| |
| |
| |
Tarief van werktaken en loonen zooals dat thans in het praktische leven plaats vindt (met medewerking van vele deskundigen samengesteld).
Op alle plantages en gronden.
a. | Onderbosschen in staandbosch of oude cappewerie per akker f 2.40 à f 3.60. |
b. | Vellen van jonge cappewerie, lakken en op 100 leggen inbegrepen, per akker f 9.00 à f 15.00.
Vellen van cappewerie. zwaar hout of zoogenaamd maagdebosch, lakken en op roo leggen inbegrepen, per akker f 1500 à f 30.00. |
d. | Vellen en op roo leggen van brantimakka, 1000 à 1500 vierk. vt. f 0.60. |
e. | Delven in maagdelijk land of land dat geruimen tijd buiten cultuur is geweest, 180-240 kub. voet f 0.60.
Doch voor den eersten schop minder, voor zoover de droogte of den aard van het land dit vereischt.
Den grond te werpen op behoorlijken afstand, maar gelang van de breedte en diepte.
Tot uitroeiing van boomstompen wordt afzonderlijk werkvolk gebezigd, dagwerk f 0.60. |
f. | Opdelven van trekkers en trenzen in land, dat slechts korten tijd buiten cultuur is geweest, 180-240 kub. voet f 0.60.
Den grond te werpen op behoorlijken afstand, naar gelang van de breedte en de diepte. |
g. | Ophalen van bestaande trekkers en trenzen, 240-330 kub. voet f 0.60.
Den grond te werpen op behoorlijken afstand naar gelang van de breedte en diepte. |
h. | Kantsteken, 180-240 kub. voet f 0.60. |
i. | Uitmodderen: van stijve modder, 300-360 kub. vt. f 0.60; van vloeibare modder, dagwerk f 0.80. |
k. | Achteruitwerken van den grond tot minstens 10 voet afstands van de plaats, waar de grond ligt, 300-360 kub. vt. f 0.60. |
l. | Omvorken van den grond ter diepte van 9 á 12 duim. 720 à 1200 vierk. vt. f 0,60. |
m. | Omslaan van den grond met de tjap, ter diepte van 3 à 5 duim, 900 à 1000 vierk. voet f 0.60. |
n. | Wieden van Savannen, 4000 à 6000 vierk. vt. f 0.60. |
o. | Wieden bij huis, 3000 à 4800 vierk. voet f 0.60. |
p. | Wieden van niet beplante dammen, het behoorlijk
|
| |
| |
| opruimen van het wied inbegrepen. 3600 à 4800 vierk. voet f 0.60 |
q. | Schoonmaken van loos- of vaartrenzen, 3300 à 8000 vierk. voet f 0.60. |
r. | Paragras snijden, te leveren op de sluis, 100 à 300 K.G. f 0.60. |
s. | Kappen van krakken voor den aanleg van plantsoenbedden, te leveren op de aangrenzende dammen de krakken van goed hout, ter lengte van 6 voet en ter dikte van minstens 4 duim, 15 à 20 rakken f 0.60. |
t. | Kappen van sparren, te leveren op de aangrenzende dammen, van 15 voet lengte, 30 sparren f 0.60 van 20 voet lengte, 20 sparren f 0.60, van 25 voet lengte, 15 sparren f 0.60 |
u. | Kappen van pinabladeren, te leveren op de aangrenzende dammen, 240-300 bladeren f 0.60 |
v. | Kappen van brandhout en stapelen in vamen van 5 bij 5 voet, het hout 3 voet lang, in geveld hout, per vaam f 0.80, in staand bosch: lo. goed doch niet te hard hout, per vaam f 1.00; 2o. hard hout, per vaam f 1.50 |
w. | Dienst op vaartuigen, het laden en lossen inbegrepen, per uur verrichte arbeid f 0,085.
Bij gedwongen verblijf zal de werkgever voor elken dag het te goed gemaakte loon tot minstens f 0.60 aanvullen. |
x. | Sluis- kostwachters, per man en per etmaal f 0.60, nachtwachters, per man en per nacht f 0.60. Huisbedienden en veehoeders, Mannen per etmaal f 0.60 en Vrouwen per etmaal f 0.40. |
| |
Op de Koffieplantages.
