bij kortere tijdsruimte dan de maand is vastgesteld: de tijd die gewoonlijk verloopt tussen twee uitbetalingen van het in geld vastgestelde loon, met een minimum van 1 week; |
b. | indien het loon bij de maand of langere tijdsruimte is vastgesteld: de tijd tussen de dag van opzegging en de laatste dag der daaropvolgende maand. |
| |
Mag een andere opzeggingstermijn worden overeengekomen?
Bij schriftelijk aangegane overeenkomst of bij reglement mag ten aanzien van de arbeider met een in geld vastgesteld loon boven f 4. - per dag een andere opzeggingstermijn worden bepaald, doch niet langer dan 6 maanden, en voor de werkgever niet korter dan voor de arbeider.
Ten aanzien van de arbeider met een in geld vastgesteld loon van f 4. - per dag of minder mag geen langere opzeggingstermijn worden bepaald, tenzij het gebruik een langere opzeggingstermijn aanwijst.
Is slechts voor een der partijen een regeling bedongen, dan geldt zij ook voor de andere.
Is een kortere termijn voor de werkgever bepaald dan voor de arbeider, dan geldt de langste termijn ook voor de werkgever.
Is een langere termijn bepaald dan geoorloofd was, dan geldt de langst geoorloofde termijn.
| |
Welke speciale opzeggingstermijn geldt voor de arbeider bij een veeljarige arbeidsovereenkomst?
Indien de dienstbetrekking is aangegaan voor langer dan 5 jaar of voor de duur van het leven van een bepaalde persoon, is niettemin de arbeider bevoegd de overeenkomst vanaf het ogenblik waarop sedert haar aanvang 5 jaren zijn verlopen, op te zeggen.
De termijn van opzegging is 6 maanden.
| |
Welke bepalingen gelden voor de proeftijd zelve en voor opzegging gedurende de proeftijd?
De proeftijd moet vooraf worden bedongen.
De proeftijd moet voor beide partijen gelijk zijn.
De proeftijd kan op geen langere tijd dan 2 maanden worden gesteld.
De proeftijd kan niet worden verlengd.
Indien een proeftijd is bedongen, is gedurende die tijd ieder der partijen bevoegd, door opzegging de dienstbetrekking onmiddellijk te doen eindigen.
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
De schadeloosstelling.
Wanneer is schadeloosstelling verschuldigd?
Indien een partij de dienstbetrekking zonder inachtneming van de voor opzegging geldende bepalingen doet eindigen buiten toestemming van de wederpartij, is zij aan die wederpartij een schadeloosstelling verschuldigd, tenzij de dienstbetrekking wordt beëindigd om een dringende, aan de wederpartij onverwijld medegedeelde, reden.
| |
Hoeveel bedraagt de schadeloosstelling?
De schadeloosstelling bedraagt:
a. | bij een dienstbetrekking welke voor onbepaalde tijd is of geacht wordt te zijn aangegaan: het bedrag van het loon voor de duur van de opzeggingstermijn; |
b. | bij een dienstbetrekking welke voor een bepaalde tijd is aangegaan: het bedrag van het loon voor de tijd dat de dienstbetrekking had behoren voort te duren. |
De schadeloosstelling mag bij schriftelijk aangegane overeenkomst of bij reglement op een hoger bedrag worden vastgesteld.
De partij die tot de schadeloosstelling gerechtigd is, kan hetzij deze schadeloosstelling, hetzij een volledige vergoeding in rechte vorderen.
Hetzelfde geldt indien de dienstbetrekking is beëindigd op grond dat een der partijen door opzet of schuld aan de wederpartij een dringende reden daartoe heeft gegeven.
| |
Heeft de arbeider recht op een bijzondere schadeloosstelling wegens verlies van verlof?
Indien de werkgever de dienstbetrekking doet eindigen met het oogmerk zich aan een overeengekomen verplichting tot het verlenen van verlof na een bepaald aantal dienstjaren te onttrekken, is hij gehouden, behalve alle andere vergoedingen die de arbeider mochten toekomen, bovendien aan deze een geldsom uit te betalen gelijk aan de uitkering welke de arbeider gedurende zijn verloftijd zou hebben genoten.
Tevens is de werkgever alsdan aan de arbeider verschuldigd een vergoeding voor eventueel bedongen vrij vervoer naar de plaats van herkomst of van verlof.
In alle andere gevallen heeft de arbeider bij beëindiging der dienstbetrekking recht op een schadeloosstelling gelijk aan het loon voor de verlofdagen waarop hij, berekend per maand, nog aanspraak heeft en die hij niet heeft genoten, zulks echter alleen indien reeds meer dan de helft van de overeengekomen diensttijd voor aanspraak op verlof verstreken is.
| |
Welke zijn de dringende redenen voor beëindiging der dienstbetrekking zonder betaling van schadeloosstelling?
A. voor de werkgever:
Voor de werkgever worden als dringende redenen beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de arbeider, welke tengevolge hebben dat van
| |
| |
de werkgever redelijkerwijze niet kan worden gevorderd de dienstbetrekking te laten voortduren.
