Streven. Jaargang 83
(2016)– [tijdschrift] Streven [1991-]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 329]
| |
Tom Sauer
| |
[pagina 330]
| |
geweld of bedreiging met geweld om doelstellingen van politieke, religieuze of ideologische aard te bereiken, van de kant van een onwettige en niet-gevestigde macht tegen een legitieme en gevestigde staat, en waarbij dat gebeurt door middel van intimidatie, dwang of door het inboezemen van angst.’Ga naar eind1 Wat we als individuen en als maatschappij dus zeker niet mogen doen, is toegeven aan die angst; anders hebben de zogenaamde terroristen al half gewonnen. President Roosevelt heeft ooit gezegd: ‘In vrije samenlevingen hebben we niets te vrezen buiten de angst zelf’. Samen met Benjamin Barber kunnen we ons dan ook afvragen in welke mate het publiekelijk afkondigen van dreigingsniveaus - op zich een noodzakelijke interne tool voor de veiligheids-, en inlichtingendiensten - een goede zaak is.Ga naar eind2 En voortbordurend op die angst is het ook helemaal niet moeilijk om een gitzwart beeld te schetsen waarbij een totalitair islamitisch regime in de toekomst de wereld overneemt, zoals dat wordt voorgespiegeld in romans als Onderworpen van Houellebecq en 2084 van Boualem Sansal. Dit artikel tracht vooreerst de huidige golf aanslagen in perspectief te plaatsen, zowel historisch als ten aanzien van andere bedreigingen die op ons afkomen. Vervolgens zoemen we in op de oorzaken van het fenomeen, alsook op mogelijke antwoorden op deze dreiging. | |
Enkele nuanceringen bij het huidig onveiligheidsgevoelTen eerste dateren het extremistisch islamisme en de daarmee gepaard gaande aanslagen al van de jaren 1990, waarbij eerst Al Qaeda de hoofdrol opeiste met als triest hoogtepunt 9/11, en nadien is de eerste viool lijkt te spelen. In de jaren 1970 en 1980 werd Europa echter ook al eens overspoeld door terroristische aanslagen, meer bepaald zowel die van extreem-nationalistische organisaties zoals het ira en de eta als die van extreem-linkse organisaties zoals de Rote Armee Fraktion in Duitsland, de Brigata Rossa in Italië, en bij ons de ccc. Vergeet ook niet de nog steeds onopgehelderde aanslagen van de Bende van Nijvel, die eerder gelinkt worden met extreemrechts. Zowel in ons eigen land als in Europa zijn toen veel meer mensen omgekomen door terrorisme als vandaag. Nog verder terug in de tijd waren terroristische organisaties actief bij het oprichten van staten, zowel succesvol (de latere premier van Israël en Nobelprijswinnaar voor de Vrede Menachem Begin heeft zelf ooit het King David hotel in Jeruzalem, waar toen de Britse militaire inlichtingendienst zat, helpen opblazen, waarbij 91 doden vielen) als minder succesvol (de plo van Yasser Arafat, ook al Nobelprijswinnaar van de Vrede). De golf aanslagen die misschien wel het meest efficiënt is geweest - in termen van het doden van hoogwaardigheidsbekleders - was de opstoot | |
[pagina 331]
| |
van anarchisme eind negentiende, begin twintigste eeuw. Anarchisten slaagden erin om de voorgangers van Putin (tsaar Alexander ii), Hollande (President Carnot), Premier Valls (Barthou), Berlusconi (koning Umberto I), Obama (President Mc Kinley), Eerste Minister Abe (twee toenmalige Japanse ministers), en verder nog de vrouw van de Oostenrijks-Hongaarse keizer Frans Jozef I, koning Alexander van Joegoslavië, en de Oostenrijks-Hongaarse kroonprins Franz-Ferdinand te vermoorden en de Eerste Wereldoorlog uit te lokken, het merendeel binnen een tijdsgewricht van nauwelijks dertig jaar. Tussen haakjes: deze golf van terrorisme heeft enorm geprofiteerd van de opkomst van de krantenindustrie en dus de media, net zoals de huidige lading terroristische aanslagen floreert dankzij het internet en de sociale media. Eén cijfer: is heeft vandaag zo'n 70.000 twitteraccounts. Het voornaamste punt dat ik hier echter wil maken is dat terrorisme helemaal geen nieuw