Streven. Jaargang 83
(2016)– [tijdschrift] Streven [1991-]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 197]
| |
Patrick Madigan
| |
[pagina 198]
| |
zien hoe de Engelse romantische dichters dit portret hebben aangepast en geseculariseerd en gemaakt tot de kunstenaar als genie, dat wil zeggen, iemand die Lucifer navolgt door te verkondigen ‘We kennen niemand vóór ons, zelf verwekt zijn wij’. | |
Expressief individualismeVoor zover ik heb kunnen vaststellen, was Robert Bellah de eerste die de term ‘expressief individualisme’ gebruikte, in zijn boek Habits of the Heart (1985) en daarna in zijn bijdrage aan het boek waarvan hij in 1990 de medeauteur was, getiteld The Good Society. De term is onlangs hernomen en inhoudelijk uitgebreid door Charles Taylor, in hoofdstuk 13 van zijn belangrijke boek A Secular Age (2007). Taylor volgt het voorbeeld van Lionel Trilling bij het in kaart brengen van de romantische opstand tegen de neoklassieke beperkingen, tegen iedere onderwerping aan van buiten opgelegde normen en formele regels, aanvankelijk de voorkeur gevend aan ‘oprechtheid’ - waarmee een uiterlijke expressie wordt bedoeld die een afspiegeling is van, en past bij de innerlijke gevoelens die iemand heeft -, en daarna aan de meer vereisende existentiële roep om ‘authenticiteit’. In A Secular Age verkent Taylor zeer gedetailleerd de levensstijl van het ‘expressief individualisme’, zoals deze afstamt van de romantische beweging, en is binnengedrongen in onze hedendaagse consumentencultuur. Hij bespreekt onderwerpen als de seksuele revolutie, de roep om openheid over en tolerantie jegens afwijkende levensstijlen, de gerichtheid op zelfvervulling, en de hapsnap-keuzemenubenadering van godsdienst, mode, politiek, opvoeding en onderwijs, huwelijk, en vrijetijdsbesteding, hetgeen hier onmogelijk allemaal kan worden samengevat. Ik verwijs naar hoofdstuk 13 van zijn omvangrijke boek, om na te lezen hoe deze levensstijl daadwerkelijk de standaardethiek van onze tijd is geworden. Wat is dat ‘expressief individualisme’ precies? Het is het geheel van voorkeuren dat ons via de media bereikt, via televisie, films, reclame, maar tegenwoordig ook via nieuwere technologieën als video, internet, Facebook, blogging, sms, Twitter, enzovoorts. Het kon het eerst worden opgemerkt onder de beroemdheden die dienen als rolmodel voor zoveel van onze jongeren. Mensen kunnen op tal van manieren beroemd worden - door een populaire rockband te vormen, te spelen in tv-reclames of soapopera's, sportkampioen te worden of fotomodel, komiek, nieuwslezer, weerman of -vrouw. Het doel is naam te maken en te worden herkend. Als dit doel eenmaal is bereikt, kan het beroemd-zijn zich vertakken naar andere mogelijkheden die de media bieden, door op wereldtournee te gaan, een talkshow te beginnen of maatschappelijk deskundige te worden, opdat de te | |
[pagina 199]
| |
gelde te maken status volledig wordt uitgebuit. Natuurlijk is het eerst en vooral zaak in de publieke belangstelling te blijven, hetgeen noodzakelijk is voor iedereen die vermaak biedt. Daar is niets mis mee, maar vanwege de noodzaak in de publieke belangstelling te blijven op een domein waar de concurrentie alsmaar toeneemt, ontstaat er onvermijdelijk druk om nieuw, oorspronkelijk of anders te zijn. Dit kan leiden tot bizarre uitmonsteringen, rollen en optredens. Ik werd getroffen door de titel van de laatste cd van Lady Gaga, I was born this way. Ik denk dat deze titel zich op verschillende niveaus tot ons richt. Het eerste niveau voert ons terug naar het moment dat we deze uitdrukking voor het eerst hoorden, toen onze moeder ons maande geen grappen te maken over, en niet te staren naar een gehandicapte persoon, want ‘zij hebben er niet voor gekozen om zo te zijn, zij zijn zo geboren’. Ik vermoed dat Lady Gaga gebruik maakt van deze betekenis. Zij zegt: ‘Als mijn uitmonstering jullie vreemd voorkomt, of als mijn video's jullie beledigen, welnu, dan kun je geen grappen over maken of me bekritiseren. Ik heb er niet voor gekozen om zo te zijn, ik ben zo geboren. Ik had geen keuze; het was een geschenk of een lot waartoe ik werd veroordeeld.’ Maar ik denk dat er onder deze eerste betekenis nog een tweede boodschap schuilgaat, en deze is agressiever en uitdagender: ‘Het belangrijkste wat een mens kan doen, is zijn verborgen wezen naar de oppervlakte brengen opdat allen het kunnen zien, dat wil zeggen de innerlijke kern aan het daglicht en in de openbaarheid brengen, door een handeling van zelfvergroting, verwerkelijking, of vervulling. Zo is wat ik doe niet alleen niet verkeerd, het is onbetwistbaar juist; het is in feite wat we allemaal zouden moeten doen. Het niet doen is een morele fout, het verzaken van een morele plicht. De hoogste morele plicht, waaraan alle andere ondergeschikt zouden moeten zijn, is, in feite, deze innerlijke kern uit te drukken, aan de oppervlakte, naar buiten en in de openbaarheid te brengen.’ Vandaar de benaming ‘expressief individualisme’. Dit kan een minder aantrekkelijke vorm aannemen. In september 2011 speelde Serena Williams in de vrouwenfinale van de US Open tenniskam-pioenschappen op Flushing Meadows, NY, tegen de Australische Samantha Stosur. Serena verloor de eerste set, en raakte achterop in de tweede set. Toen zij een harde forehand sloeg slaakte zij een overwinningskreet, maar het punt werd afgetrokken omdat zij de concentratie van haar tegenstandster had verstoord voordat de rally was afgelopen. Toen zij de game verloor, schold zij tijdens de wisseling van speelhelft de scheidsrechter uit, een dame uit Griekenland. Daarop kreeg zij een waarschuwing vanwege wangedrag. Volgens de kranten was haar reactie: ‘Wangedrag? Ik gaf uitdrukking aan wie ik ben. We zijn hier in de Verenigde Staten, voor zover ik weet’. Ik wil Serena Williams niet aan de schandpaal nagelen, maar zie haar veeleer als | |
[pagina 200]
| |
representatief voor een veel grotere groep. Ik zou willen voorstellen dat wanneer iemand van ons zich beschaamd voelt over een bepaalde vorm van gedrag en geen andere uitweg ziet, we terugvallen op een of andere vorm van expressief individualisme als een manier om kritiek te ontwijken en onszelf van alle blaam te zuiveren. We kunnen onze toevlucht nemen tot uitspraken of kreten als ‘Het voelde natuurlijk’ of ‘Het leek op dat moment een goed idee’. Dit is de ethiek geworden die onze wijkplaats is wanneer we in de knel zitten, onder druk staan, of onszelf willen vrijpleiten van twijfelachtig gedrag. Ik denk, dat het veelbetekenend is dat Serena de Verenigde Staten beschouwde als het land waar deze ethiek een nationale wet is geworden die geen verdere rechtvaardiging behoeft. Zoals Frank Sinatra zong, de Verenigde Staten zijn superieur omdat hier iedereen het op ‘zijn manier’ (my way) kan doen. Het lijkt erop dat er tegenwoordig geen ‘juiste manier’ of ‘verkeerde manier’ meer bestaat, er is alleen nog ‘onze manier’. De gevolgen zijn verder niet van belang. De hoogste morele plicht is, in feite, te ontdekken wat ‘jouw manier’ is, en als dat eenmaal is gebeurd, is er geen nadere verontschuldiging of rechtvaardiging meer nodig - want dat is alles wat er is. Waar komt deze levensstijl vandaan? Kwam deze uit de lucht vallen? Of kunnen we een historische gebeurtenis aanwijzen die diende als inspiratie voor wat nu zo wijd verspreid is? Voordat Elvis er was, was Lord Byron er. Voordat John Updike er was, was William Wordsworth er. Voordat William Faulkner er was, was Samuel Taylor Coleridge er. Voordat de generaals Patton, Montgomery, en MacArthur er waren, waren Napoleon, Wellington en Lord Nelson er. Voordat Jimmy Hendrix en Eric Clapton er waren, waren Beethoven en Mozart er. Voordat J.D. Salinger er was, was Johann Wolfgang von Goethe er. Kortom, de romantische opstand was er. Napoleon kwam het toneel