De Vraagbaak. Almanak voor Suriname 1918
(1917)– [tijdschrift] Surinaamsche Almanak– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMalaria.Tegen malaria beschermt men zich het best door zich te vrijwaren van muskietensteken. | ||||||||||||
[pagina 257]
| ||||||||||||
Dit bereikt men 1o door het dragen van hoog aan de enkels sluitende schoenen vooral des avonds, 2o 's avonds nooit zg. ongekleed zitten, tenzij in een maskieten-vrije kamer of tent, 3o slapen onder een muskietenkleed. Allereerst kieze men zich een bed uit, dat niet te smal en niet te kort is. Heeft men in het bed geen ruimte genoeg, dan komt men bij het slapen met 't lichaam tegen het kleed aan en wordt dan door de mazen heen gestoken. Men moet verder op een matras slapen om de slippen van het kleed goed onder deze matras te brengen. Het kleed brengt mea niet buiten, maar binnen de stijlen aan. Verder moet het kleed lang genoeg wezen, om onder de matras gestoken te kunnen worden en er moet een strook weefsel van voldoende stevigheid (bijvoorbeeld dik katoen) zóó zijn aangebracht, dat wanneer het kleed onder de matras gestopt is er een reep van minstens 3 handbreedten dezer stof boven de matras uitsteekt. Deze strook beschut dan tegen de steken van muskieten, als men gedurende den slaap met een lichaamsdeel tegen het kleed mocht aankomen. Beter is het gebruik van een kleed, dat den vorm heeft van een geheel gesloten zak, dat binnen de stijlen is aangebracht, waarin zich de matras bevindt en waarin men toegang heeft door een trechter. Aan de opening dezer trechter bevindt zich een snoerdraad, waarmee, nadat men in het bed is gestapt, de trechter-opening wordt dichtgesnoerd en deze in zijn geheel onder de matras wordt verstopt. - De arbeiders in het bosch gebruiken in den regel een kleed van calico (gedrukt katoen), in den vorm van een zak. Waar in de bosschen de nachten, doorgebracht in open kampen, koud zijn, in deze stof tevens een beschutting tegen de koude. De zak is aan den bovenkant dichtgenaaid en van lusjes voorzien. Aan weerzijden van den bovenkant worden mouwen aangebracht waardoor de hangmat gestoken wordt. Door de lusjes wordt een touwtje geregen dat aan dezelfde plaatsen als de touwen van den hangmat wordt vastgemaakt. Dit touwtje houdt het kleed op, 't welk zoo lang moet zijn dat een stuk van den rand op den grond ligt en dus van onder geen muskieten kunnen binnen dringen. Natuurlijk worden ook de mouwen van het kleed om het touw van den hangmat goed toegebonden opdat muskieten daardoor evenmin kunnen doordringen. | ||||||||||||
[pagina 258]
| ||||||||||||
In gevallen van snelle verplaatsing b.v. op expedities en prospecties - waarbij men niet met een muskietenvrije tent kan sjouwen - is deze inrichting de meest gewenschte.
