Dat leidt soms tot licht absurde situaties. In Groningen studeren nogal wat masterstudenten uit Duitsland. De filosofiestudenten onder hen krijgen hun colleges veelal in het Engels, en moeten dan de Duitse filosofen Kant, Hegel en Heidegger in Engelse vertaling lezen.
Het viel me in de discussies op, dat er geen onderscheid werd gemaakt tussen onderwijs in bijvoorbeeld de fysische chemie en in het beoefenen van de wijsgerige tekstlezing. Het ontbreekt in de fysische chemie zeker niet aan mogelijkheden voor precieze articulatie, maar die zijn niet allereerst ‘talig’; belangrijker zijn beelden, structuren, formules, wiskundig geformuleerde afleidingen. De recente Nederlandse Nobelprijswinnaar chemie Ben Feringa hierover: ‘Als ik met collega's uit het buitenland praat, bijvoorbeeld China, kan het zijn dat we allebei gebrekkig Engels spreken. Maar als we de structuur van een molecuul tekenen, begrijpen we meteen waar het over gaat. Dat is onze taal’. En passant zij opgemerkt dat hij in zijn talloze interviews steeds laat merken dat hij zich vooral door esthetische criteria laat leiden - en dus geen nuttigheidscriteria - en zijn docentschap voorop stelt. Nogal verschillend van het beleid van de universitaire ‘baasjes’, zo kan worden vermoed.
De geestes- en cultuurwetenschappen zijn vooral in de taal articulatiegevoelig. Wanneer in mijn scheikundeopleiding de voortreffelijke colleges van Jan Steggerda in het Engels waren geweest, had ik weinig gemist, behalve misschien zijn ironie en humor. De colleges moderne wijsbegeerte van Jan Hollak die ik later volgde, zouden echter in het Engels alle diepgang hebben verloren.
Hoe gevoelig dit ligt, maakte ik enkele jaren geleden mee. In mijn Nijmeegse programma was de vermaarde filosoof Peter Sloterdijk te gast. Jonge collega's hadden voorgesteld dat hij zijn publiekslezing in het Engels zou geven, ‘want studenten kunnen zijn complexe en rijke Duits niet meer volgen’. Aldus geschiedde. Sloterdijk las een in het Engels vertaalde tekst voor, in heel redelijk Engels. Als avondvoorzitter zag ik wel dat het publiek hier en daar half in slaap viel. Maar na de pauze vond de gedachtewisseling in het Duits plaats. De levendigheid in de zaal - en ook van Sloterdijk - nam zienderogen toe, en er werd flink gelachen om zijn taalgrapjes, trouwens ook door de studenten.
Als je mooi wilt pianospelen, kun je je ovenhandschoenen maar beter uittrekken.