Streven. Jaargang 79
(2012)– [tijdschrift] Streven [1991-]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 804]
| |
Jaap van Marle
| |
[pagina 805]
| |
Toch ben ik in mijn onderzoek een aantal bijzonder goede stukken over Karl May en zijn werk tegengekomen. Dit staat in schril contrast tot de beeldvorming die er ten aanzien van de literatuur over Karl May en diens werk lijkt te bestaan. Zo heb ik meer dan eens kunnen constateren dat velen niet alleen Karl May en zijn werk niet serieus nemen - het beeld van oplichter en overschrijver is wijdverbreid en nog altijd actueel - maar interessant is ook dat velen van mening lijken te zijn dat degenen die zich met Karl May bezighouden al evenmin serieus genomen kunnen worden. In academische kring is het eenvoudigweg not done om je met Karl May bezig te houden. Hoe onterecht in algemene zin misschien ook, helemaal onbegrijpelijk is dit wantrouwen jegens de literatuur over Karl May overigens nu ook weer niet. Het is namelijk toch wel opmerkelijk met welk een gemak er van alles over Karl May en zijn werk wordt beweerd, zonder dat er argumenten zijn die deze claims ondersteunen. Zo zou je op grond van sommige bronnen bijna gaan denken dat zo ongeveer alle successen van het Duitse leger tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn toe te schrijven aan het feit dat Hitler en zijn belangrijkste generaals Karl May-adepten zouden zijn geweest. Ook de stelligheid waarmee wel is beweerd dat Karl May in 1912 Adolf Hitler in Wenen zou hebben ontmoet en het gemak waarmee vervolgens wordt geclaimd dat deze laatste diep door Karl May zou zijn beïnvloed, roept op zijn minst vragen opGa naar eindnoot[1]. Echt bewijs voor deze ontmoeting ontbreekt namelijkGa naar eindnoot[2]. Ook allerlei andere stellingen - hij zou een gespleten persoonlijkheid hebben gehad, hij zou homoseksueel zijn geweest, enzovoort - worden met een opmerkelijke luchtigheid geponeerd, zonder werkelijke onderbouwing. Zijn persoon en zijn werk - met name zijn ingewikkelde privé- en schrijversleven in combinatie met zijn enorme populariteit - hebben klaarblijkelijk een bron voor ongebreidelde speculatie gevormd, en voor de niet-expert is het moeilijk om door alle bomen steeds het bos te blijven zien. Gelukkig, ik zei het al, is er ook serieuze literatuur over deze auteur: langzamerhand lijkt Karl May en diens werk onderwerp voor serieuze studie te wordenGa naar eindnoot[3]. En terecht, ongeacht de vraag of het een oplichter was en ongeacht de vraag of hij zijn eerste vrouw Emma wel correct heeft behandeld, de werkelijk onvoorstelbare populariteit van zijn werk vraagt om serieus onderzoek. Generaties jongens en volwassenen - over zijn populariteit onder vrouwen weten we niet veel - zijn opgegroeid met door Karl May verwoorde en deels zelfs in het leven geroepen ‘beelden’ van het Verre Westen van de Verenigde Staten, het Ottomaanse Rijk en andere exotische oordenGa naar eindnoot[4]. Anders gezegd, Karl May heeft generaties een wereldbeeld verschaft en in die zin is hij van grote invloed geweest. Dat er over die wereldbeelden van alles te zeggen valt, is duidelijk. Deze wereldbeelden dienen met name uitgangspunt voor serieuze studie te zijn. | |
[pagina 806]
| |
Karl May als romantisch schrijverAls er één discipline is waar Karl May niet populair is, dan is dat wel de literatuurwetenschap. Ook al behoort hij zonder enige twijfel tot de meest gelezen schrijvers ooit, in de letterkunde en in het letterkundig onderzoek neemt het oeuvre van Karl May op zijn best een marginale plaats in. Men mag dit onterecht vinden, maar helemaal onbegrijpelijk is dit nu ook weer niet. Ook als Karl May niet de naam had gehad van een oplichter en ‘overschrijver’, dan nog zou hij zich nooit de positie van vooraanstaand auteur hebben verworven, dit als gevolg van het genre dat hij beoefende. Karl May schreef namelijk ‘avonturenboeken’ en dat genre heeft bij letterkundigen in de regel weinig