fenomeen is. Dat is een eerste kanttekening. Twee: op een zeker moment dooft zo'n campagne met aanslagen uit; zij houdt op een zeker moment op, dit omwille van onderlinge twisten, afnemende steun bij de achterban, en/of onderhandelingen met de regering. Het minder goede nieuws is dat er na een tijdje een volstrekt nieuwe golf van terrorisme ontstaat. Extrapolerend naar de dag van vandaag kunnen we dus voorspellen dat er op een dag ook een einde zal komen aan de golf van terreur die we nu kennen, zelfs zonder grote toegevingen aan de eisen van deze terroristen, maar dat er nadien andere golven van terroristische aanslagen zullen opduiken. Drie. Ook het fenomeen van landgenoten die naar het buitenland trekken om te strijden is niet nieuw. Hans Achterhuis beschrijft twee gelijkaardige bewegingen in respectievelijk de zestiende en zeventiende eeuw.Ga naar eind4 En in de jaren 1930 trokken 1.600 Belgen naar de Internationale Brigades tijdens de Spaanse Burgeroorlog; enkele jaren later volgden de Oostfronters. Recenter trokken ook Belgen naar Afghanistan om te vechten, weliswaar in kleinere cohorten dan naar Syrië. Een vierde nuancering is dat 80% van de slachtoffers van de huidige golf van aanslagen in vijf landen vallen, met name Syrië, Irak, Afghanistan, Pakistan en Nigeria. Dus niet in Europa, laat staan in ons land. Terrorisme staat niet in de top-50 van de belangrijkste doodsoorzaken in ons land; verkeersdoden daarentegen wel, jaarlijks 700 in ons land. Als je de kranten leest zou je een andere indruk kunnen krijgen, maar Europa is en blijft een paradijs in vergelijking met andere regio's in de wereld. We zouden zelfs kunnen opperen dat juist omdat het hier zo goed is, dat negatieve nieuws zo hard opvalt. Dat zijn een viertal kanttekeningen die het huidige onveiligheidsgevoel in onze contreien wat nuanceren. Anderzijds zijn er op zijn minst twee ten | |
[pagina 332]
| |
densen die de wenkbrauwen doen fronsen. Een eerste is de ambitie, groot-orde en efficiëntie (in termen van aantal slachtoffers) - en die drie aspecten zijn aan elkaar gerelateerd - van de huidige golf terrorisme, wat sommigen ‘catastrofaal terrorisme’ noemen. De ambitie van Al Qaeda en is reikt verder dan het ira en de eta, alleen al geografisch. Vroeger gaf ik steeds het voorbeeld van de onwaarschijnlijk ambitieuze doelstelling om een kalifaat te stichten; ondertussen is deze doelstelling gerealiseerd en leven er 8 miljoen burgers onder het bewind van is op een grondgebied ter grootte van het vk. Het ira en de ETA hadden elk slechts enkele honderden strijders. is heeft vandaag enkele tienduizenden strijders, waarvan de helft buitenlanders, voornamelijk uit Noord-Afrika en het Midden-Oosten, maar ook een 5.000 uit Europa. En dan is er nog het relatief grote aantal sympathisanten. Volgens een onderzoek in Groot-Brittannië steunde 6% van de Britse moslims de aanslagen van Al Qaeda in Londen in 2005: dat zijn er 100.000. Een extra 24% zou sympathie hebben. In die tijd zijn in de moslimwereld veel kinderen met de voornaam Osama geboren... In Frankrijk zouden 20.000 potentieel geradicaliseerden rondlopen. Ook bij ons kijken veel moslimjongeren op naar de Syriëstrijders. Het ira en de ETA beoogden ook niet heel veel slachtoffers te maken, alleen al om hun achterban niet kwijt te raken. Zoals Brian Jenkins ooit zei: ‘Terroristen willen veel toekijkers en toehoorders, maar ze willen niet veel doden’ Dat laatste kan niet meer gezegd worden van Al Qaeda en is. Het aantal slachtoffers van terrorisme nam wereldwijd toe van 3.000 in het jaar 2000 tot 30.000 in 2014, weliswaar dus voornamelijk geconcentreerd in het Midden-Oosten en de Af-Pak regio. Maar in totaal kregen de afgelopen jaren zo'n zeventig landen te maken met tenminste één terroristische aanslag, waaronder dus ook ons land. Dat brengt me bij de tweede vaststelling die minder rooskleurig is, met name het relatief hoge