| |
| |
| |
Publicatie.
Houdende Bepalingen en Voorschriften, voortvloeijende uit, en in verband staande met het met 1o. Januarij, 1833, in te voerene Regerings-Reglement voor Suriname, en overbrenging van sommige takken van Administratie en van Commissiën op de daarin vermelde Authoriteiten en Ambtenaren.
IN NAAM DES KONINGS.
DE GOUVERNEUR-GENERAAL DER NEDERLANDSCHE WESTINDISCHE BEZITTINGEN.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, Salut! doet te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het, ter voorkoming van stilstand en botsing is den gang der openbare zaken, bij de introductie van het op den 4den dezer alhier gepubliceerde, en door Zijne Majesteit, bij Besluit van den 9den Augustus d.j., No. 89, gearresteerde Regerings-Reglement voor de Kolonie Suriname, noodzakelijk is, om eenige regulatiën daar te stellen, de strekking hebbende, om
| |
| |
zich bij voorraad, en in afwachting van nadere wetgevende bepalingen, van eenen geregelden en onbelemmerden loop der onderscheidene takken van het Openbaar Bestuur te verzekeren.
Hebben goedgevonden en verstaan te arresteren, hetgene volgt:
| |
Art. 1.
Van en met den 1sten Januarij, 1833, zullen, zoo dikwerf in de sedert 24 Julij, 1828 geëmaneerde Wetten of genomene Resolutiën voorkomen de woorden:
Algemeene Secretaris. |
Algemeene Secretarij. |
Hof van Civile en Criminele Justitie. |
Regtbank van Kleine Zaken. |
Griffier van de Regtbank van Kleine Zaken. |
Baljuw en Kommissaris van Policie. |
Hoofd-Bestuur. |
Gemeente-Bestuur. |
President van het Gemeente-Bestuur. |
Secretaris van het Gemeente-Bestuur. |
Contrôleur- Generaal. |
Boekhouder-Contrôleur. |
Algemeene Ontvanger. |
Gemeente-Ontvanger. |
dezelve moeten verwisseld worden met de woorden, in het volgende Artikel aangewezen.
| |
Art. 2.
Voor Algemeene Secretaris en Secretaris van het
|
| |
| |
Gemeente-Bestuur zal moeten gelezen worden: - Gouvernements-Secretaris. |
Voor Algemeene Secretarij: - Gouvernements-Secretarij. |
Voor Hof van Civile en Criminele Justitie: - het Geregtshof. |
Voor Regtbank van Kleine Zaken: - Commissie uit het Geregtshof tot de Kleine Zaken. |
Voor Griffier bij de Regtbank van Kleine Zaken: - Adjunct-Griffier bij het Geregtshof. |
Voor Baljuw en Kommissaris van Policie: - Procureur-Generaal. |
Voor Hoofd-Bestuur en Gemeente-Bestuur: - Gouvernement-Generaal. |
Voor Hooge Raad: - Gouvernement-Generaal. |
Voor President van het Gemeente-Bestuur: - Gouverneur-Generaal. |
Voor Contrôleur-Generaal en Boekhouder-Contrôleur: - Administrateur van Financiën. |
Voor Algemeene Ontvanger en Gemeente-Ontvanger: - Koloniale Ontvanger en Betaalmeester. |
| |
Art. 3.
De aangiften van geboorte en overlijden zullen, van en met den eersten Januarij, 1833, geschieden ter Gouvernements-Secretarij.
| |
Art. 4.
Het solemniseren der huwelijken (de aanteekening in ondertrouw daaronder begrepen) zal, van en met
| |
| |
den eersten Januarij, 1833, geschieden ten Gouvernementshuize.
| |
Art. 5.
De functiën der Commissie uit het Gemeente-Bestuur, tot de Zaken der Nieuwe Wees-, Kuratele en Onbeheerde Boedelskamer, zullen, van en met den eersten Januarij, 1833, worden opgedragen aan eene Commissie, bestaande uit den Gouvernements-Secretaris, als Voorzitter, en twee Leden uit het Geregtshof, waartoe voor het jaar 1833 gedesigneerd worden de Heeren Raden Mr. P. FIERS SMEDING en L. THYM; zullende deze Commissie door den Heer R. GOLLENSTEDE als Scriba worden geadsisteerd.
| |
Art. 6.
Van en met den eersten Januarij, 1833, zullen de functiën van den Raad-Kommissaris der Inlandsche Bevolking, voor zooverre die betrekking hebben tot de Slaven, Boschnegers en Indianen, worden waargenomen door den Gouvernements-Secretaris.
| |
Art. 7.