opgestormd als de iconische romantische held, omdat hij erin slaagde de ene wereld te vernietigen - het Ancien Regime van koningen en edelen - en een andere - de Republiek - te scheppen, doordat hij het bereik en de idealen van de Franse Revolutie uitbreidde over heel Europa. Byron modelleerde zichzelf naar het voorbeeld van Napoleon; hij stierf, vechtend voor de bevrijding van de Grieken van de Turken. De gezusters Brontë maakten de byroniaanse held populair door de personages van Heathcliff in Wuthering Heights en Mr. Rochester in Jane Eyre. Daardoor werd hij een vertrouwd stereotype in honderden romans - de zogeheten ‘gothic novel’ - en later films. Rond de eeuwwisseling was er zelfs een opmerkelijke terugkeer naar zijn oorsprong van dit personage in het verhaal over Dracula van Bram Stoker. Het is hetzelfde archetype van smeulende mannelijkheid, maar deze keer met zijn duivelse wortels ontmaskerd. Hij voedt zich met mensen, en maakt hen ook nog tot vampiers. | |
[pagina 201]
| |
Of we het beseffen of niet, onze cultuur is een romantische cultuur, zelfs een revolutionaire cultuur, dat wil zeggen, een cultuur die is gestoeld op het afwijzen van neoklassieke beperkingen. En het begin, het kroonjuweel in het centrum van de romantische opstand vormt de idee van het artistieke genie. Dit is de motor die de beweging op gang bracht, dit is de wezenlijke grondslag die wordt verondersteld door deze revolutie. Het genie is een belangrijk onderwerp in de Duitse academische filosofie van Immanuel Kant tot Arthur Schopenhauer. De Duitse cultuur, vanaf het manifest van Lessing in zijn Laocoon, omschrijft zichzelf als ‘romantisch’, als tegengesteld aan de overheersende neoklassieke Franse cultuur van Corneille, Racine en Molière uit Versailles. Maar waar komt deze idee van het ‘artistieke genie’ vandaan? Wat was zijn bron, en waar verwijst het werkelijk naar? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, moeten we een stap verder terug in de tijd zetten. We moeten terugkeren naar Paradise Lost van Milton. | |
Lucifer van John MiltonParadise Lost, verschenen in 1667, is een gedicht dat het verhaal vertelt over de val van onze voorouders, Adam en Eva, en de daaraan voorafgaande opstand van Lucifer en gelijkgezinde engelen, hun gevecht met Michael en de trouwe engelen - waarnaar we een verwijzing van een regel hebben in het boek van Openbaringen -, hun nederlaag, en vervolgens hun verbanning uit de hemel. (Openbaringen 12:7-9). In het boek Genesis wordt de opstand van de engelen dus niet vermeld, en de Bijbel als geheel vertelt er bijna niets over. Het zijn de Griekse kerkvaders, met name Origenes en Ireneüs, die het verhaal van Lucifer uitwerkten, om te verklaren hoe er duivels kunnen bestaan die de mensheid in bekoring brengen en willen verleiden hun lot in de hel te delen. Het gebruikelijke verhaal luidt dat Lucifer het hoogste schepsel was, de machtigste, mooiste en meest intelligente van de aartsengelen. Zijn naam betekent ‘Drager van het Licht’ Toen vertelde God de Vader aan Lucifer zijn voornemen, een mensenras te scheppen en het een vrije wil te geven, ook al wist hij dat sommigen deze zouden misbruiken en daardoor zichzelf tot de verdoemenis zouden veroordelen. Dit zou God de Vader de mogelijkheid bieden, zijn liefde voor zijn schepping te tonen door zijn eigen Zoon te sturen om voor haar te lijden en te sterven, en haar zo te verlossen van een anders onvermijdelijk lot. Deze Zoon zou een menselijke natuur aannemen en, omdat deze van dien aard moest zijn dat zij kon worden verenigd met de goddelijkheid, noodzakelijk het hoogste schepsel, het toppunt van de schepping moeten zijn. Bijgevolg zou Lucifer naar de tweede plaats worden verwezen. Volgens de kerkvaders stond zijn trots in de weg dat Lu- | |
[pagina 202]
| |