aantal strijders uit België. Van alle landen scoort ons land relatief (ten opzichte van ons inwonertal) het hoogst. Van de 5.000 Europese strijders komen er 400 à 500 uit ons land, komende uit niet minder dan 93 gemeenten. België is misschien niet de draaischijf, maar dan toch een broedplaats van moslimterrorisme. Al in de jaren 1990 was er een link tussen het gia (Groupe Islamique Armée) uit Algerije en België. En de twee zogenaamde journalisten die Achmed Sjah Massoud, de leider van de Noordelijke Alliantie in Afghanistan, in opdracht van Al Qaeda met een zelfmoordactie doodden, twee dagen voor 9/11, Tunesiërs, droegen Belgische paspoorten bij zich die zij buitgemaakt hadden in Brussel. Twee dagen na 9/11 werd Nizar Trabelsi, die als Tunesiër opgroeide in België, opgepakt omdat hij plannen had om Kleine Brogel op te blazen. In tegenstelling tot wat som- | |
[pagina 333]
| |
migen misschien zouden denken, hoort Dyab Abou Jahjah niet thuis in dit rijtje. Wel Fouad Belkacem, voorman van Sharia for Belgium, die jongeren in ons land rekruteerde. Bijna alle leden van Sharia for Belgium - buiten Belkacem zelf - reisden af naar Syrië. Mehdi Nemmouche, een teruggekeerde Syriëstrijder uit Frankrijk, komt in het Joods Museum in Brussel moorden; we spreken mei 2014. Begin 2015 rollen de Belgische veiligheidsdiensten een netwerk op in Verviers, en in de zomer van 2015 wordt op het laatste nippertje een aanslag verijdeld in de Thalys; de kalasjnikov die daarbij gebruikt zou worden, werd blijkbaar in België aangeschaft. Tot slot, verschillende uitvoerders van de slachtpartij in Parijs van november jongstleden kwamen uit België, voornamelijk uit Molenbeek, waaronder het vermoedelijke brein. Dat de buitenwereld België als een failed state beschouwt, is overdreven. Maar er schort wel degelijk iets. | |
De beweegredenen van de Syriëstrijders uit BelgiëJe vertrouwde omgeving achterlaten om te gaan vechten in een niemandsland doe je niet zomaar. Op zijn minst zijn er verwachtingen dat het leven aldaar (of het leven na het leven) anders en beter zal zijn dan het leven dat je tot dan toe hebt gekend. Hier zitten dus twee variabelen verscholen: enerzijds verwachtingen, de zogenaamde pull-factoren, en anderzijds de ontevredenheid met de situatie waarin je vandaag verkeert, de push-factoren. Laten we eerst die laatste factoren van naderbij bekijken. Er bestaat geen eenduidig profiel van de Belgische Syriëstrijder. Anderzijds zijn er wel degelijk gemeenschappelijke kenmerken. 70% van de Syriëstrijders uit ons land zijn van Marokkaanse achtergrond.Ga naar eind5 De levensomstandigheden waarin de Marokkaanse jongeren in ons land worden grootgebracht is - hoe je het ook wendt of keert - niet rooskleurig. Die levensomstandigheden zijn de push-factoren, die maken dat sommigen van hen hier willen vertrekken. Allochtone leerlingen lopen al een achterstand op in de kleuterklas en de lagere school; in het middelbaar volgen ze de gemakkelijkste richtingen, zodat weinigen onder hen doorstromen naar de universiteit. Van de autochtone leerlingen stroomt 8% naar het hoger onderwijs; voor de allochtone bevolking is dat cijfer lager dan 1%. Als we dan specifiek kijken naar de Maghrebijnse en Turkse gemeenschappen, haalt slechts 13% van diegenen die starten aan de universiteit een universitair einddiploma, terwijl dat voor de gemiddelde autochtone Vlaamse student 43% is.Ga naar eind6 Culturele verschillen blijven gedeeltelijk bestaan en worden doorgegeven van generatie op generatie, wat integratie moeilijker maakt. Het moet | |
[pagina 334]
| |
