| |
| |
| |
Publicatie.
In naam des konings.
De Gouverneur-Generaal van de Nederlandsche Westindische Bezittingen.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:
Naardemaal Wij ontvangen hebben twee Besluiten van Zijne Excellentie den Heere Commissaris-Generaal van Zijne Majesteit voor de Westindische Bezittingen, beide dd. 21 Julij dezes jaars, No. 222 en 223, van den navolgenden inhoud:
| |
In naam des konings.
Wij JOHANNES van den BOSCH, Generaal-Majoor, Ridder van de derde klasse der Militaire Willems-Orde, Commissaris-Generaal van Z.M. voor de Westindische Bezittingen.
Al degenen, die deze zullen zien of hooren lezen, Salut! doen te weten:
| |
| |
| |
Art. 1.
Dat Wij hebben goedgevonden en verstaan, onder nadere goedkeuring van Zijne Majesteit, de hier nagenoemde Reglementen en Instructiën voor de Nederlandsche Westindische Koloniën te arresteren, gelijk geschiedt bij deze:
Reglement op het Beleid der Regering van de Nederlandsche Westindische Bezittingen.
Reglement voor de Regtbank van bleine zaken in de Nederlandsche Westindische Bezittingen.
Reglement op het Beleid der Regering, het Justitie wezen, den Handel en de Scheepvaart voor de Kolonie Suriname.
Instructie voor het Gemeente-Bestuur der Kolonie Suriname.
| |
Art. 2.
Met den 1en Augustus aanstaande zal het thans in werking zijnde Reglement, op het Beleid der Regering, het Justitie-wezen, den Handel en de Scheepvaart voor de Kolonie Suriname ophouden van kracht te zijn, en vervangen worden door de Reglementen in het vorige artikel genoemd.
Zijne Excellentie de Heer Gouverneur-Generaal van de gezamenlijke Nederlandsche Westindische Bezittingen wordt belast met de uitvoering dezer.
Aldus gedaan te Paramaribo den 21 Julij 1828.
(Get.) J. van den BOSCH.
Ter Ordonnantie van Zijne Excellentie,
De Secretaris van het Commissariaat-Generaal,
(Get.) J. Jabot.
| |
| |
| |
In naam des konings.
Wij JOHANNES van den BOSCH, Generaal-Majoor, Ridder van de derde klasse der Militaire Willems-Orde, Commissaris-Generaal van Z.M. voor de Westindische Bezittingen.
Al degenen, die deze zullen zien of hooren lezen, Salut! doen te weten:
Dat het Ons noodig geschenen heeft, ter verzekering van den geregelden gang van het Bestuur over de Westindische Bezittingen in het algemeen, en van de Kolonie van Suriname in het bijzonder, voorloopig te benoemen de Leden, die ad-interim zullen uitmaken den Hoogen Raad, het Hof van Civiele en Crimineele Justitie, het Gemeente-Bestuur der Kolonie van Suriname, benevens de Regtbank van kleine Zaken, in afwachting der finale introductie der nieuwe orde van zaken, welke op den 1en Januarij 1829 zal plaats hebben.
Dat het dien ten gevolge noodig is te ontbinden het bestaande Hof van Policie en Crimineele Justitie, en de Crimineele Regtspleging over te brengen bij het te benoemen Hof van Civiele en Crimineele Justitie.
| |
| |
Gezien Ons Besluit van heden No. 222.
Gehoord den Heer Gouverneur-Generaal. Hebben besloten, gelijk wij besluiten bij deze.
| |
Art. 1.
Het Hof van Policie en Crimineele Justitie zal op den 22en dezer maand worden ontbonden; de Leden van hetzelve, als zoodanig, honorabel ontslagen, en van wege Zijne Majesteit, voor de getrouwe diensten in die betrekking bewezen, worden bedankt.
| |
Art. 2.
Te benoemen tot Leden van den Hoogen Raad den Heer Gouverneur-Generaal, en als Procureur-Generaal ad-interim den Heer Mr. E.L. Baron van Heeckeren, als Contrarolleur der Financiën adinterim den Heer A.T. Kruythoff, als Commissaris over 's Rijks Domeinen ad-interim den Heer H. Klint.
Als Commissaris voor het Armwezen, het onderwijs in de Kerkelijke zaken, ad-interim den Heer Mr. G.A. van der Mee, en
Als algemeenen Secretaris ad-interim den Heer R. van Rees, Az.