aanzien. Avonturen-romans behoren tot de ‘populaire literatuur’ en deze heeft weinig status en dringt vrijwel nooit door tot de literaire canonGa naar eindnoot[5]. Naar het oordeel van letterkundigen gaat het om ‘gebruiks- of wegwerpliteratuur’ en dat zit in de hoek van de low culture. Een uitstapje naar het medium film maakt veel duidelijk. Avonturen-films met hun bijbehorende helden scoren, net als avonturenromans, nooit hoog qua culturele waarde. Of het nu gaat om de gesoigneerde James Bond of latere, veel ruigere helden als Rambo of John McClane (de held uit de Die hard-reeks), dit soort films maakt geen schijn van kans om enige culturele status te verwerven. En toen de Amerikaanse president Ronald Reagan zich eens lovend uitliet over een Rambo-film, was dat voor veel Nederlanders het ultieme bewijs van de intellectuele leegte van deze president. Tegenwoordig lijkt vooral de film hét medium te zijn om ‘avonturenverhalen’ vorm te geven; in de negentiende eeuw was echter de roman hét vehikel om het avonturenverhaal aan de man te brengenGa naar eindnoot[6]. En Karl May was een meester in dit genre. De vraag rijst echter wel of de boeken die Karl May schreef ‘alleen maar’ avonturenromans waren. Voor de Karl May-liefhebber is dit overigens een retorische vraag die hij zonder meer met ‘nee’ zal beantwoorden. Echter, wanneer het antwoord op deze vraag inderdaad ontkennend is, dan rijst ogenblikkelijk de vraag: wat voor boeken waren het dan eigenlijk wel? En in het verlengde daarvan: wat was Karl May eigenlijk voor een soort schrijver? Om op deze laatste vraag wat meer greep te krijgen, zal ik de stelling verdedigen dat Karl May allereerst als een romantisch schrijver moeten worden gezien. Op zich zegt een dergelijke typering natuurlijk nog niet zo veel - er zijn immers allerlei soorten romantici - maar waar het me boven alles om gaat, is dat we er verstandig aan doen Karl May als een serieus schrijver te beschouwen. Karl May schreef niet in een cultureel vacuüm, maar hij was een uiterst succesvol schrijver die zijn tijd verstond, die aanvoelde wat zijn publiek wilde, en die met de taal, beelden | |
[pagina 807]
| |
en ideeën kwam die zijn publiek kon plaatsen. Karl May was zo populair omdat hij de wereld beschreef op een manier die zijn negentiende-eeuwse publiek herkende en waardeerde, hij appelleerde aan het normen- en waardesysteem van zijn tijd, en hij paste in een culturele stroming die met de term ‘romantiek’ wordt aangeduid. Zo bezien is het merkwaardig dat veel letterkundigen het werk van Karl May links hebben laten liggen. Zij hebben klaarblijkelijk meer belangstelling voor de ‘echte’ - zogenaamd ‘hogere’ - literatuur. Mijn betoog vandaag is er vooral op gericht om aan te tonen dat dit vanuit een cultuurwetenschappelijk perspectief niet alleen aanvechtbaar is, maar dat zij daar ook zeer onverstandig aan doen. Cultuurwetenschappelijk onderzoek is vooral relevant wanneer het de culturele vooronderstellingen en beelden van een bepaalde periode blootlegt en begrijpelijk maakt. De immense populariteit van het oeuvre van Karl May schreeuwt bijgevolg om een cultuurwetenschappelijke duiding, wat betekent dat het voor letterkundig onderzoek juist een bijzonder interessant object vormt. Kortom, ik zal het standpunt verdedigen dat Karl May als een romantisch schrijver moet worden beschouwd. En ik zal dat doen, en ik weet dat dat gelijk staat aan vloeken in de kerk, door een aantal parallellen te trekken met het werk van Multatuli, een representant van de high culture bij uitstekGa naar eindnoot[7]. Multatuli is terecht getypeerd als een romanticus, ook al is duidelijk dat hij ook invloeden onderging van andere culturele en intellectuele stromingen. Voor neerlandici pur sang is dat wellicht even schrikken - Multatuli wordt nog altijd gezien als een van de grootste schrijvers van Nederlandse bodem en de Max Havelaar als het beste boek - maar juist deze vergelijking stelt mij in staat een aantal kenmerken van Karl Mays oeuvre nader aan de orde te stellen. | |