natuurlijk ook van twee kanten komen, en ik heb de indruk dat onze maatschappij het daar moeilijker mee heeft dan bijvoorbeeld de Nederlandse of de Amerikaanse. 50% van de Marokkaanse gemeenschap in ons land leeft onder de armoedegrens, terwijl het gemiddelde voor de ganse bevolking 15% bedraagt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een hele hoop van die jongeren in de criminaliteit verzeilen. De minder goede criminelen komen in aanraking met politie en gerecht, wat hun kijk op het leven in België niet verbetert. Sommigen van hen (zoals de plegers van de aanslagen op Charlie Hebdo) komen in de gevangenissen in aanraking met leiderstypes (zoals een Nizar Trabelsi, een Djamel Beghal in Europa, een Abu Bakr Al-Baghdadi in Irak), die hen via extreem-religieuze - zeg maar radicale, fundamentalistische - ideeën kneden, je kan het ‘brainwashen’ noemen, hen, onthecht van hun originele leefomgeving, verder aliëneren en hen zeer ontvankelijk maken om voor de in hun ogen goede zaak te gaan strijden in Syrië. John Dick, emeritus hoogleraar van de ku Leuven, stelt: ‘Fundamentalisme fascineert. Mensen die zichzelf onbelangrijk of onbeduidend voelen, worden erdoor aangetrokken omdat ze zich binnen de beweging geroepen voelen om een door God toevertrouwde zending te vervullen. Ook angstige mensen voelen zich door het fundamentalisme aangetrokken omdat het hun de zekerheid biedt dat ze, als ze trouw blijven, zullen worden gered. Mensen voor wie het leven erg ingewikkeld en onbegrijpelijk voorkomt, wordt voorgehouden dat het niet nodig is om te begrijpen wat er zich voordoet: geloven volstaat’.Ga naar eind7 Alleen al in Frankrijk zitten 40.000 moslims in de gevangenissen (oftewel 60% van de gevangenispopulatie). (Bij ons 2.000, oftewel 16% van de gevangenispopulatie, terwijl slechts 6% van de bevolking moslim is). De fundamentalistische jongeren die dat niet in de gevangenis zijn geworden, zijn op straat in aanraking gekomen met ronselaars zoals die van Sharia for Belgium. Het moge ondertussen duidelijk zijn dat weinigen van deze jongeren religieus zijn opgevoed door hun ouders, en dat ze hun radicalisering zien als een manier om hun criminele verleden wit te wassen. De weinigen onder hen die wel hebben gestudeerd, worden geconfronteerd met discriminatie op de arbeidsmarkt. Dat levert frustraties op, die, als ze niet goed worden gekanaliseerd, ook kunnen uitmonden in een vertrek naar Syrië. Voor zowel zij die succesvol hun studies beëindigd hebben als de anderen geldt dat ze diep teleurgesteld zijn in onze maatschappij, gefrustreerd, op zoek zijn naar respect, erkenning, eigenwaarde, meer in het algemeen naar een identiteit, zoals trouwens ieder van ons. Het grote verschil is dat de allochtone jongeren objectief gezien veel minder kans hebben dan de autochtone om gerespecteerd en erkend te worden. Of zoals één teruggekeer- | |
[pagina 335]
| |
de Syriëstrijder het verwoordde: ‘Toen ik vertrok, had ik niet het gevoel dat ik in mijn leven al veel had gedaan om mijn hemel te verdienen’. Kortom, ze hebben weinig te verliezen door te vertrekken; dat is althans hun perceptie. Komt daarbij dat omwille van de grote maatschappelijke veranderingen - economisch, technologisch, cultureel - er een generatiekloof ontstaat, waarschijnlijk nog meer in allochtone kringen. Diegenen die naar Syrië vertrekken hebben duidelijk geen goede band met hun ouders. Het zou wel eens kunnen zijn dat we meer nood hebben aan pedagogen en psychologen dan aan politicologen of polemologen, en liefst met allochtone roots. Of zoals een lerares in het Brusselse onlangs zei: ‘Er is meer opvoeding dan onderwijs nodig’. Een belangrijke nuancering: het is heel moeilijk om die onderliggende motieven exact te beschrijven, al was het maar omdat wat de Syriëstrijders zelf beweren niet altijd strookt met de ware reden om te vertrekken. En de hierboven geschetste theorie kan niet verklaren waarom het merendeel van die gealiëneerde en dus gefrustreerde jongeren niet vertrekt; er spelen dus ongetwijfeld ook andere persoonlijke ervaringen mee, alsook het feit dat men familieleden of vrienden heeft die zijn vertrokken (peer pressure). We stellen vast dat soms halve straten vertrekken; men spreekt van ‘zwermen’. De vraag