Volgens den arts Flu is het zeer raadzaam in de binnenlanden een chinineprophylaxis (voorbehoeding door chininegebruik) te volgen naar het voorschrift van Hans Ziemann, volgens welke methode men om de vier dagen 's avonds een gram chinine neemt. Aanbeveling verdient het de chinine niet in eens. maar over 5 capsules elk van 200 m. gr. te nemen, daar men, volgens dit voorschrift de chinine gebruikend, nog het minste merkt van de nevenwerking. Vooral als men begint met de capsules om 5 uur 's namiddags te nemen en om het uur een capsule neemt, heeft men na 9 uur de laatste capsule genomen en merkt men den volgenden ochtend van de nevenwerking niets, hoogstens een zeer lichte oorsuizing. De chininedagen moeten in een kalender worden aangeven. Hij, die zijn kalender niet wil raadplegen, neme de chinine op elken eersten dag van de maand en verder op alle data die door 4 deelbaar zijn, dus op 4, 8 12 16 etc. Bij een aanval van malaria welke aangenomen kan worden bij elke koorts, die met een koude rilling begint en zeer hoog gaat (40o) en na enkele dagen weer overgaat, maar op ongeveer vaste tijden terugkeert, geeft Flu de volgende behandeling: Afgezien er van of de patiënt koortst of niet, neme hij dagelijks een gram chinine, verdeeld over 5 capsules elk van 200 m. gr. Elk uur een capsule. Is de patiënt koortsvrij dan neme hij drie dagen na het dalen der lichaamstemperatuur 1 gram chinine per dag. Hierna is de behandeling die gevolgd wordt de volgende:
Men is nu weer gekomen tot het nemen van chinine om de 4 dagen volgens Zemann, waarmede men dan nog 6 weken á 3 maanden moet voortgaan. | ||||||||||||
[pagina 259]
| ||||||||||||
Het gemakkelijkste is de chinine in den vorm van tabletten - in elke apotheek te bekomen - mee te nemen naar het bosch. De tabletten zijn te verkrijgen in gewichten van 500 en 250 m. gr. Inplaats van 5 keer 200 m. gr. neme men dan 4 × 250 m. gr. per dag. | ||||||||||||
Abces.Een Priesnitz verband (zie aldaar) brengt een abces tot doorbreken. | ||||||||||||
Brandwonden.Men onderscheidt 3 graden van verbranding.
ad. 1 m. Omwikkelen met kalkwater-kompressen of wel kompressen met eau de cologne of ook wel met vloeipapier in spiritus gedrenkt. Een stuk soda uit de keuken over de roode plek gewreven, neemt dadelijk de pijn weg. Koudwaterdoeken vermeerderen in den regel de pijn. ad. 2m. Men bedekke de brandlaar met stroop, vet, boter, vaseline, boorzalf, olie, (lampolie, slaolie, lijnolie, castorolie) en trachtte de blaar te behouden (dus niet doorknippen). ad. 3m. Men wikkelde in kompressen met koud water, of warme pappen, waarop men 20-40 droppels laudanum heeft gegoten. Flink in watten wikkelen. Als de kleeren in brand staan, rolle men den persoon in deken of jas op den grond om de vlammen te verstikken, en overgiete hem daarna met veel water. De kleeren worden losgeknipt, niet trekken; wat aan de verbrande huid vastkleeft laat men voorloopig zitten. Bij dorst geve men een warmen opwekkenden drank (thee, grog). Bij erge gevallen geve men warme baden en een inspuiting in de aderen met warme zoutoplossing. Bij verbranding door zuren, gebruike men veel zeep of kalkwater, beter nog een brij van magnesia. Bij kleine brandwondjes (bijv. door steen- of houtskool veroorzaakt) legge men kalk of soda op de wond. | ||||||||||||
Buikpijn.Men legge een warme pap op den buik en geve inwendig 1-2 dr. pepermuntolie met wat Eau des Carmes | ||||||||||||
[pagina 260]
| ||||||||||||
(Spirtus aromaticus) en een theelepeltje bicarbonas natricus (soda), alles te zamen met wat suiker in een glas water. | ||||||||||||