Het oeuvreZowel Karl May als Multatuli hebben een zeer omvangrijk oeuvre op hun naam staan. Alleen al de bekende Karl May-reeks, bestaande uit de 25 door Het Spectrum uitgegeven pockets, beslaat al zo'n 8.750 pagina's tekst in kleine lettertjes en enkele regelafstand. Deze eerste reeks wordt gevolgd door nog een tweede reeks van eveneens 25 op dezelfde wijze uitgegeven pockets, wat de totale omvang op zo'n 17.000 dikbedrukte pagina's brengt. En ik hoef hier niet bij te vertellen dat dit nog lang niet alles is wat Karl May heeft geschreven. Vrijwel al het latere, symbolische werk is niet in deze reeks van in totaal 50 delen opgenomen. Ook Multatuli heeft een zeer omvangrijk oeuvre geschreven. Zoals bekend bestaat dat niet alleen uit de Max Havelaar en Minnebrieven, het zijn vooral de in ruim vijftien jaar verschenen zeven delen Ideeën die zijn oeuvre een buitengewone omvang geven. | |
[pagina 808]
| |
OnsamenhangendInteressanter dan de omvang is misschien wel het feit dat beide oeuvres, zij het ieder op geheel eigen wijze, iets ongestructureerds, iets onsamenhangends over zich hebben. Wat Multatuli betreft geldt dit natuurlijk met name voor de Ideeën, maar dat is dan ook wel een heel bont geheel van stellingen, aforismen, essays, parabels, korte dialogen, een toneelstuk en persoonlijke ontboezemingenGa naar eindnoot[8], met, alsof dat alles niet genoeg is, daar doorheen de geschiedenis van Woutertje PieterseGa naar eindnoot[9]. Karl Mays oeuvre is mijns inziens eveneens ongeordend, maar het onsystematische in zijn werk is veeleer het gevolg van het feit dat hij in strikte zin een veelschrijver was. Hij schreef veel van de verhalen door elkaar heen, en pas later werd een zekere ordening aangebrachtGa naar eindnoot[10]. Ook werden sommige verhalen later herwerkt. Dit was vooral het geval bij de revisie die de eerst in het tijdschrift Deutscher Hausschatz uitgegeven reisverhalen ondergingen toen zij in boekvorm werden uitgegeven (in de bekende Gesammelte Reiseerzählungen). Maar ook andere ‘herwerkingen’ komen voor, en ook de titels kunnen veranderen. Dit alles heeft er ook toe geleid, dat de verhalen bepaald niet probleemloos op elkaar aansluiten en soms is er zelfs sprake van echte inconsistenties. Ondanks de verschillen tussen Multatuli en Karl May springt de overeenkomst tussen hun oeuvres in het oog: in beide gevallen gaat het om heterogene, weinig gestructureerde en soms naar chaos neigende oeuvres. | |
ExotismeOok al zijn er op dit punt allerlei verschillen tussen Multatuli en Karl May, hun beider belangstelling voor landen en volkeren buiten Europa springt in het oog. Beide auteurs neigen naar een zeker exotisme. Zoals bekend richt Multatuli zich met name op Nederlands-Indië, terwijl de verhalen van Karl May zich in een veel groter aantal exotische oorden af spelen (Noord en Zuid-Amerika, de Oriënt - het Ottomaanse Keizerrijk, maar bijvoorbeeld ook India - de Balkan, de Stille Zuidzee, enzovoort). Bij Karl May is de neiging tot exotisme misschien sterker, maar hoe men het verder ook wendt of keert, deze belangstelling voor gebieden buiten Europa geeft beide auteurs een positie die toch duidelijk afwijkt van die van al die auteurs met een duidelijke oriëntering op het eigen land. | |
StellingnameZoals Multatuli aandacht vroeg voor het lot van de inlanders in het voormalige Nederlands-Indië, natuurlijk vooral in de Max Havelaar, zo vraagt | |
[pagina 809]
| |