cifer dit plan van God de Vader aanvaardde, en leidde dit tot zijn opstand. Hij wilde niet knielen voor Jezus. In plaats daarvan leidde hij opstandige engelen in een ‘paleisrevolutie’ tegen God de Vader, maar hij werd in een hemels gevecht verslagen door Michael en andere trouwe engelen, en in de hel geworpen. Vervolgens zet hij zijn opstand voort door zijn krachten te wijden aan het hatelijk saboteren van het werk van Jezus voor de verlossing van de mensheid, door ons te verleiden ons bij hem te voegen in de hel die hij heeft geschapen. Dit is het verhaal zoals het aan John Milton werd overgeleverd, maar in Paradise Lost heeft hij een belangrijke wijziging aangebracht. In zijn versie, wijst Lucifer niet alleen Jezus af als het hoogste schepsel, hij wijst ook God de Vader af als vader. Lucifer ervaart de eisen van God de Vader als zo zwaar en zo oneerlijk, hij ervaart de Vader als zo ontoereikend, dat er geen andere oplossing is dan God de Vader helemaal weg te jagen, te ontkennen, af te wijzen, of hem te vermoorden, en af te kondigen dat hij, Lucifer, zichzelf heeft verwekt. Zo maakt Milton de opstand van Lucifer nog sterker, hij verhevigt de vervreemding en radicalisering van Lucifer op adembenemende wijze. Hij ontkent zijn status van schepsel. In Boek vijf van Paradise Lost vraagt Satan: Wij zijn geschapen, zeg je? Wij zijn uit
De tweede hand, omdat de Vader door
Zijn Zoon het werk liet doen? Vreemd, nieuw gezichtspunt!
Waar komt die leer vandaan? Wie zag wanneer
De schepping plaatshad? Weet jij nog hoe jij
Geschapen werd, toen jou de Schepper schiep?
Ons is geen tijd bekend dat wij niet waren:
We kennen niemand vóór ons, zelf verwekt
Zijn wij en zelfgerijpt door eigen leefkracht
Toen 't lot zijn baan vervuld had: etherzoons,
Volrijp gebaard door onze eigen hemel.
De macht is onzer; onze rechterhand
Leert ons de fierste daden, om te weten
Wie aan ons zijn gewaagd [...].Ga naar eind1
Deze uitspraak gaat alle begrip te boven. Hoe kan een schepsel - zelfs het meest intelligente van alle schepselen - aannemen dat hij een dergelijke uitspraak kan doen? Dit is de eerste keer in de hele westerse literatuur dat een schepsel het heeft aangedurfd dergelijke woorden uit te spreken. Dit is de godslastering van alle godslasteringen, een ketterij zo verregaand dat er geen naam voor bestaat: een schepsel dat zichzelf uitroept tot God. | |
[pagina 203]
| |
Milton kan dit ongestraft doen door deze woorden in de mond van een duivel te leggen; op deze manier kan hij de provocerende mogelijkheden ervan gebruiken en uitbuiten voor zijn dichterlijke drama, terwijl hij tegelijkertijd zijn handen schoonhoudt ten aanzien van de verantwoordelijkheid. Per slot van rekening is het maar een verdoemd schepsel dat zo spreekt. Was dit honderd jaar eerder geschreven, dan was Milton zowel door katholieken als protestanten op de brandstapel gezet. Dus waarom schreef hij dit? Milton had een probleem. Hij was de Latijnse secretaris van Oliver Cromwell, aan de kant van de puriteinen vechtend tegen koning Charles I in de Engelse Burgeroorlog, maar ook tegen de monarchie als zodanig; tegelijkertijd schrijft hij een gedicht over de Prins van de Hemel - Lucifer - die in opstand komt tegen de Koning van de Hemel - God de Vader. Verbaast het ons dat het ene het andere beïnvloedde? Milton investeert in Lucifer; in feite vereenzelvigt hij zich met Lucifer. In het verhaal is Lucifer zijn plaatsvervanger. Milton doet hetzelfde tegen zijn aardse koning als Lucifer tegen de hemelse koning. Hij wil natuurlijk dat Lucifer slaagt; Milton moedigt hem aan, hij steunt hem. Lucifer is met afstand de meest sympathieke figuur in Paradise Lost, hij kan zelfs, zoals verschillende geleerden hebben opgemerkt, de held van Paradise Lost worden genoemd. William Blake rook dit, toen hij schreef dat Milton in Paradise Lost ‘een groot dichter is, en bondgenoot van de duivel’. | |