Cataract.Beginnende cataract wordt vaak verholpen door de oogen te baden in honigwater. | ||||||||||||
Dysenterie.Beginnende Dysenterie kan men nog stoppen door Aluinwater. Los een mespunt aluin in een likeurglaasje op en drink het in eens uit. Na driemalig gebruik is de ziekte waarschijnlijk genezen. Ook zwavelijzeroxijdwater wordt aanbevolen. Men late een stuk zwavel over een gloeiend gemaakt stuk ijzer in een kom met water druppelen. Van dit water drinkt men elk uur een eetlepel. Een stukje Waikarabast op spiritus (jenever, dram, cognac) getrokken, in een likeurglaasje 3 maal 's daags genomen, geeft ook baat. | ||||||||||||
Drenkelingen.Men verwijdere onmiddellijk alle kleedingstukken van borst en hals, late het water uit keel en mond wegloopen bevrijde den neus van slijk, opene den mond en trekke de tong naar voren, steke den vinger in de keel om daar aanwezig slijk te verwijderen en zoodoende de lucht vrijen toegang tot de luchtbuis te verschaffen. Het geheele lijf wrijve men flink met warme wollen of flanellen doeken. Den drenkeling legge men op zijn rug, een weinig op de rechterzijde, de voeten iets hooger. Onder het hoofd en de schouders legge men samengerolde kleeren. Daarna neme men de ellebogen en voere die boven het hoofd van den lijder en terug naar de borst. Deze bewegingen worden zonder veel tijd te verliezen begonnen en 15 keer in de minuut herhaald, totdat de patiënt begint te ademen. Eene andere wijze om de ademhaling kunstmatig op te wekken is als volgt: Men neemt de tong tusschen duim en vingers (met een doekje, om het afglijden te voorkomen) en trekke dan sterk, maar voorzichtig naar voren. Daarna late men ze langzaam teruggaan. Dit trekken geschiede ook 15 maal in de minuut). Prikkel de keel- en neusholte met een veer, in brandewijn gedoopt. Geef den moed niet op, al duurt het uren voor 't gaat helpen. Als de zelfstandige ademhaling weder blijvend is ingetreden, wordt de drenkeling naar bed gebracht en met wollen dekens toegedekt, met een warme kruik aan de voeten. Vooraf | ||||||||||||
[pagina 261]
| ||||||||||||
kan men hem, zoodra hij slikken kan, wat warme cognac' grog of koffie geven (theelepelsgewijze). | ||||||||||||
Flauwte.Men verwijdere alle enge kleedingstukken, legge den patiënt op den rug en zorge dat het hoofd lager ligt, wanneer het gezicht bleek is. Is het gelaat echter rood, dan moet het hoofd hooger gelegd worden. Gaat de patiënt braken, dan legge men het hoofd op zijde, opdat het braaksel niet in de longen vloeie. Haalt de zieke geen adem, dan trachte men dien op te wekken. (zie: Drenkelingen). Ook is het aan te bevelen de slapen met azijn en koudwater te wasschen en onder den neus aether of ammonia te houden. Kan de zieke slikken, dan geve men hem 10-30 Hoffman's droppels (Aether cum spiritu) op een stukje suiker met wat water, of een slokje cognac, whisky of brandewijn. | ||||||||||||
Hoest.Voor hoest is borstthee uitstekend. Neem 5 á 8 gram (de helft van wat men voor 5 cent in de apotheek krijgt). Giet een chocoladekop met kokende melk erover en laat staan tot de melk koud is. De thee door een zeef doen en met of zonder suiker gebruiken. Deze hoeveelheid is voor een volwassene. | ||||||||||||
Keelpijn.2 suikerlepels aluin op een glas water als gorgeldrank. Ook chloras kalicus oplossing (3 gr. op 300 water) of een Priesnitzverband. | ||||||||||||
Maagkramp.Men wrijve de maagstreek met dram, jenever of eau de cologne. Men late den patiënt lauwwarme melk drinken | ||||||||||||