Karl May aandacht voor het lot van de Noord-Amerikaanse indianen. Deze inhoudelijke parallel in het werk is tekenend voor het schrijverschap van beide auteurs. Beiden stelden een maatschappelijke problematiek aan de orde en namen daar ook duidelijk stelling in. Karl May laat niet na aandacht te vragen voor het lot van indianen en steeds neemt hij het standpunt in dat de indianen de onschuldige slachtoffers zijn van de blanken. Zeker voor de echte Yankees kan hij weinig waardering opbrengen, het is opmerkelijk hoe vaak hij zich in negatieve zin over hen uitlaat. Het zijn met name de Yankees die de indianen keer op keer bedriegen, beroven en aanvallen en het is dit gedrag dat de indianen tot agressie en opstand jegens alle blanken brengt. Zelfs de ‘slechte’ indianen - en laten we niet vergeten dat die veelvuldig door Karl May ten tonele worden gevoerd - zijn vooral slachtoffers, die eigenlijk medelijden verdienen. Hoe wijdverbreid deze zienswijze van Karl May toentertijd was, behoeft nader onderzoek, maar het is ongetwijfeld Mays grote verdienste geweest dat hij een breed publiek heeft geconfronteerd met het lot van de inheemse bevolking van Noord-Amerika. Deze volkeren werden van hun land verdreven, hun natuurlijke voedselbronnen werden hen ontnomen en wanneer zij in opstand kwamen werden ze uitgeroeid, niet zelden door het Amerikaanse leger. Zoals Multatuli het Nederlandse volk confronteerde met het lot van de inheemse, Javaanse bevolking en de gevolgen van het door Nederland gevoerde beleid, - ook bij Multatuli is er duidelijk sprake van kritiek aan het adres van de blanke overheersers - zo confronteerde Karl May zijn lezers met de ondergang van de indiaanse volkeren als gevolg van het beschamende optreden van de blanken. | |
HumorTyperend voor het werk van Multatuli, en ook vaak geroemd, zijn de humoristische personages en passages. Zowel Droogstoppel in de Max Havelaar, als Juffrouw Laps in Woutertje Pieterse zorgen voor de nodige hilarische momenten, en dergelijke komische figuren en situaties passen ongetwijfeld in een negentiende-eeuwse traditie (denk bijvoorbeeld ook aan dit soort humoristische elementen in de Camera Obscura van Beets en in het werk van Piet Paaltjens). Ook Karl May zette allerlei humoristische figuren in. De zwarte bediende Tom, de Engelsman Sir David Lindsay, en, natuurlijk, Hadji Halef Omar - om maar een paar van de bekendste personages te noemen - passen naadloos in de romantische verhaaltrant van de negentiende eeuw. | |
[pagina 810]
| |
PersoonlijkheidEn dan is er nog de overeenkomst in ‘persoonlijkheid’. Niet alleen hebben beide schrijvers een voor hun tijd onorthodox bestaan geleid, maar bij beiden lopen fictie en werkelijkheid door elkaar. Zoals Multatuli Max Havelaar is, zo is Karl May eenvoudigweg Old Shatterhand en Kara Ben Nemsi. Bij Karl May ging dit nog verder daar hij zich als Old Shatterhand en Kara Ben Nemsi liet fotograferen, met alle bekende parafernalia erbij. Dit ging zelfs zo ver dat hij de zilverbuks, de berendoder en de henrybuks heeft laten namaken, terwijl hij ondertussen deed voorkomen alsof ze echt waren. In de verhalen kan er geen misverstand over bestaan dat Old Shatterhand een en dezelfde persoon is als de schrijver Karl May, en in het echte leven deed Karl May voorkomen alsof hij Old Shatterhand en Kara Ben Nemsi was, met als suggestie dat de verhalen op de werkelijkheid berustten en dat hij deze verhalen daadwerkelijk zelf had beleefd. Samengevat kan men stellen dat Karl May een schrijver was die zich bediende van de middelen en thema's van zijn tijd en die een oeuvre heeft opgebouwd dat probleemloos in de romantische traditie van de negentiende eeuw past. Voorts was Karl May het type schrijver bij wie werkelijkheid en fictie door elkaar liepen. | |
Karl May als ‘onderwijzer’Wat was Karl May nu eigenlijk voor schrijver en wat voor boeken schreef hij precies? De constatering dat hij past in de romantische traditie van de negentiende eeuw is zeker van belang, maar het typeert zijn schrijverschap nog onvoldoende. Cruciaal voor Karl Mays schrijverschap is zijn duidelijke wil om zijn publiek te onderrichten. Hij was boven alles de auteur die zijn publiek kennis wilde bijbrengen over vreemde landen, hun geografische bijzonderheden (met natuurlijk veel aandacht voor het spectaculaire: de woestijnen, het hooggebergte, de geisers van Yellowstone Park, de zoutmeren