De kunstenaar als genieTweehonderd jaar later grepen de romantische dichters als Byron, Words-worth, Keats, Shelley en Coleridge terug op de tijd voor de Verlichting en voor neoklassieke dichters als John Dryden en Alexander Pope; zij grepen terug op Milton. Anders dan de neoklassieke dichters, was Milton in staat emoties als ontzag, fascinatie en gevaar te raken - het romantische sublieme. Zij lieten zich vooral inspireren door zijn beschrijving van Lucifer: zoals Lucifer, kwam ook de romantische dichter in opstand tegen de neoklassieke harmonie, de beperkingen aan inhoud en vorm van de poëzie; zoals Lucifer, verwerpt de romantische dichter de culturele rol van gedienstige versiering binnen een hiërarchische orde krachtig. Hij minacht de steun van koninklijke of aristocratische patronage, of van een burgerlijk publiek dat hij als cultuurbarbaars veracht. In feite vertaalden de Romantische dichters het portret dat Milton schetste van Lucifer van het domein van de engelen naar dat van de mensen, om een nieuw portret te modelleren van de kunstenaar als genie; dat wil zeggen, zij maakten een wereldse versie van de aangepaste leer over engelen van Milton. Tot deze tijd was een kunstenaar - een beeldhouwer of schilder - iemand als een timmerman of een loodgieter. Hij | |
[pagina 204]
| |
zou zich hebben aangesloten bij een meester in diens atelier, en zich in verschillende fases hebben opgewerkt tot hij zijn eigen bevoegdheid kreeg en zichzelf als onafhankelijk kunstenaar kon vestigen. Maar nu werd de kunstenaar uitgeroepen tot een genie. Het traditionele karakter van kunst als afheelding van de werkelijkheid - afgeleid van het Griekse woord mimesis, ofwel gebaseerd op een imitatie, hetzij van Platoonse vormen, hetzij van een enkel individu - wordt hier omgeworpen; juist het tegenovergestelde geldt: de kunstenaar beweert nu letterlijk scheppend te zijn. Het is niet langer een metafoor: hij brengt iets voort dat er niet eerder was. Eigenlijk neemt hij de plaats van God in. Eigenlijk heeft hij God de Vader gedood. Met Lucifer verklaart ook hij: ‘We kennen niemand vóór ons, zelf verwekt zijn wij’ We kunnen de invloed van het gewijzigde portret van Lucifer dat Milton schetste verder volgen. Volgens de theorie van Harold Bloom begon iedere romantische dichter zijn loopbaan met het gevoel dat hij te laat mee ging doen, dat hij door de overweldigende werken van zijn voorgangers was veroordeeld tot een ondergeschikte en onbeduidende rol. Door deze angst voor de invloed van zijn voorgangers en de dreiging van een uiteindelijk minderwaardige status, wordt hij aangemoedigd zijn voorgangers ‘vooraf te gaan’ door zijn opstand nog uitgesprokener te maken, door te proberen nog dichter bij het romantisch sublieme te komen, en door zijn herculische prestaties de bordjes te verhangen, de richting van de invloed om te keren, en zijn intimiderende voorgangers te verbannen naar de kantlijn en de vergetelheid waaronder hij eerst zelf leed. Met andere woorden, hij probeert zijn voorgangers in dezelfde romantische wedijver te overschaduwen en te vervangen - om het artistieke genie te worden. Door dit te bereiken ontkent, verwerpt, en ‘vermoordt’ hij ‘vader’ John Milton, die de hele romantische opstand inspireerde. Hij verwerpt en ‘vermoordt’ ook de latere ‘vaders’, zijn eigen broeders, de andere kuikens in het nest, om alleen zelf over te blijven. Wie het werk van René Girard kent, zijn theorie over de mimetische begeerte, zal herkennen hoezeer de theorie van Girard past bij het betoog van Bloom. Volgens Girard begeren we datgene waarvan we zien dat anderen het begeren; dat wil zeggen, dat onze begeerten van nature geen specifiek object betreffen, maar onbepaald zijn en door opvoeding worden geleerd. Als een kind eenmaal merkt wat andere kinderen waarderen en begeren, gaat hij hetzelfde waarderen en begeren, waarmee een fundamentele wedijver in gang wordt gezet die steeds hoger en hoger oploopt, tot er geweld uitbreekt. Dit geldt evenzeer voor volwassenen. Volgens Girard is dit de oorsprong van cultuur in iedere voormenselijke gemeenschap; de enige mensachtigen die dergelijk geweld overleefden zijn degenen die het ‘zondebok’-mechanisme hebben ontdekt, waardoor het geweld dat anders leidt tot een ‘strijd van allen tegen allen’ en dat de groep dreigt te vernieti- | |
