Streven. Jaargang 83
(2016)– [tijdschrift] Streven [1991-]– Auteursrechtelijk beschermd[p. 939] | |
ForumNiels Morsink
| |
[p. 940] | |
Dijn zegt in hetzelfde boek dat conservatisme een hoogst onduidelijke term is die heel veel verschillende dingen kan betekenen. Naast het gebrek aan conservatieve intellectuelen is precies dat de belangrijkste reden waarom het conservatisme in Vlaanderen onbekend blijft. Het is namelijk moeilijk om vanuit een incoherente en onsystematische ideologie een coherent en wervend verhaal te brengen. Daarom betreden de schaarse conservatieve opiniemakers ten onzent maar mager beslagen en slechts in verspreide slagorde het intellectuele strijdveld. | |
Wie was Russel Kirk?Het conservatisme in Vlaanderen heeft iemand als Russel Kirk nodig. Die Amerikaanse theoreticus en auteur (1918-1994) lag begin jaren vijftig aan de basis van de wedergeboorte van het conservatisme in de Verenigde Staten. Hij was uitzonderlijk vlijtig en schreef naast geschiedenisboeken en cultuurkritische boeken ook romans én maar liefst vijf columns per week. Via al deze media verspreidde hij het conservatieve gedachtegoed. Daarnaast richtte hij het tijdschrift Modern Age op om het conservatisme te definiëren en voor het voetlicht te plaatsen. Zijn belangrijkste werk was The Conservative Mind2 waarin hij het conservatisme een geschiedenis gaf. Dat boek werkte mobiliserend voor de conservatieven in de vs en fungeerde als startpunt voor de verspreiding van hun ideeën in de Amerikaanse samenleving. Over deze conservatieve intellectueel verscheen vorig jaar een biografie3 van de hand van hoogleraar geschiedenis Bradley J. Birzer. Hoewel hij te voortvarend is in zijn bewondering en langdradig in zijn beschrijvingen, heeft Birzer een grondig geïnformeerde biografie geschreven met uitgebreide eindnoten en bibliografie. Het boek ontsluit een wereld van conservatieve denkers die in Europa vaak onbekend zijn. Russel Kirk vertoefde niet enkel in de republiek der letteren, maar daalde ook af naar de politieke arena. Hij had als cultuurcriticus ernstige bedenkingen bij de politieke praktijk. Toch adviseerde en schreef hij toespraken voor onder andere Barry Goldwater, de conservatieve republikeinse presidentskandidaat in 1964. Ook al verloor deze de verkiezingen roemloos, zijn invloed op het ideologisch fundament van de Republikeinse partij is jarenlang onderschat. | |
De canon van KirkRussel Kirk hield niet van het woord ‘ideologie’ of ‘programma’ Dat doet te sterk denken aan een waterdicht plan voor een utopische toekomst, wat diametraal staat tegenover de conservatieve voorzichtigheid. Toch besefte hij dat het conservatisme, om verspreid te kunnen worden, een identiteit nodig had. Waar kan een conservatief een identiteit beter vinden dan in het verleden? Op basis van de lectuur van de conservatieve denkers sinds Burke kwam Kirk tot zes canons die hen verbinden. | |
[p. 941] | |
Ten eerste gelooft Russel Kirk dat een goddelijke wil de samenleving en ieders bewustzijn regeert. Deze goddelijke wil verbindt rechten en plichten, het grote en het kleine, het heden en het verleden. De gemeenschap vandaag maakt deel uit van een grotere stroming die loopt van het verleden naar de toekomst. De mens moet zorg dragen voor wat hij van zijn ouders kreeg en dat doorgeven aan zijn kinderen. Kirk definieert conservatisme dan ook als het behouden van de oude, morele tradities van de mensheid. Politieke en economische problemen zijn voor hem religieuze en morele problemen. Kirk en met hem andere christelijke humanisten stelden het geloof en spiritualiteit tegenover het utilitarisme en materialisme. Het materialisme in eender welke vorm, van socialisme tot liberalisme, verandert volgens hen de persoon in een zielloos individu dat zich verliest in de stomende modernistische machinerie. Het christendom, met name de idee van de zondeval, weerklinkt eveneens in het conservatieve mensbeeld. In tegenstelling tot filosofen als Rousseau die poneren dat de mens uit zichzelf goed is maar dat de samenleving hem slecht maakt, stellen conservatieven dat kwaad doen niet het gevolg is van sociaaleconomische