Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1842



[pagina 177]
Analyse. Versmachtend En wachtend, Beglurend En turend, En kweekend En smeekend Of zuchtend In d' uchtend En lavend Aan d' avond; Belezend, Genezend, Bezielend En knielend, Ontwikklend En prikklend, Vergetend En zweetend, Zelfs schrander
[pagina 178]
Elkander Omhalzend En walsend, En dansend Of schransend, Al dartlend En spartlend, Begrijpend En knijpend, Zich hechtend En vlechtend, En floddrend En kloddrend, Onrustig En lustig, Luid schatrend En snatrend En fromlend Of schomlend, Zoet kussend En sussend, Ligt blozend En kozend, Verbleekend En sprekend, Speelmeijend En vleijend, Bekorend En hoorend;
[pagina 179]
En wakend, niet stakend, Maar hakend en kwakend, Of babblend en rabblend En knabblend of krabblend, Trekbekkend en Iekkend, Of gekkend ontdekkend, Of tierend en vierend, Versierend en zwierend, En springend en zingend, Of dringend bedwingend, Bekijkend ontwijkend, Bezwijkend en prijkend, Beginnend verzinnend, Verwinnend en minnend, Zacht bijgend en stijgend En zwijgend verkrijgend, Behagend en plagend Iets wagend en vragend, En bevend, schier zwevend weêrstrevend, Iets gevend, en klevend vergevend, En heelend, zacht kwelend of streelend, En stelend of spelend en deelend, Zoo gloeijend als bloeijend en stoeijend, En knoeijend, ja boeijend vermoeijend: Alzoo is der menschen genoeglijk gevrij, En zeilt men de rampen des levens voorbij. Aug. Stafford.