[pagina 205]
| |
gen, wordt gericht tegen een onbeduidende figuur die op de een of andere manier vreemd of anders is, en aan wie de schuld van de ongeregeldheden kan worden gegeven. Het doden en verwijderen van de zondebok maakt het mogelijk dat er weer rust in de groep komt. Op dit moment wordt het individu dat eerst als een schurk en als de oorzaak van alle onrust werd aangeklaagd, verheven tot een redder die door zijn dood het geweld heeft overwonnen en de groep heeft verzoend. Hij wordt vereerd als een god, en zijn zelfopoffering en daaropvolgende verering worden in een regelmatig ritueel herhaald wanneer er weer mimetische ongeregeldheden dreigen te ontstaan. Dit is de oorsprong van de religieuze cultus. Volgens Bloom bepaalt een dergelijke wedijver de verhouding tussen de romantische dichters onderling, wordt ieder van hen ertoe gedreven de imponerende prestaties van zijn voorlopers te overtreffen door eigen bovenmenselijke inspanningen, en zo zijn voorlopers te verwijzen naar de onbeduidendheid en bijkomstigheid die hijzelf aanvankelijk voelde. Wat Bellah en Taylor ‘expressief individualisme’ noemen, is het naar alle lagen van de bevolking verspreiden en voor iedereen algemeen geldig verklaren van dit omvormen van de kunstenaar tot een genie, of, vanuit de andere kant bezien, de bewering dat iedereen kan delen in de voorrechten en hogere status die tot nu toe was voorbehouden aan enkelen. We zien een verspreiding van de romantische opstand van een elite naar iedereen. We worden daardoor aangemoedigd, onze aanspraak op een verborgen goddelijke of onafhankelijke status te benadrukken, en door onze aansluitende houding en gedrag deze status niet langer verborgen te houden. We kunnen nu allemaal zeggen: ‘We kennen niemand vóór ons, zelf verwekt zijn wij’. | |
BesluitSamengevat: wanneer de Vader te ontoereikend wordt, wanneer hij ons een last oplegt die wij te zwaar en oneerlijk vinden, is het enige passende antwoord hem te verwijderen of te doden. Een voorafschaduwing van en toestemming voor een dergelijke reactie wordt gegeven door het portret dat Milton in Paradise Lost schetst van Lucifer. Dit wordt dan in de negentiende eeuw verplaatst van het domein van de engelen naar dat van de mensen, door de beschrijving van de kunstenaar als genie, en is sindsdien in onze tijd algemeen verspreid en geldig verklaard als de ethiek van ‘expressief individualisme’. In die mate waarin we het ‘expressief individualisme’ omhelzen als de standaard levensstijl van onze tijd, zijn we impliciet toegewijd aan de Lucifer van Milton als het archetype van menselijke zelfvervulling of zelfverwerkelijking, dat, denk ik, echter een giftig model is. Het verandert niet alleen vroeger ketters genoemd gedrag in een aanvaarde vorm van gedrag, | |
[pagina 206]
| |
het onthult het en roept het uit tot het niet langer geheime ideaal van menselijke ontwikkeling. Het is een omkering van het geheel van de vanouds voornaamste symbolen in het Westen: wat vroeger de meest verregaande en beledigende godslastering was, wordt nu gevestigd en nauwkeurig omschreven als orthodoxie. Een slimme en goed vermomde terroristische aanval op een godsdienstige tempel is niet alleen de verwezenlijking van een verbazingwekkende ontheiliging, maar slaagt er ook in zichzelf subtiel voor te doen als het nieuwe geloof van de gemeenschap. Deze tekst werd in april 2015 in het Engels uitgesproken door de auteur, tijdens een publieke lezing georganiseerd door UCSIA, in samenwerking met het Centrum Pieter Gillis van de Universiteit Antwerpen. De tekst werd vertaald en ingekort door Herman Simissen. |
|