in Noord-Afrika), hun bewoners en hun gebruiken. Dit alles moet vooral ook in het perspectief worden gezien van het feit dat Karl May zich met name richtte op een niet-elitair, laag opgeleid publiek. In de tweede helft van de negentiende eeuw kreeg een steeds groter deel van de bevolking betere scholing - de geletterdheid, het daadwerkelijk kunnen lezen, nam duidelijk toe - en men kreeg bovendien meer vrije tijd. Een steeds groter deel van de bevolking kreeg tijd om te lezen en de uitgeverijen speelden hier nadrukkelijk op in. Als gevolg hiervan ontstond de massaliteratuur. Karl May nu richtte zich als een ware volksschrijver op deze niet breed ontwikkelde bevolkingsgroepen, | |
[pagina 811]
| |
met als doel hen nader te onderrichten. Deze kennis bracht hij aan de man door het in spannende en vlot geschreven verhalen te verpakken. Karl May wilde zijn publiek niet alleen onderrichten, hij wilde het ook stichten. May voedde zijn lezerspubliek duidelijk op in een christelijke traditie. Hoe vreemd dit misschien ook klinkt, Old Shatterhand, Kara Ben Nemsi en ook Winnetou zijn boven alles menslievend, vergevingsgezind en, zoveel als maar mogelijk is, wars van geweld. De latere geweldloze May zien we in feite al weerspiegeld in de hoofdpersonen van zijn eerdere werk. In zijn avonturenboeken heeft May, zoals Peter Rietbergen terecht heeft gesteld, duidelijk de behoefte gehad om zichzelf - via zijn literaire alter ego's - als belichaming van Christus te zien. Met name Old Shatterhand vertoont in sommige boeken duidelijk messiaanse trekjes. Geweld wordt alleen dan gebruikt wanneer het absoluut noodzakelijk is. Boeven laat men bij voorkeur lopen - ook als dat opnieuw gevaar oplevert! - onder het motto: hij heeft mij niets gedaan, dat geeft mij dus niet het recht hem iets te doen. De vergevingsgezindheid van Old Shatterhand/Kara Ben Nemsi lijkt geen grenzen te kennen, met als gevolg dat Old Shatterhand/Kara Ben Nemsi herhaaldelijk in de grootste problemen komt. Dit is voor hem echter geen reden om van deze strategie af te wijken. In de reisavonturen dragen de alter ego's van Karl May een compromisloze, christelijke moraal uit, hoe onaangenaam de consequenties daarvan voor de hoofdpersoon ook zijn. Er is nog een derde opvoedkundig element dat kenmerkend is voor Mays werk, namelijk zijn wel heel duidelijke nationalistische oriëntering. In het nog zeer jonge Duitsland van de jaren 1870 en 1880 neemt May een onvervalst pro-Duits standpunt in. Niet alleen komen er in verhouding wel heel veel Duitsers in zijn verhalen voor - je zou soms bijna denken dat het in het Wilde Westen van de Duitsers wemelde - maar Duitsers zijn boven alles rechtschapen en godvruchtig, en niet zelden het slachtoffer van onbetrouwbare Yankees of Mexicanen. Daarnaast zijn Mays literaire alter ego's er duidelijk trots op Duitser te zijn. Ook deze nationalistische oriëntering maakt Karl May weer tot een typisch negentiende-eeuws schrijver. Deze eeuw was er een waarin het nationalisme hoogtij vierde en veel literatuur fungeerde als instrument om dit uit te dragen (denk aan ‘Wien Neêrlandsch bloed door d'ad'ren vloeit’ van Tollens). Karl May past dus naadloos in deze traditie. Karl May was een schrijver die zich bewust richtte op een laaggeschoold publiek. Op allerlei manieren probeerde hij zijn lezers niet alleen te onderrichten maar ook te stichten en hij bediende zich hierbij van een aantal, in die tijd populaire literaire middelen en beelden. Dit laatste maakt hem dus - als kind van zijn tijd - tot een romantisch schrijver, zij het dat die middelen vooral in dienst hebben gestaan van de opvoedkundige en stichtelijke doelen die hij zichzelf stelde. | |
[pagina 812]
| |