Het Presidium van het Collegium Medicum, van de Commissie tot de Melaatschheid, en van de Hoofd-Commissie tot het Gezondheids-Bestuur, tot dusverre waargenomen door den Raad-Kommissaris der Inlandsche Bevolking, zal, van en met den eersten Januarij des jaars 1833, worden overgebragt op den Gouvernements-Secretaris.
| |
Art. 8.
Het Presidium van de Sub-Commissiën van het
| |
| |
Gezondheids-Bestuur, tot dusverre gevoerd door een Lid van het Gemeente-Bestuur, zal, van en met den eersten Januarij, 1833, worden waargenomen door den eerstbenoemde der tot elke dier Sub-Commissiën behoorende ambtelooze burgers; zullende alzoo presideren in de Sub-Commissie van de Wijk La. A. de Heer JEAN LOUIS KARSSEBOOM.
Van de Wijk La. B. de Heer Mr. HENDRIK HEYLIDY.
Van de Wijk La. C. de Heer SAMUEL ABRAHAMS WITTERING.
Van de Wijk La. D., 1e. gedeelte, de Heer HENDRIK ANTHONIJ TIRION.
Van de Wijk La. D., 2e, gedeelte, de Heer THOMAS TRASK.
Wordende aan de aftredende Heeren Presidenten door den Gouverneur-Generaal deszelfs dank betuigd voor de ijverige waarneming derzelve functiën, en voor de diensten, daardoor aan de Kolonie bewezen.
| |
Art. 9.
De Hoofd-Commissie van het Gezondheids-Bestuur zal blijven te zamengesteld op den tegenwoordigen voet, met toevoeging van den Heer Mr. P. de KANTER, Procureur-Generaal, welke als Lid in dezelve Commissie zitting zal nemen, van en met den eersten Januarij, 1833.
| |
Art. 10.
Alle bij het Hof van Civile en Criminele Justitie, op den eersten Januarij, 1833, nog hangende zaken
| |
| |
zullen overgaan bij het Geregtshof, ten einde door hetzelve te worden afgedaan.
| |
Art. 11.
Alle bij de Regtbank van Kleine Zaken, op den eersten Januarij, 1833, nog hangende zaken zullen te gelijken einde overgaan bij de Commissie uit het Geregtshof tot de Kleine Zaken, waartoe voor het jaar 1833 gedesigneerd worden de Heer Mr. H.R. HAYUNGA, als President, en de Raden F.P. PENARD en J.D. de MEINERTZHAGEN, geadsisteerd door den Adjunct-Griffier van het Geregtshof, den Heer J.B.L. TEN BEHM WENTHOLT.
| |
Art. 12.
Van en met den eersten Januarij, 1833, zal voor den Procureur-Generaal de noodzakelijkheid vervallen, om bij de Civile Teregtzittingen van het Geregtshof te adsisteren, en zoo als sedert de invoering van het alsnog vigerende Regerings-Reglement heeft plaats gevonden, in sommige Civile zaken conclusie te nemen; zullende misdien het Geregtshof in dezelve zaken mogen uitspraak doen, zonder dat zoodanige conclusiën genomen zijn.
| |
Art. 13.
Vonnissen in Criminele zaken zullen echter niet mogen worden uitgesproken, dan ten overstaan van den Procureur-Generaal.
| |
Art. 14.
Het Geregtshof zal, even als zulks, bij Art. 45 van het nog vigerende Regerings-Reglement, aan het
| |
| |
Hof van Civile en Criminele Justitie is toegekend, in alle strafzaken bij Arrest regt spreken, voor zooverre niet, volgens de bestaande Wetten, het Appèl in Criminele gedingen is toegelaten.
| |
Art. 15.
De Raden uit het Geregtshof, welke ter waarneming der onderscheidene rollen beurtelings worden gecommitteerd, zullen tevens belast zijn met de zaken der transporten en hypotheken.
| |
Art. 16.
Ten aanzien van het Appèl der vonnissen, bij het Geregtshof ter Eerster Instantie gewezen, zullen, van en met den eersten Januarij, 1833, wederom van kracht zijn dezelfde Regtsvormen, als welke daaromtrent in de Kolonie Suriname zijn in acht genomen, vóór de uitvaardiging van het alsnog vigerende Reglement op het beleid der Regering in de Nederlandsche Westindische Bezittingen.
| |
Art. 17.