Tot President van den Hove van Civiele en Crimineele Justitie:
Den Heer Mr. A.F. Lammens, en als Leden:
De Heeren H.R. Hayunga. |
De Heeren P. Trompert. |
De Heeren P. Fiers Smeding, voorts |
De Heeren G.J. van Wyhe ad-interim. |
| |
| |
De Heeren U. Wilkens ad-interim. |
De Heeren F.P. Penard idem. |
En tot Griffier:
Den Heer A. van Meerten.
Tot Leden ad-interim van het Gemeente-Bestuur:
De Heeren L.B. Slengarde, President. |
De Heeren C. van Elmpt, eerste Wethouder. |
De Heeren E.W. Hoemann, tweede Wethouder. |
De Heeren F. Beudeker, Raad. |
De Heeren C. Gollenstede, idem. |
De Heeren Q.G. Pichot, idem. |
De Heeren E.J. van den Bergh, idem. |
De Heeren S.M. Klein, idem. |
De Heeren G.C.B. Weissenbruch, idem. |
De Heeren F. Taunay, idem. |
De Heeren D.M. Sanches, idem. |
En tot Secretaris:
Den Heer J.B.L. ten Behm Wentholt.
Tot Leden ad-interim van het Geregts-Hof van kleine Zaken:
De Heeren Mr. C.F. Mirandolle, President. |
De Heeren J.J. Brouwer, } Leden. |
De Heeren E.S. Moorlander, } Leden. |
En tot Griffier:
Den Heer N.G. Vlier.
Tot Bailjuw bij dit Collegie:
Den Heer .........
| |
Art. 3.
Alle nog hangende zaken betrekkelijk de Crimi- | |
| |
neele Procedures bij het gewezen Hof van Policie en Crimineele Justitie, zoo mede alle zaken bij het Collegie van kleine Zaken, zullen op den 1en Augustus overgaan bij het Hof van Civiele en Crimineele Justitie en de Regtbank van kleine Zaken, respectivelijk, naarmate dezelve, volgens de gearresteerde Reglementen, bevonden zullen worden, tot een dezer te behooren; terwijl, voor zoo ver aanhangige zaken bij het Collegie van kleine Zaken dit volstrekt mogten vorderen, dezelve door de Regtbank van kleine Zaken zullen worden afgedaan, volgens de thans bestaande wijze van procederen.
| |
Art. 4.
De Leden van het Hof van Civiele en Crimineele Justitie zullen op den 26en Julij, die der overige Collegiën met den 1en Augustus, in functie treden.
Zijne Excellentie de Heer Gouverneur-Generaal van de gezamenlijke Nederlandsche Westindische Bezittingen wordt met de uitvoering van dit Ons Besluit belast.
Gedaan te Paramaribo den 21en Julij 1828.
(Get.) J. van den BOSCH.
Ter Ordonnantie van Zijne Excellentie;
De Secretaris van het Commissariaat-Generaal,
(Get.) J. Jabot.
En aangezien, naar luid van Art. 1 en 4 van laatstgemeld Besluit, de Heeren Leden en Secretaris van den Hoogen Raad, gelijk mede de Heeren Pre- | |
| |
sident en Leden, Griffiers en Secretaris der overige daarbij genoemde Autoriteiten, voor zoo verre dezelve aanwezig hebben kunnen zijn, de daartoe staande Eeden op heden in Onze handen hebben afgelegd, en dien ten gevolge de onderscheidene Besturen, in deze Kolonie gevestigd, zijn geïnstalleerd geworden, om met den eersten Augustus aanstaande in functie te treden, met uitzondering echter van het Hof van Civiele en Crimineele Justitie, hetwelk deszelfs werkzaamheden met den 26en dezer maand zal aanvaarden;
Zoo is het, dat hieraan bij deze de noodige publiciteit wordt gegeven.
En opdat niemand hiervan eenige onwetendheid voorwende, gelasten en bevelen Wij, dat deze op de gebruikelijke wijze zal worden gepubliceerd en in het Gouvernementsblad geïnsereerd, en voorts langs de Rivieren van Plantaadje tot Plantaadje worden gezonden, met last aan de Kapiteins der Burgerdivisiën, om de door de Directeuren onderteekende Lijst van rondzending dezer Publicatie aan Heeren Heemraden te doen toekomen.
Gedaan te Paramaribo, in de Kolonie Suriname, den 24en Julij des jaars 1828, het Vijftiende jaar van Zijner Majesteits Regering.
CANTZ'LAAR.
Ter Ordonnantie van Zijne Excellentie,
Bij ontstentenis van den Gouvernements Secretaris,
G.S. de Veer. |
|