ij. | Werkzaamheden op de plantsoenbedden dagwerk f 0.60 |
z. | Vorken of tjappen van plantplekken, 1 voet diep, 6 voet in doorsnede, 25 à 40 gaten f 0.60 |
aa. | Planten of suppleeren, dagwerk f 0.70 à f 0.80 |
bb. | Rondwieden van koffieboomen, 6 voet in doorsnede, 120 à 160 boomen f 0.60. |
cc. | Wieden van koffievelden met den houwer, het schoonmaken der schaduwplanten en koffieboomen inbegrepen, per akker f 3.00 à f 5.40. |
dd. | Wieden van koffievelden met de tjap, het schoonmaken der schaduwplanten en koffieboomen inbegrepen, per akker f 3.60 à f 7.20. |
ee. | Rondtjappen van koffieboomen, ter diepte van 3 à 5
|
| |
| |
| duim, 6 voet in doorsnede, 30 à 45 boomen f 0.60. |
ff. | Zuiveren en snoeien van koffieboomen, dagwerk f 0.70 à f 0.80. |
gg. | Op stomp kappen van koffieboomen, dagwerk f 0.60 |
hh. | Plukken, Liberiakoffie, 60 à 100 K.G. f 0.60. Bij te geringe dracht der boomen of te veel wied in de velden, dagwerk f 0.60; Surinaamsche koffie, dagwerk f 0.60. |
ii. | Bereiding der koffie, dagwerk f 0.60 à f 0.80 |
kk. | Schaduwboomen opleiden of opsnoeien, dagwerk f 0.70 à f 80. |
| |
Op de Cacaoplantages.
ll. | Werkzaamheden op de plantsoenbedden dagwerk f0.60 |
mm. | Vorken of tjappen van plantplekken. 1 voet diep, 6 voet in doorsnede, 23 à 40 gaten f 0.60. |
nn. | planten of suppleeren, dagwerk f 0.80. |
oo. | Rondwieden van Cacaoboomen, 6 voet in doorsnede, 120 à 180 boomen f 0. 60. |
pp. | Wieden van Cacaovelden met den houwer, het schoonmaken van de schaduwplanten en cacaoboomen inbegrepen, per akker f 2.10 à f 5.40. |
qq. | Wieden van cacaovelden met de tjap, het schoonmaken van de schaduwplanten en cacaoboomen inbegrepen, per akker f 3.60 à f 7.20 |
rr. | Rondtjappen van cacaoboomen ter diepte van 3 à 5 duim, 6 voet in doorsnede, 30 à 45 f 0.60. |
ss. | Zuiveren en snoeien van cacaoboomen dagwerk f 0.80. |
tt. | Plukken, de cacao schoon te leveren, bij een grondvlak der tobbe van 20 bij 20 duim, per duim f 0.05 à f 0.25.
Bij geringe dracht der boomen, veel wied of veel bedorven noten, dagwerk f 0.60. |
uu. | Schaduwboomen opleiden of opsnoeien, dagwerk f 0.80. |
| |
Op de Bananen- en Bacovenplantages.
vv. |
Vorken of tjappen van plantplekken, 1 voet diep 6 voet in doorsnede 25 à 40 gaten f 0,60. |
ww. |
Uitsteken van plantsoenen en het uitdragen daarvan tot op een afstand niet verder dan 10 ketting, met vulling der gemaakte gaten, banannen, 120 à 150 plantsoenen f 0.60, bacoven, 90-120 plantsoenen f 0.60. |
xx. |
Aandragen of verspreiden van plantsoenen over een afstand van ten hoogste 10 ketting, banannen, 180-240 plantsoenen f 0,60, bacoven, 150-180 plantsoenen f 0,60 |
yy. |
Planten of suppleeren, dagwerk f 0,70 en f 0,80. |
| |
| |
zz. |
Rondwieden van bacoven- of banannenstoelen, 6 voet in doorsnede, 120 à 180 stoelen f 0,60. |
aaa. |
Wieden van bacoven- of banannenvelden met den houwer, het trassen der stoelen inbegrepen, per akker f 2,10 à f 7,20. |
bbb. |
Wieden van bacoven- of bananenvelden met de tjap, het trassen der stoelen inbegrepen, per akker f 3,60 à f 7,20. |
ccc. |
Rondtjappen van bacovenplanten, ter diepte van 3 à 5 duim, 6 voet in doorsnede, 30 à 45 planten f0,60. |
ddd. |
Kappen en naar huis transporteeren van banannen, 60 en 80 bossen f 0,60. |
|
Kappen en transporteeren tot in de rivierpont van bacoven, zonder opruimen der afgeoogste boomen, als uit een oppervlakte van 25 akkers geoogst worden |
|
25 tot 50 bossen, per 20 bossen |
f 0,60 |
|
50 tot 76 bossen, per 24 bossen |
0,60 |
|
75 tot 125 bossen, per 30 bossen |
0,60 |
|
meer dan 125 bossen, per 40 bossen |
0,60 |
|
beneden de 25 bos, dagwerk |
0,60 |
eee. |
Snoeien van bacoven, gaten vullen en afgeoogste stammen op stomp kappen, dagwerk f 0.70 à f 0.80. |
fff. |
Kappen van krakken tot ondersteuning van bacovenboomen, op de midden of grensdammen geleverd,
18 voet lang, 20 à 30 krakken f 0.60.