Dringende redenen zullen onder andere aanwezig geacht kunnen worden:
1o. wanneer de arbeider bij de afsluiting van de overeenkomst de werkgever heeft misleid door het vertonen van valse of vervalste getuigschriften, of deze opzettelijk valse inlichtingen heeft gegeven omtrent de wijze waarop zijn vorige dienstbetrekking is geëindigd;
2o. wanneer hij in ernstige mate de bekwaamheid of geschiktheid blijkt te missen tot de arbeid, waarvoor hij zich heeft verbonden;
3o. wanneer hij zich ondanks waarschuwingen overgeeft aan dronkenschap of ander liederlijk gedrag;
4o. wanneer hij zich schuldig maakt aan diefstal, verduistering, bedrog of andere misdrijven, waardoor hij het vertrouwen van de werkgever onwaardig wordt;
5o. wanneer hij de werkgever, diens familieleden of huisgenoten, of zijn mede-arbeiders, mishandelt, grovelijk beledigt of op ernstige wijze bedreigt;
6o. wanneer hij de werkgever, diens familieleden of huisgenoten, of zijn mede-arbeiders, verleidt of tracht te verleiden tot handelingen, strijdig met de wetten of de goede zeden;
7o. wanneer hij opzettelijk, of ondanks waarschuwing roekeloos des werkgevers eigendom beschadigt of aan ernstig gevaar blootstelt;
8o. wanneer hij opzettelijk, of ondanks waarschuwing roekeloos zichzelf of anderen aan ernstig gevaar blootstelt;
9o. wanneer hij bijzonderheden aangaande des werkgevers huishouding of bedrijf, die hij behoorde geheim te houden, bekend maakt;
10o. wanneer hij hardnekkig weigert te voldoen aan redelijke bevelen of opdrachten, hem door of namens de werkgever verstrekt;
11o. wanneer hij op andere wijze grovelijk de plichten veronachtzaamt welke de arbeidsovereenkomst hem oplegt;
12o. wanneer hij door opzet of roekeloosheid buiten staat geraakt de bedongen arbeid te verrichten.
Bedingen, waardoor aan de werkgever de beslissing zou worden overgelaten, of er een dringende reden aanwezig is, zijn nietig.
B. voor de arbeider:
Voor de arbeider worden als dringende redenen beschouwd zodanige omstandigheden, welke tengevolge hebben, dat van de arbeider redelijkerwijze niet kan worden gevergd de dienstbetrekking te laten voortduren.
Dringende redenen zullen onder andere aanwezig geacht kunnen worden:
1o. wanneer de werkgever de arbeider, diens familieleden of huisgenoten mishandelt, grovelijk beledigt of op ernstige wijze bedreigt, of gedoogt dat dergelijke handelingen door een van zijn huisgenoten of ondergeschikten worden gepleegd;
2o. wanneer hij de arbeider, diens familieleden of huisgenoten verleidt of
| |
| |
tracht te verleiden tot handelingen strijdig met de wetten of de goede zeden, of gedoogt, dat dergelijke verleiding of poging tot verleiding door een van zijn huisgenoten of ondergeschikten worden gepleegd;
3o. wanneer hij het loon niet op de bepaalde tijd voldoet;
4o. wanneer hij, waar kost en inwoning bedongen zijn, niet op behoorlijke wijze daarin voorziet;
5o. wanneer hij de arbeider, wiens loon afhankelijk van de uitkomsten van de te verrichten arbeid is vastgesteld, geen voldoende arbeid verschaft;
6o. wanneer hij de arbeider, wiens loon afhankelijk van de uitkomsten van de te verrichten arbeid is vastgesteld, de bedongen hulp niet of niet in behoorlijke mate verschaft;
7o. wanneer hij op andere wijze grovelijk de plichten veronachtzaamt, welke de arbeidsovereenkomst hem oplegt;
8o. wanneer hij, zonder dat de aard der dienstbetrekking dit medebrengt, de arbeider, niettegenstaande diens weigering, gelast arbeid in het bedrijf van een andere werkgever te verrichten;
9o. wanneer de voortduring der dienstbetrekking voor de arbeider zoude verbonden zijn met ernstige gevaren voor leven, gezondheid, zedelijkheid of goede naam, welke niet blijkbaar waren ten tijde van het sluiten der arbeidsovereenkomst;
10o. wanneer de arbeider door ziekte of andere oorzaken zonder zijn toedoen buiten staat geraakt de bedongen arbeid te verrichten.
Bedingen, waardoor aan de arbeider de beslissing zou worden overgelaten, of er een dringende reden aanwezig is, zijn nietig.
Het Arbeidscontract bevat nog bepalingen met betrekking tot:
de aanneming van werk, zijnde dit de overeenkomst waarbij de ene partij, de aannemer, zich verbindt voor de andere partij, de aanbesteder, tegen een bepaalde prijs een bepaald werk tot stand te brengen;
de overeenkomst die de kenmerken bevat van een arbeidsovereenkomst en van een andere soort van overeenkomst;
de handelingsbevoegdheid, inzake de arbeidsovereenkomst, van de gehuwde vrouw, van de minderjarige en diens wettelijke vertegenwoordiger;
het loon dat op andere wijze dan naar tijdsruimte is vastgesteld;
de voldoening van het loon;
de vrijstelling van zegel- en andere kosten op stukken betreffende de arbeidsovereenkomst en ter uitvoering daarvan. |
|