Overpeinzingen tot slotAan het slot van deze korte beschouwing over het schrijverschap van Karl May moet mij echter wel van het hart dat bij mij de twijfel soms toeslaat ten aanzien van de houdbaarheid van mijn conclusies. Ik stel mijzelf dan met name de vraag of ik in het voorafgaande niet te naïef ben geweest. Heb ik Karl May en diens schrijverschap niet te mooi voorgesteld? Ben ik, met zoveel anderen, niet met open ogen in de val gelopen van een getalenteerd en behendig schrijver die me een rad voor ogen heeft gedraaid met zijn neiging om zichzelf - via zijn literaire alter ego's - als een soort messias voor te stellen om een vroom christelijke moraal uit te dragen? En die daarnaast zijn publiek wilde onderrichten over de wonderen van deze aarde? Ik moet bekennen dat deze gedachte mij soms bekruipt. Niet dat ik denk dat het voorafgaande geheel onjuist is, wel vrees ik dat het niet meer is dan één van de waarheden die over Karl May en zijn werk kunnen worden verteld. Anders gezegd, er zijn ook heel andere ‘waarheden’ die in verband met Karl May en diens oeuvre naar voren kunnen worden gebracht. Verreweg de meeste verhalen met Old Shatterhand en Kara Ben Nemsi als hoofdpersonen zijn ontstaan tussen 1879 en 1891 (er zijn eerdere aanzetten, sommige verhalen zijn van later datum, maar dat zijn allemaal uitzonderingen). Dit zijn dus zijn stichtelijke werken waarin Karl May zijn lezers probeerde op te voeden met een duidelijk christelijke, pacifistisch georiënteerde moraal. Deze ‘reisverhalen’ zijn vanaf 1892 verschenen in Carl May's Gesammelte Reiseromane (later getiteld: Karl May's Gesammelte Reiseerzählungen), maar oorspronkelijk waren de meeste van deze verhalen verschenen in het weekblad Deutscher Hausschatz. En dit weekblad was katholiek. Dat wil zeggen, de protestant Karl May schreef voor een rooms-katholiek weekblad, een voor zijn tijd bepaald geen probleemloze kwestie. En Karl May ging zelfs nog verder, hij schreef ook een aantal Maria-kalenders, wat de zaak natuurlijk alleen nog maar erger maakte. Zoals bekend, lag de positie van de rooms-katholieke kerk en van het rooms-katholieke volksdeel in het - jonge - Duitsland van Bismarck erg gevoelig. In het nieuwe Duitsland woedde al snel een strijd tussen de moderne (liberale) staat en de reactionaire rooms-katholieke kerk (de zgn. Kulturkampf), waarbij het - internationale - katholicisme als vijand van het Duitse rijk werd gezien. In dit perspectief gezien is het dan ook bepaald niet verwonderlijk dat dit ‘heulen met de vijand’ Karl May duur is komen te staan. Het feit dat hij als protestant voor een rooms-katholieke uitgever werkte en ook roomse teksten schreef, lag dermate gevoelig dat dit hem - alweer - als een vorm van bedrog werd aangerekend. Tot aan zijn dood - en lang daarna - is de notie van be- | |
[pagina 813]
| |
drieger en oplichter aan Karl May blijven kleven, zowel aan de schrijver als aan de mens. En dat is niet het enige wat tot nadenken stemt. In precies dezelfde periode dat hij aan zijn ‘stichtelijke’ Old Shatterhand- en Kara Ben Nemsiteksten werkte, schreef May - onder pseudoniem of anoniem - zijn zogenaamde colportageromans (geschreven tussen 1882 en 1888). En deze waren helemaal niet educatief, stichtelijk en/of moraliserend, maar, volgens de normen van die tijd, onfatsoenlijk en soms zelfs aanstootgevend. Toen eenmaal bekend werd dat Karl May de auteur van deze vele duizenden pagina's beslaande - en zeer populaire! - colportage-romans was, werd hem door zijn vijanden zelfs immoreel gedrag verweten. Juist het feit dat hij deze colportageromans gelijktijdig met zijn ‘prijzenswaardige’ Old Shatterhand- en Kara Ben Nemsi-romans had geschreven, maakte de zaak er natuurlijk niet beter op. Ook al valt het met het aanstootgevende karakter van deze boeken voor de tegenwoordige lezer allemaal nogal mee, het lijkt me onbetwistbaar dat het, bezien in het perspectief van Karl Mays tijd, voor een christelijk auteur toch wel heel opmerkelijke geschriften waren die absoluut haaks stonden op zijn ‘stichtelijke’ reisavonturen. In de colportageromans laaien de hartstochten hoog op, mannen werpen geïnteresseerde blikken op vrouwen (en omgekeerd!), er komen onwettige