Priesnitz of Waterverband.Neem een katoenen of linnen lap, doop die in koel water en wring dan uit. Leg de lap op of om het te verbinden lichaamsdeel en daaromheen een droge lap van dezelfde stof; omwikkel ten slotte met wollen of flanellen zwachtels. Men kan ook, inplaats van wol of flanel, het onderverband bedekken met gummipapier en met gazen verbandzwachtels vastbinden. In geval men een abces tot doorbreken wil brengen, is dit laatste verband noodzakelijk. | ||||||||||||
[pagina 262]
| ||||||||||||
Bij rheumatiek, keelpijn, pijn op de borst, kouvattingen, bewijst een Priesnitzverband uitstekenden dienst. | ||||||||||||
Stuipen.Men geve het kind een lauwwarm bad en begiete het hoofd met koud water. Dan zorge men voor ontlasting door b.v. een veertje met wat olie bestreken in den anus te steken en daarin te houden tot ontlasting komt. | ||||||||||||
Slangenbeten.Verreweg de meeste Surinaamsche slangen zijn niet giftig en hun ‘beet’ zal dan ook genezen zonder aanwending van geneesmiddelen. Indien echter de zekerheid aanwezig is, dat de slang, die den beet toebracht, tot een vergiftigde soort behoorde, volge men zoo spoedig mogelijk de volgende behandeling, en late geen tijd verloren gaan met inlansche medicijn. Men geve een vrij diepe kruissnede op de plaats der wond, en laat wat bloeden, daarna bindt men het lichaamsdeel boven de wond af, maar niet al te stevig. Nu wassche men de wond flink uit met eene versch bereide chloorkalk-oplossing van 2%, make den band los, en geeft rondom de beet 8-10 injecties met leen Pravez-spuitje, telkens van 1 c. M3. der zelfde chloorkalkoplossing. Geschiedt deze behandeling binnen ½ uur na het toebrengen van den beet, dan is zij werkzaam tegen het venijn van alle giftslangen. Men gebruike goede chloorkalk (chloorcalicum is geheel iets anders!), die sterk naar chloor riekt. Heeft men dit artikel niet bij de hand, dan volgt men deze behandeling; afbinden, verwijden van de wond door eene insnijding, en krachtig inwrijven met kaluimpermanganaat (in substantie) met het water bevochtigd. Uitbranden van slangebeten met carbol, ammonia enz. of zelfs met gloeiend ijzer helpt niet zeker. Het uitzuigen helpt soms wel, doch is niet zonder gevaar, daar men een wondje in den mond kan hebben; wordt dit middel toegepast dan spoele men den mond uit met sterke thee en beter nog dan carbolwater (20% - niet inslikken!) Het uitzuigen geschiede, als dit mogelijk is, het best door den gewonde zelf. Als geen andere hulp bij de hand is, drinke men zich een roes van sterken drank (jenever, cognac, whisky). | ||||||||||||
Vergiftiging.Bij vergiftiging door zuren, geve men onmiddelijk in groote hoeveelheid koolzure soda-oplossing, kalkwater, | ||||||||||||
[pagina 263]
| ||||||||||||
zeepwater of magnesia, later slijmige dranken en melk. Bij vergiftiging door alkaliën (soda en potasch) geve men veel suikerwater met citroensap of azijnwater te drinken, vooral geen braakmiddel. Bij kalk handele men evenzoo: is er bijtende kalk in het oog, dan olie indruppelen.) Bij metaal-giften late men braken. In het geval, dat arsenicum in de maag is geraakt, trachtte men allereerst braking op te wekken door kitteling van de keel en door ipecacuanhapoeder, (om de 5 minuten 1 gram, 2 à 3 maal achtereen) of elk ander brandmiddel men bij de hand heeft. Tevens geve men, ter verzachting van de plaatselijk bijtende werking van het vergif, eiwit of meel met water, of melk, zoo die voorhanden is. Heeft men het antidotum arsenici der pharmocopea niet bij de hand, dan geve men alle 5 minuten 1-2 eetlepels gebrande magnesia met water, nl. 1 op 5. Daarna een goede dosis castorolie en voortdurend verzachtende middelen, desnoods met kleine hoeveelheden opium, en koude compressen op de maagstreek. Inpecacuanha, eiwit, meel met water en magnesia gelden evenzeer indien corrosief sublimaat in de maag is gekomen. Het beste tegengif is ijzervijlsel met bloem van zwavel. De nabehandeling is als bij arsenicumvergiftiging. | ||||||||||||
