E. |
Het entrepôtrecht bedraagt per etmaal of gedeelte daarvan: |
|
1. |
per vat, inhoudende onverpakte natte waren: |
|
a. |
van 125 Liters inhoudsruimte of minder |
1½ cents; |
b. |
van meer dan 125 Liters inhoudsruimte per 125 Liters of gedeelte daarvan |
1 cents; |
2. |
voor alle andere voorwerpen: per 1/10 kubieken meter of gedeelte daarvan |
⅖ cent; |
|
Bij de toepassing van dit tarief wordt het bij de eindafreking te betalen bedrag naar boven afgerond tot heele centen. |
|
Voor de hier bedoelde heffingen is voor elke partij ten minste een bedrag van tien cents verschuldigd.
Indien van eene partij slechts een gedeelte gewogen en naar de uitkomst daarvan het gewicht der geheele partij berekend is, wordt de berekening van het weegloon, de geheele partij als gewogen beschouwd.
De loonen, bedoeld onder A, B en C worden verdubbeld, indien de verrichtingen geschieden buiten den gewonen diensttijd voor de ambtenaren der belastingen vastgesteld.
Voor verrichtingen buiten de standplaats worden voor de heen- en voor de terugreis aan elken daarmede belasten ambtenaar de betaalde reiskosten teruggegeven en verblijfkosten vergoed volgens het geldende tarief, tenzij tot het vervoer van de ambtenaren door belanghebbenden een behoorlijk vervoermiddel wordt beschikbaar gesteld, in welk geval alleen verblijfkosten worden vergoed.
Het Gouvernement noch zijne ambtenaren zijn verantwoordelijk voor verlies, bederf of schade van de opgeslagen goederen, tenzij in geval van bewezen slordigheid of schuld der ambtenaren.
Ter berekening van zooveel noodig van den kubieken inhoud van opgeslagen of geëntreposeerde voorwerpen wordt als grondvlak in aanmerking genomen de oppervlakte, welke door de plaatsing dier voorwerpen wordt ingenomen of voor de plaatsing van eenig ander voorwerp niet meer kan dienen.
De heffing vangt aan met ingang van den dag, volgende op dien van den opslag of van de entrepotoseering.
Voor weging en roeiing en voor andere niet afzonderlijk genoemde verrichtingen buiten de overeenkomstig art. 1 aangewezen plaatsen worden de vereischte werktuigen door den belanghebbenden verschaft.
In afwijking van dezen regel kunnen kleinere werktuigen van den belastingdienst hiervoor door den bij art.