omstandigheden of jeugdtrauma's, maar inherent is aan de mens. Het zijn zelfbeheersing, regels en tradities die hem in toom houden. De tweede canon houdt de waardering in voor de grote en groeiende diversiteit en het mysterie van het traditionele leven. Diversiteit wordt begrepen als het tegendeel van egalitarisme en uniformiteit. Deze diversiteit geldt zowel voor de eigen samenleving als voor de wereld als geheel. Kirk was een fervente tegenstander van het neoconservatieve ideaal om de hele wereld democratisch en kapitalistisch te maken. Elk land moet zijn eigen weg vinden. Het heeft geen zin een gemeenschap te hervormen op basis van abstracte concepten zoals mensenrechten die los staan van de lokale context. Een samenleving moet worden bestuurd op basis van lokale tradities, praktische kennis en ervaring. De derde canon betreft de overtuiging dat een beschaafde samenleving is onderverdeeld in klassen. Dit is een gevolg van de conservatieve invulling van het concept ‘rechtvaardigheid’. Een samenleving is rechtvaardig wanneer iedereen kan doen waarvoor hij binnen de gemeenschap is gemaakt. Voor conservatieven zijn mensen alleen gelijk voor de wet en voor God. Ze zijn geen voorstander van een brede democratie, maar veeleer van een bestuur door een ‘natuurlijke’ aristocratie. Hun grootste vrees is namelijk dat in een brede democratie de meerderheid de rechten van de minderheid buiten spel zet en dat de middelmatigheid van de massa de uitmuntendheid van de ‘natuurlijke’ aristocratie overspoelt. Het concept ‘natuurlijke aristocratie’ is erg ambigu. Een mogelijke interpretatie is dat een land wordt bestuurd door een klasse van grondbezitters. Een andere interpretatie is bestuur door een klasse van mensen die op basis van merite | |
[p. 942] | |
worden verkozen. Het is echter niet duidelijk hoe merite meer kan doorwegen dan afkomst in een samenleving zonder gelijke kansen. Er zit in het conservatisme een antidemocratische strekking waar hedendaagse conservatieven over moeten nadenken. De vierde canon betreft de onafscheidelijke verbondenheid van eigendom en vrijheid. Eigendom maakt menselijke waardigheid en ontplooiing mogelijk. Vrijheid is het vrij kunnen beschikken over zichzelf en zijn eigendom binnen morele beperkingen. De vrijheid van de mens ligt in de capaciteit om - in tegenstelling tot dieren - niet toe te geven aan driften. Vrijheid vereist discipline. Omdat sommige mensen niet over deze discipline beschikken, wordt deze door de staat voorzien in de vorm van regels die de orde verzekeren. De vijfde canon schrijft wantrouwen ten aanzien van ‘sophists and calculators’ voor. Het conservatisme zet zich af tegen de wetenschappelijke analyse en planning die de intrinsieke waarde van zaken zoals religie, familie en tradities miskent. Deze kunnen niet worden beoordeeld louter op basis van economisch nut of geluk. Een gezin is veel meer dan een machine om kinderen op te voeden. Dit sluit aan bij de zesde en laatste canon die stelt dat verandering en hervorming niet hetzelfde zijn. De conservatief is niet tegen verandering maar benadrukt dat deze geleidelijk moet gebeuren omdat de gevolgen moeilijk in te schatten zijn. Het is niet aan één persoon of zelfs een meerderheid om op basis van een beperkte rede hervormingen uit te vinden voor regels en tradities die al gedurende eeuwen hun waarde hebben bewezen. Technologische, demografische en andere evoluties mogen niet worden ontkend, maar dienen in overeenstemming te worden gebracht met gewoonten en gebruiken. De overheid heeft de taak om op een praktische manier en met respect voor lokale tradities orde, rechtvaardigheid en vrijheid te beschermen in een rechtsstaat. | |
