constateert dat het gekwantificeerde tijdsverloop van de industriële tijd ontwrichtend heeft gewerkt, en dat de onttovering zoals door Max Weber geanalyseerd ons in de stalen kooi van de noodzaak heeft gedwongen.
In een persoonlijk doorleefde geschiedenis van de problematiek van de vervreemding evoceert Ludo Abicht de stadia die het begrip heeft doorlopen van de erfzonde tot Marx, en van de Romeinse alienatio (diefstal) tot de oproep die de vervreemding vandaag aan ons richt. Omdat postmarxisten zoals Chantal Mouffe het begrip irrelevant vinden, wil Thomas Decreus de aliënatie opnieuw definiëren als een onvermijdbare ontologische conditie. Als je deze niet meer kan plaatsen, dan heb je de ware (dubbele) vervreemding.
Jacques De Visscher gebruikt het woord ‘vervreemding’ niet, maar beschrijft wel de vervreemde (moderne) conditie. Zelfhaat en de dedramatisering van het leven zijn de eigenmachtige levensvormen van de moderniteit. Herbert De Vriese sluit zich daarbij aan. Uitgaand van een pakkende scène uit Ingmar Bergmans film Als in een donkere spiegel, plaatst hij ons voor de keuze tussen ons geweten en onze ‘authenticiteit’. Annemarie Estor schetst in ‘De gedownloade mens’ de ultieme vervreemding: hoe we, startend bij allerlei lichaamsverlengingen, ten slotte bij lichaamsvervanging uitkomen.
Paul Verhaeghe bespreekt de pas uitgekomen DSM 5.0, het wereldwijd gehanteerde psychodiagnostische handboek dat ooit een antwoord moest bieden op de aliënerende psychiatrie van de jaren zestig, maar dat ondertussen meer vervreemdende effecten sorteert dan de te bestrijden kwaal. Wanneer Lieven Jonckheere de modieuze aspecten van het verschijnsel autisme analyseert, komt hij uit bij taalvervreemding. Heeft de autist moeilijkheden met de inherente dubbelzinnigheid van de taal? Welaan, laten we de taal doen opschuiven richting pictogrammen en emoticons.
Dit themanummer begint en eindigt literair. Franz Kafka, schrijver van de vervreemding, kon niet ontbreken, en het is David Dessin die hem aankaart in een merkwaardige combinatie met J.J. Voskuil, de auteur van Het bureau, met als thema de relatie tussen vervreemding en vriendschap.
Hoe men het ook draait of keert (en dat hebben de auteurs in dit nummer gedaan), het vervreemdingsconcept zelf stelt een eis aan de mens, namelijk de vervreemding terug te dringen of zelfs ongedaan te maken. De vraag is alleen: om in welke toestand te belanden? Bij een menselijke essentie? Het is een Streven als het ware, waar Streven nog niet uit is...
Georges De Schrijver en Jean-Pierre Rondas