naar hoe men is vertrokken is dus op zijn minst even interessant als de waarom-vraag. Niemand radicaliseert volledig op zichzelf. Dat wat de push-factoren betreft. En hoe zit het met de pull-factoren? Waarom naar Syrië en waarom bijvoorbeeld niet naar Nederland of Nicaragua? Omdat hun opgedrongen extremistische ideologie, die van het jihadistisch salafisme, meer bepaald het wahabisme (afkomstig van die andere Islamitische Staat: Saoedi-Arabië), hen de wereld in goed en kwaad doet indelen; zwart-wit denken, waarbij alle niet-gelovigen bij het kwade horen en bestreden moeten worden. En het grootste kwaad bevindt zich volgens hen momenteel niet in Nederland of Nicaragua, maar in het Midden-Oosten, en meer bepaald in Syrië. Dat zijn de internationale politieke omstandigheden van het moment. Merk op dat er een duidelijke evolutie is op het vlak van die pull-factoren. Bij de eerste generatie vertrekkers was het doel vooral om tegen Assad te strijden omdat die de oorspronkelijk vredelievende opstand van hun soennitische broeders met veel machtsvertoon had neergeslagen. Diegenen die na 1 juli 2014 zijn vertrokken, vertrekken grotendeels omwille van de lokroep van het kalifaat. Het idee van een groot islamitisch rijk trekt aan als een magneet. Over dit alles bestaat een redelijke consensus in de literatuur. | |
[pagina 336]
| |
ControversesWaarover nog wel een debat bestaat is of de beweegredenen vooral overeenkomen met heroism dan wel nihilism. Voor de ene strijder zal het heldendom zijn; voor de andere nihilisme. De kans bestaat ook dat één en dezelfde strijder beide gevoelstoestanden tegenkomt en wordt verscheurd door enerzijds dat avontuurlijk, heroïsch - in hun ogen idealistisch - alternatief, dat een romantische aantrekkingskracht uitoefent, en anderzijds een destructief nihilisme, omdat men waarschijnlijk op sommige momenten heel goed beseft dat men de werkelijkheid idealiseert en de kans reëel is om gedood te worden. Heroism en nihilism: les extremes se touchent. Een ander debat in de literatuur is het belang van de apocalyptische eschatologie, het idee van de eindstrijd tussen het goed en het kwaad, die volgens de traditie in Groot-Syrië zou worden uitgevochten. De vraag moet echter gesteld in welke mate de leiders van is dit aspect uitspelen om te rekruteren en te mobiliseren, of echt hun zinnen op die eindstrijd hebben gezet. Die strijd zou immers wel eens kunnen tegenvallen. Bovendien komen veel van de leiders van is uit de seculiere Baathpartij van Saddam Hoessein, die al helemaal niets op hebben met die islamitische ideologie, laat staan met het geloof in het einde der tijden. Merk tot slot op dat ik het woord ‘radicalisering’ nog niet heel veel heb gebruikt. Ook hierover bestaat momenteel heel wat discussie. Tot voor kort werd aangenomen dat terroristen drie stadia doorliepen. Je wordt immers niet als terrorist geboren. In een eerste fase radicaliseer je. Met radicale ideeën is op zich niets mis; integendeel, zonder radicale ideeën hebben broodnodige beleidsveranderingen soms niet veel kans. Het wordt pas problematisch als je je eigen ideeën wil opdringen aan anderen, desnoods met geweld; dan belanden we in fase twee: extremisme. En als geweld effectief wordt gebruikt of als er wordt gedreigd met geweld, arriveren we in fase drie: terrorisme. Sommige auteurs stellen nu echter in vraag of we in het geval van de Syriëstrijders wel kunnen spreken van radicalisering en van radicale ideeën; zij wijzen vooral op de push-factoren, het ontsnappen uit de bestaande leefomgeving, en wijzen op het gebrek aan radicale ideeën of zelfs het gebrek aan ideeën in het algemeen bij de Syriëstrijders. De Franse terreurexpert Olivier Roy noemt ze rebels without a cause.Ga naar eind8 Het is dan ook niet toevallig dat deze auteurs vinden dat het eerder genoemde nihilisme de bovenhand heeft op het heldendom. Ik wil voorlopig niet zo ver gaan. Ik verwijs nogmaals naar de internationaal politieke context. Zonder Syrië, zonder oorlog in Syrië, geen Syriëstrijders.Ga naar eind9 Zoals eerder aangehaald is de eerste generatie strijders hier vertrokken omwille van een onrechtvaardigheidsgevoel, het gevoel dat hun soennitische broeders door Assad werden afgeslacht en dat de internationale gemeenschap niets ondernam om dit tegen te houden. Om dat te | |