Wie wordt de Vlaamse Russel Kirk?Om het conservatisme in Vlaanderen een identiteit te geven, kunnen deze zes canons niet zomaar worden geïmporteerd. Het is eigen aan het conservatisme dat het geworteld moet zijn in lokale tradities en waarden. Zij die het conservatisme hier ingang willen doen vinden, zullen zich daarom moeten buigen over de vraag hoe het conservatisme er vandaag in Vlaanderen concreet uit moet zien. Ze zullen aan de slag moeten met de religieuze, soms zelfs mystieke en antidemocratische traditie. Daarnaast zijn er nog twee aandachtspunten in Vlaanderen: de specifieke band tussen conservatisme, economisch liberalisme en Vlaams nationalisme. In Vlaanderen is conservatisme verweven met economisch liberalisme, zoals in de politieke praktijk van de n-va of de denktank Libera!. Deze verwevenheid is onder andere geïnspireerd door F.H. Hayek, die de spontane werking van de samenleving ook op de markt toepaste. Ingrepen van bovenaf door de staat verstoren zowel de orga- | |
[p. 943] | |
nisch gegroeide samenleving als de op vrijwillige interactie gebaseerde economie. Russel Kirk volgt deze voorkeur voor het economisch liberalisme niet en ziet zelfs een rechte lijn van liberalisme naar communistische tirannie. Kort gesteld redeneert hij dat met het oog op individuele vrijheid regels, tradities en moraliteit opzij worden geschoven. Omdat dit voor anarchie zorgt, kijkt men naar de staat om orde op zaken te stellen. Die centraliseert macht tot men uiteindelijk in een marxistische tirannie terechtkomt. Economie mag voor Kirk niet los worden gekoppeld van ethiek. Dichter bij huis bekritiseert Herman De Dijn dat het individu en niet de gemeenschap de maat der dingen is. Daarnaast laakt hij het doordringen van de vrije markt in het onderwijs en de zorg. Het verhelderen van deze spanning tussen liberalisme en conservatisme is een van de kwesties waar de Vlaamse conservatieve intellectueel mee aan de slag moet. Ook de band tussen het Vlaams nationalisme en het conservatisme is niet vanzelfsprekend. Het streven naar Vlaamse staatkundige onafhankelijkheid staat haaks op het respect voor bestaande instellingen en de voorzichtigheid die het conservatisme kenmerken. Edmund Burke verantwoordde zijn steun voor de Engelse restauratie in 1688 of de Amerikaanse revolutie met de redenering dat de eerste een terugkeer naar oude rechten was en dat in het tweede geval de rechten van de Amerikanen waren geschonden. Het is vandaag echter moeilijk te beargumenteren dat bepaalde grondrechten worden geschonden. Klachten over het inperken van de Vlaamse meerderheid door de alarmbelprocedure contrasteren sterk met de conservatieve nadruk op bescherming voor de minderheid. Zonder conservatieve verantwoording rest enkel de nationalistische redenering, namelijk dat er een Vlaams volk bestaat en dat dit zichzelf moet besturen in een eigen staat. Een conservatieve verantwoording van de Vlaamse onafhankelijkheid vereist daarom nog enig denkwerk. Een duidelijke identiteit geven aan het conservatisme in Vlaanderen wordt monnikenwerk, maar is nodig wil men het op Angelsaksische schaal ingang doen vinden. Russel Kirk bewees dat het kan. Hij maakte conservatisme intellectueel respectabel door belangrijke denkers uit het verleden te duiden als conservatieven en zo het conservatisme een illustere geschiedenis te geven. Sterker nog, door enkele Amerikaanse, prominente voorgangers zoals John Adams aan te wijzen in de ontstaansgeschiedenis van de Verenigde Staten maakte hij het tot een integraal onderdeel van de Amerikaanse traditie. Nog belangrijker is dat hij het conservatisme een begrijpelijke en coherente set van stellingen gaf over wat een goede samenleving inhoudt. Hij deed dit ijverig in alle mogelijke media, van doorwrochte theoretische werken tot toegankelijke boekjes en zelfs fictie. Op dat vlak volgde hij in de voetstappen van schrijvers zoals Walter Scott of Maurice Barrès. In Vlaanderen treffen we vandaag Joachim Pohlmann op het conserva- | |
[p. 944] | |
tieve fictiepad. Zijn recente roman Een unie van het eigen4 behelst een kritiek op het kille systeem die niet ver van de kritiek van Kirk op de ‘sophists and calculators’ ligt. Deze speechschrijver en adviseur van Bart De Wever schrijft ook een tweewekelijkse column in De Morgen. Fictie, speeches voor een prominent politicus, columns. mogelijk zijn de eerste stappen in de voetsporen van Russel Kirk al gezet. Wat ontbreekt is een identiteit die het stigma van zich afschudt en duidelijk maakt waar het conservatisme voor staat. Zonder identiteit zal het conservatieve pad in Vlaanderen dood lopen. |
|