ling bezocht hij in 1982 in Genève een congres van de Ecumenical Association of Third World Theologians, waar vanzelfsprekend veel theologen uit de Derde Wereld aanwezig waren. Zo kwam hij in contact met de bevrijdingstheologie, die in deze organisatie een dominante invalshoek vormde - de bevrijdingstheologie die naderhand zo'n belangrijke plaats in zijn leven zou gaan innemen. In 1983 werd hij door de ngo Broederlijk Delen uitgezonden naar Nicaragua, een land dat hij een jaar later weer bezocht, net als El Salvador. Daar sprak hij met bevrijdingstheologen als Jon Sobrino S.J. (*1938) en Ignacio Ellacuria S.J. (1930-1989) - laatstgenoemde werd tijdens de burgeroorlog in El Salvador in 1989 samen met vijf andere jezuïeten, hun huishoudster en haar dochter vermoord door het leger. In 1986 bezocht Georges Peru, waar hij uitgebreid sprak met de al even vooraanstaande bevrijdingstheoloog Gustavo Gutiérrez O.P (*1928).
Intussen maakte Georges sinds oktober 1975 deel uit van de redactie van Streven. In nauwe samenwerking met de toenmalige hoofdredacteur Frans Van Bladel S.J. zorgde hij ervoor, dat in de jaren tachtig van de vorige eeuw in het blad volop aandacht werd besteed aan de bevrijdingstheologie. Georges schreef zelf over het onderwerp, en slaagde er bovendien in teksten van belangrijke vertegenwoordigers van de bevrijdingstheologie in vertaling in Streven gepubliceerd te krijgen. Het is dan ook geen overdrijving dat Streven op deze manier een belangrijke rol heeft gespeeld bij de introductie van de bevrijdingstheologie in het Nederlandse taalgebied. In het themanummer rond het 75-jarig bestaan van het blad, dat in oktober 2008 verscheen, verzorgde Georges een mooie terugblik op ‘Streven en de bevrijdingstheologie’. In deze terugblik besprak hij ook de kritiek die de toenmalige kardinaal Joseph Ratzinger in de jaren tachtig had op de theologie van de bevrijding - kritiek die, zoals Georges in die periode meteen onomstotelijk bewees, voor een belangrijk deel stoelde op selectief citeren uit het werk van Jon Sobrino, en in het geheel geen recht deed aan diens opvattingen. Nog in de terugblik uit 2008 klinkt de, weliswaar beheerste, verontwaardiging van Georges door over de opstelling van Ratzinger, en meer in het algemeen het Vaticaan, tegenover de bevrijdingstheologie. ‘De bewuste keuze zijn geloof te beleven door op te komen voor slachtoffers van maatschappelijke uitbuiting’ werd immers geheel miskend, en op ondeugdelijke gronden veroordeeld. Geen wonder dat Georges in de huidige paus Franciscus veel meer een geestverwant zag dan in diens voorganger Benedictus xvi.
Zoals de instellingen in Manilla, Bangalore, Guangzhou en Ikot Ekpene profiteerden van het emeritaat van Georges, zo profiteerde ook Streven ervan. Hij kon meer tijd aan het blad besteden: afgezien van de weken die hij doorbracht in het buitenland, was hij sindsdien een trouw bezoeker van de