Het, bij Besluit van Zijne Excellentie den Kommissaris-Generaal voor de Nederlandsche Westindische Bezittingen, dd. 21 Julij, 1828, No. 222, gearresteerde Reglement voor de Regtbank van Kleine Zaken zal verpligtend zijn voor de Commissie uit het Geregtshof tot de Kleine Zaken, voor zooverre in het nieuw gearresteerde Regerings-Reglement voor de Kolonie Suriname geene bepalingen voorkomen, welke daarmede strijdig zijn, alsmede met opheffing van Art. 93 van hetzelve Reglement, te dien effecte,
| |
| |
dat, van en met den eersten Januarij, 1833, de bij dat Artikel boven het Zegel vermelde sommen niet meer zullen behoeven gestort te worden.
| |
Art. 18.
Van en met den eersten Jauuarij, 1833, zal de Exploicteur en diens Substituten, ter requisitie van den Administrateur der Financiën, en met inachtneming van de vormen, dienaangaande voorgeschreven in de Publicatie van Gouverneur-Generaal in Rade, dd. 28 November / 15 December, 1828 (Gouvernements-Blad, No. 25), belast zijn met de vervolging der nalatige Belastingschuldigen.
De Exploicteur en diens Substituten zullen te dezer zake de twee percent genieten, welke bij het Tarief, gearresteerd bij Publicatie van Gouverneur-Generaal in Rade, dd. 23/30 December, 1828 (Gouvernements-Blad, No. 29), aan den Kommissaris van Policie waren toegekend.
| |
Art. 19.
Al de overige, bij hetzelve Tarief aan den Kommissaris van Policie toegekende, emolumenten zullen, van en met den eersten Januarij des jaars 1833, door den Procureur-Generaal worden genoten.
| |
Art. 20.
De, volgens het evengemelde Tarief bij het Hof van Civile en Criminele Justitie, zoo in Civile als in Criminele zaken, gepercipiëerd wordende leges zullen, van en met den eersten Januarij, 1833, worden aangemerkt als emolumenten.
| |
| |
| |
Art. 21.
De emolumenten, volgens evengemelde Tarief ter Secretarij van het Gemeente-Bestuur gepercipiëerd wordende, zullen, naar gelang van het onderwerp, waartoe zij betrekking hebben, van en met den eersten Januarij des jaars 1833, worden ontvangen, hetzij ter Gouvernements-Secretarij, hetzij ter Griffie van het Geregtshof.
Hetzelfde zal ook het geval zijn met de ter Secretarij van het Gemeente-Bestuur gepercipiëerd wordende leges, doch zullen dezelve zoowel als alle andere sommen, welke volgens hetzelve Tarief thans ter Algemeene Secretarij onder den naam van leges worden ontvangen, van en met den eersten Januarij, 1833, als emolumenten worden aangemerkt.
| |
Art. 22.
De leges, welke volgens het Tarief, gearresteerd bij Publicatie van Gouverneur-Generaal in Rade, dd. 23/30 December, 1828 (Gouvernements-Blad, No. 29), ten Kantore van den Exploicteur worden gepercipiëerd, zullen, van en met den eersten Januarij, 1833, worden aangemerkt als emolumenten.
| |
Art. 23.
De rang en de titulature der Ambtenaren, welke op den eersten Januarij, 1833 in functie zullen treden, zal bij een nader Besluit worden geregeld. - Voorloopig wordt ten aanzien van het costuum bepaald, dat de Leden van den Kolonialen Raad (de Gouvernements-Secretaris, de Procureur-Generaal en
| |
| |
de Administrateur van Financiën onder dezelve begrepen) zullen gekleed zijn in eenen rooden rok met wit ondergoed, en den daartoe behoorenden hoed en degen; en dat de Leden van het Geregtshof hetzelfde costuum zullen dragen als de Leden van het Hof van Civile en Criminele Justitie; - terwijl de overige Ambtenaren van het dragen van een bepaald costuum worden ontslagen, voor zooverre bij bijzondere Instructiën daaromtrent niet het tegendeel mogte worden vastgesteld.
En opdat niemand hiervan eenige onwetendheid voorwende, zal deze in het Gouvernements-Blad worden geïnsereerd en afgekondigd, waar zulks gebruikelijk is te doen.
Aldus gedaan en gearresteerd aan Paramaribo, den 6den December des jaars 1832, van Zijner Majesteits Regering het twintigste.
E.L. van HEECKEREN.
Ter Ordonnantie van Zijne Excellentie,
De Algemeene Secretaris,
G.A. van der MEE.
Gepubliceerd aan Paramaribo, den 8sten daaraanvolgende.
De Algemeene Secretaris,
G.A. van der MEE.
|
|