Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1847(1846)– [tijdschrift] Surinaamsche Almanak– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 168] [p. 168] Eindlijk. Eindlijk, eindlijk (welk geluk!) Zal de nood als rook verdwijnen; Eindlijk breekt het zondejuk; Eindlijk zal de heilzon schijnen; Eindlijk kiemt uit tranenzaad Vreugd; en heil uit ramp en smaad. Eindlijk pluk ik rozen af; Eindlijk ga ik uit dees wereld; Eindlijk is mijn pelgrimsstaf Door den Sionsdauw bepereld; Eindlijk kom 'k, doch slechts door kruis, Eeuwig, ja, voor eeuwig t'huis. Eindlijk ligt 't Egyptisch land Achter, Canân vóór mijn schreden; Eindlijk sta 'k op Tabors zand, Als de Olijfberg is betreden; Eindlijk komt een Jacob aan Dáár, waar Ezau nooit zal staan. Eindlijk!... Zielverkwikkend woord! Gij kunt alle leed vernieten! Als de kruisrots is doorboord, Laat zij eindlijk water vlieten. O, mijn ziel! vertroost u maar: Eindlijk, eindlijk komt voorwaar! H.T. Naar het Hoogduitsch van B. Schmolke. Vorige Volgende