12 voet lang, 60 krakken f 60. |
| |
Op de Suikerplantages.
ggg. |
Lijnen van rietgaten, dagwerk f 0.60. |
hhh. |
Delven van rietgaten in maagdelijk land of land, dat geruimen tijd buiten cultuur geweest is, 180-240 kub. voet f 0.60
Tot uitroeiing van boomstompen wordt afzonderlijk werkvolk gebezigd, dagwerk f 0.60. |
iii. |
Delven van rietgaten in cappewerieland of land, dat slechts korten tijd buiten cultuur is geweest, 240-300 kub. voet f 0.60. |
kkk. |
Delven van rietgaten bij herplanting van oude rietvelden, 300-360 kub. voet f 0.60. |
lll. |
Vorken van den grond in rietgaten, ter diepte van 9 à 12 duim, met het fijn slaan der kluiten inbegrepen, 400 à 600 Kub. voet f 0.60. |
mmm. |
Kappen van toppen, dagwerk f 0.60. |
nnn. |
Uitdelven van stoelen, de stoelen te brengen op de dammen over een afstand niet grooter dan 5 ketting, 90-120 stoelen f 0.60. |
ooo. |
Vervoeren van riettoppen of stoelen, dagwerk f 0.60 |
| |
| |
ppp. |
Planten met toppen, de toppen te halen van de dammen over een afstand niet grooter dan 5 ketting, per akker f 3.00 à f 3.60. |
qqq. |
Planten met stoelen, de stoelen te halen van de dammen over een afstand niet grooter dan 5 ketting, 45-60 stoelen f 0.60. |
rrr. |
Suppleeren en met toppen of stoelen, dagwerk f 0.70 à f 80. |
sss. |
Wieden van jong riet met den houwer, het schoonmaken der stoelen inbegrepen per akker f 3.10 à f 3.40 |
ttt. |
Wieden met de tjap en grond geven, per akker f 4.80 à f 7.20. |
uuu. |
Trassen, per akker f 2.40 à f 3.60. |
vvv. |
Wieden met den houwer en trassen, per akker f 3.60 à f 5.40. |
www. |
Wieden met de tjap en trassen, per akker f 4.20 à f 6.00. |
xxx. |
Banken verwisselen, per akker f 3.60 à f 7.20. |
yyy. |
Uitdunnen in rietvelden, dagwerk f 0.70 à f 0.80. |
zzz. |
Schoonmaken van kleine trenzen in rietvelden, 10 à 20 ketting f 0.60. |
aaaa. |
Vorken van banken, ter diepte van 9 à 12 duim, het begraven van het tras in begrepen, 720 à 1200 vierk. voet f 0.60. |
bbbb. |
Mest uitstrooien, dagwerk f 0.60. |
cccc. |
Rietkappen, het riet te leveren in stukken van 4 tot 6 voet lengte, met uitdragen over een afstand van hoogstens 5 ketting, per ton van 1000 K.G. f 0.40 per vaam van 4 voet hoogte en 16 voet lengte f 0.80. |
dddd. |
Rietkappen, het riet te leveren in stukken van 4 tot 6 voet lengte, met toppen kappen en uitdragen over een afstand van hoogstens 6 ketting, per ton van 1000 K.G. f 0.50 à f 0.60, per vaam van 4 voet hoogte en 16 voet lengte f 1.00 à f 1.20. |
eeee. |
Riet laden in ponten, per ton van 1000 K.G. f 0.08 à f 0.10. |
ffff. |
Riet op wagens laden, per ton van 1000 K.G. f 0.15 à f 0.18. |
gggg. |
Vervoeren van riet, dagwerk f 0.60. |
hhhh. |
Riet pieken, dagwerk f 0.60. |
iiii. |
Tras branden, dagwerk f 0.60. |
kknk. |
Tras op roo halen en afdisselen van de rietstoelen naar gelang van te voren meer of minder of in het geheel niet gebrand is, per akker f 3.60 à f 6.00. |
llll. |
Alle arbeid in de fabriek, dagwerk f 0.60 à f 0.80. |
|
|