Vreemde voorwerpen in het oor.Ga met het lijdende oor naar boven liggen, druppel met een theelepel lauw of warm water in het oor of spuit zulks naar binnen met een glazen spuitje. Is een insect in 't oor gekropen, dan dit eerst dooden met een watje met een druppel chroroform in 't oor te brengen. Na verwijdering steeds het oor drogen met een schoon watje. | ||||||||||||
Vreemde voorwerpen in het oog.Niet wrijven. Trek voorzichtig het onderste lid van den oogbol af. Ook het bovenste ooglid kan voorzichtig worden opgelicht om er onder te kijken. Tracht het voorwerp, zoo het zichtbaar is, met de punt van een schoonen doek weg te wisschen. Veeg daarbij steeds van den buitenste naar den binnenste hoek van het oog. Gaat het zoo niet, dan eerst een weinig cocaïne indruppelen. | ||||||||||||
Wonden.Men neme de meest mogelijke zorgen in acht, opdat alle voorwerpen, die met de wond in aanraking komen, zoo rein mogelijk zijn. Daardoor voorkomt men, dat de | ||||||||||||
[pagina 264]
| ||||||||||||
wond gaat etteren. Als desinfecteerend middel kan men gebruiken sublimaat (1 pastille van 1 gram op 1 liter water.) Aangezien sublimaat zwaar vergift is, zij men voorzichtig bij het gebruik. Daarmede wassche men de handen, reinige de nagels tangetjes. De wond-zelf wassche men met eene sublimaatoplossing van 1 op 5000, met goulardwater, met boorwater, - of met eene carboloplossing van 1 pCt. Met carbol zij men zeer zuinig op wonden, en gebruike het niet sterker dan 1%, voor omslagen 2%. Daarna plakke men een Eng. pleister op de wond, of legge een verband aan. Geen ijzerchloried ter bloedstelping gebruiken. Een voortreffelijk bloedstelpend middel op kleine wondjes is eene 2% oplossing in water van zoutzure chinine, of wel een watje met terpetijnolie gedrenkt. Ook aluin is als bloedstelpend middel geschikt, een suikerlepel op een kopje water of ook als strooipoeder op de wond. Is de bloeding aanzienlijk, dan houdt men het gewond lichaamsdeel in de hoogte en drukt zacht op de wond, met reine vingers, of met in ijswater gedoopten doek (geen lauw water). Ontwijkt slagaderlijk (lichtrood) bloed, dan den slagader dichtdrukken of het lid, hooger dan de wond, afbinden, met caoutchouc slang bijv. Wat er nog maar ‘aan een velletje’ bij hangt, moet men nooit verwijderen, daar ook in schijnbaar ongunstige omstandigheden genezing kan volgen. Het water, dat voor reiniging van wonden dient, moet zooveel mogelijk zijn: afgekoeld gekookt water. Voor eenvoudige wonden, hetzij gesneden of gekneusd, is de dehandeling zeer aan te raden met verbandgaas in Perubalsem gedrenkt. | ||||||||||||
Zonnesteek.Men brenge den patient op een koele plaats, verwijdere alle nauwe kleedingstukken, legge het hoofd hooger, wassche het hoofd en de borst met koud water, en zoo hij nog slikken kan, late men hem ook koud water drinken. Helpt dit niet, dan wrijve men het geheele lichaam met koude natte doeken en horstele de voetzolen, en zijn ook deze middelen zonder gevolg, dan passe men de kunstmatige ademhaling toe als bij Drenkelingen. Geen spiritus toedienen! | ||||||||||||
Verhouding der geneesmiddelen naar den leeftijd.Van 15 tot 60 jaar de volle hoeveelheid, daar beneden en daar boven kleiner dosis. | ||||||||||||
[pagina 265]
| ||||||||||||
|
|