[pagina 337]
| |
beseffen heb je geen masterdiploma in de internationale betrekkingen en diplomatie nodig. Ook het Israëlisch-Palestijns conflict dat al decennialang aansleept is blijkbaar een pull-factor, al zal dat conflict ongetwijfeld ook worden misbruikt om te ronselen. Wel is het mogelijk dat die politieke radicalisering van minder belang is voor de tweede golf Syriëstrijders. Het westerse buitenlandse beleid met alle zonden van Israël beladen kan zeker niet de bedoeling zijn, maar een gezond niveau van introspectie kan geen kwaad. Het is het westen en meer bepaald de vs, gesteund door Saoedi-Arabië en de Pakistaanse veiligheidsdiensten, die begin jaren 1980 duizenden moslimstrijders hebben gerekruteerd en opgeleid om de toenmalige Sovjet-Unie uit Afghanistan te duwen. Osama Bin Laden is opgeleid door de cia. Wij hebben zelf het monster gecreëerd dat Al Qaeda heet, en wiens kinderen voor is vechten. Moet het verder worden herhaald dat de oorlog in Irak, gestart in 2003 om massavernietigingswapens die er niet waren, desastreuze gevolgen heeft gehad voor de regio en daarbuiten? Onze regering heeft indertijd terecht tegengas gegeven. Net zoals de proxy-oorlog in Afghanistan in de jaren 1980 - een afgeleide van de Koude Oorlog - Al Qaeda heeft doen ontstaan, heeft de oorlog in Irak is gecreëerd, en zullen er nog jaren verzetsstrijders worden gekweekt. Idem dito voor de inval in Libië, nu al een broeihaard voor jihadisme, en mogelijks de volgende uitvalsbasis voor is indien het zou worden verdreven uit Irak en Syrië. Bombarderen en zich nadien niets aantrekken van de heropbouw van het land is vragen om problemen. Merk ten slotte op dat het onthoofden in Syrië pas gestart is nadat Amerika is begonnen met het bombarderen van is in Syrië in de zomer van 2014. | |
Enkele beleidsaanbevelingenEnkele beleidsaanbevelingen op basis van de net geschetste analyse. Wondermiddelen in deze bestaan natuurlijk niet. Wat we zeker niet moeten doen is verder afwachten totdat het kalifaat nog groter wordt. Het voorlopige succesverhaal van het kalifaat moet worden gestopt, want aantrekkelijk is juist de identificatie met dat succes. De internationale gemeenschap is na Parijs gelukkig wakker geschoten en er is een stappenplan uitgetekend door diplomaten, weliswaar zonder inbreng van de Syriërs zelf. We moeten er echter alles aan doen opdat dat plan kan worden uitgevoerd, zijnde het creëren van een overgangsregering dat de voornaamste ‘gematigde’ groepen vertegenwoordigt, die dan verkiezingen voorbereidt. Heel lang kan en mag Assad niet meer aanblijven. We hebben er alle | |
[pagina 338]
| |
belang bij dat dat land er ook economisch terug bovenop raakt. Dus dat zal financiële middelen vergen, ook uit ons land. | |
[pagina 339]
| |
qua mentaliteit; wanneer gaan we nu eindelijk die tweede en derde generatie migranten behandelen alsof zij Belgen zijn - wat ze ook zijn? Het spreekt vanzelf dat ook allochtonen (inclusief de vluchtelingen, die de grootste slachtoffers van is zijn) zich moeten aanpassen, inburgeren, door zich op zijn minst aan onze basiswaarden te houden. Ziehier een korte beschrijving van het fenomeen ‘terrorisme’, een exploratie van de mogelijke motieven om te vertrekken naar Syrië, en tot slot enkele aanbevelingen voor het aanpakken van een dreiging waarmee we inderdaad nog geruime tijd zullen moeten leren leven. Deze tekst is een licht herwerkte versie van een toespraak ter gelegenheid van de nieuwjaarsreceptie van UCSIA op 21 januari 2016. |
|