kinderen in voor, en men treft er soms zelfs toespelingen op het niet eerbiedigen van de huwelijkse trouw in aan. En, zoals gezegd, een educatief of stichtend element is in veel van deze romans ver te zoeken. Kortom, bij de lectuur van de colportageromans betreedt men een wereld die mijlenver afstaat van de stichtelijke reisromans, een wereld waarin van hartstochtelijke verwikkelingen geen sprake is. Dat dezelfde Karl May - daarnaast - ook nog jeugdboeken schreef (tussen 1887 en 1897, al zijn er eerdere aanzetten), maakt het beeld in zekere zin compleetGa naar eindnoot[11]. Is Karl May uiteindelijk toch niet vooral een getalenteerd opportunist die eenvoudigweg schreef wat de verschillende publieken die hij bediende van hem verwachtten? Ging het hem uiteindelijk niet enkel en alleen om roem en geldelijk gewin? Na 1890 werd Mays roem steeds groter. Vanaf 1892 werden zijn in Deutsche Hausschatz gepubliceerde reisverhalen in boekvorm uitgegeven door het uitgevershuis Friedrich Ernst Fehsenfeld. Ook ging het hem financieel voor de wind. Dat de - onfatsoenlijke - colportageromans niet goed in dit beeld pasten, is niet verwonderlijk en toen deze tussen 1900 en 1906 in boekvorm en onder Mays echte naam - en dus niet langer anoniem of onder pseudoniem - op de markt werden gebracht, heeft hij getracht dit te beletten. Na 1900 zwol de kritiek aan. Het feit dat Karl May deed voorkomen alsof hij alle avonturen uit zijn reisverhalen zelf had beleefd, bracht hem in ernstige problemen. Het beeld van bedrieger en oplichter bleef hem | |
[pagina 814]
| |
mede daardoor achtervolgen. Naast zijn eigen persoonsverheerlijking en ijdeltuiterij, speelden de hierboven vermelde geloofskwestie en zijn ‘onfatsoenlijke’ romans hem duidelijk parten, en zelfs zijn stichtelijk en moraliserend werk kwam onder vuur te liggen. In werkelijk alle opzichten moest hij het ontgelden; ook de misstappen uit zijn jeugd - de door hem gepleegde diefstallen waarvoor hij zelfs in de gevangenis had gezeten - werden opnieuw door zijn vijanden opgerakeld. Karl Mays reactie was heftig, hij brak met de genres waarmee hij tot dan toe zo succesvol was geweest en hij schreef alleen nog maar beschouwend, religieus getint werk. Voor wie wil achterhalen waarom Karl May zo ongekend populair was, is dit latere, ‘symbolische’ werk minder interessant, daar dit nooit zo populair is geworden als zijn eerdere avonturenverhalen. Het resultaat van deze ommezwaai was echter wel dat Karl May in zijn laatste levensfase evolueerde tot een beproefd en gerijpt schrijver die alleen nog maar serieuze, religieus getinte boeken schreef. Hij had duidelijk afstand genomen van zijn vroegere werk waarin de boodschap steeds in de aansprekende vorm van het avonturenverhaal was verpakt; hij schreef enkel en alleen nog ‘symbolische’ romans met een sterk beschouwend karakterGa naar eindnoot[12]. Het valt zeker niet uit te sluiten dat de zojuist genoemde omslag op latere leeftijd oprecht was en dat hij volledig achter de religieus getinte inhoud van zijn latere werk stond. Toch mag niet onvermeld blijven dat ook op dit punt het van Karl May bestaande beeld van opportunist en oplichter altijd is blijven hangen. De vele rechtszaken waarin hij tot zijn dood verwikkeld bleef, hebben daar zeker toe bijgedragen. En het is tekenend dat zelfs personen die Karl May een goed hart toedragen hem er soms van hebben verdacht dat deze breuk met zijn eerdere werk ook - en misschien zelfs wel: vooral - een tactische manoeuvre is geweest om zijn tegenstanders het gras voor de voeten weg te maaien. En dat laatste zou dan, opnieuw, wéér een andere waarheid zijn die men over Karl May en zijn werk te berde zou kunnen brengen. De auteur hield op 16 maart 2012 in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag een lezing over dit onderwerp binnen een symposium ter gelegenheid van de honderdste sterfdag van Karl May. Dit artikel is een bewerking van de uitgesproken tekst. |
|