Streven. Jaargang 79
(2012)– [tijdschrift] Streven [1991-]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 706]
| |
Luk Corluy
| |
Dilma Rousseff: een succesvolle ‘South-American dream’Dilma Rousseffs levensloop verliep verre van alledaags. Zij werd geboren in Belo Horizonte (Minas Gerais) op 14 december 1947 en groeide op in een upper middle class-gezin met Bulgaarse rootsGa naar eindnoot[1]. Middelbare school volgde zij op het Franstalige Colégio Nossa Senhora van de Zusters van Sion. In 1962 verloor zij haar vader, een succesvolle staal-entrepreneurGa naar eindnoot[2]. Op de Central State High School kwam zij in contact met POLOP (Politica Operária), een factie van de Socialistische Partij. Mettertijd ontstonden er twee groepen binnen de Polop. Rousseff sloot zich, na het werk van Régis Debray gelezen te hebben, aan bij COLINA, de groep die de gewapende strijd hoog in zijn vaandel droeg. In die periode ontmoette zij haar eerste echtgenoot, Cláudio Galeno Linhares. Zij huwden voor de staat in 1968. Rousseffs rol binnen de COLINA- groep is steeds in dichte nevels gewikkeld gebleven. Wellicht bleef deze beperkt tot ‘operationele taken’ als het organiseren van meetings, het transporteren van wapens en het veilig beleggen van buit- | |
[pagina 707]
| |
gemaakte gelden. Het jonge echtpaar zag zich na een tijd gedwongen onder te duiken. Op een van deze geheime meetings ontmoette zij Carlos Franklin Paixão Araújo, hoofd van een dissidente groep van de Braziliaanse Communistische Partij (Partido Comunista Brasileiro - PCB). In 1969 startte Araújo met besprekingen over de samensmelting van zijn groep met COLINA en de VPR (Vanguarda Popular Revolucionária, wat leidde tot de oprichting van de VAR Palmares (Vanguarda Armada Revolu-cionária Palmares). Deze radicaal linkse verzetsbeweging schuwde geenszins het geweld tegen de militaire dictatuur. Dilma Rousseff was een van de leiders van deze revolutionaire groepering. Haar guerrillacarrièreGa naar eindnoot[3] was geen lang leven beschoren. Zij werd gearresteerd in 1970. Bij haar aanhouding was zij gewapend, maar zij gaf zich spontaan over. Zij werd in eerste aanleg veroordeeld tot zes jaar opsluiting. Later werd de straf herleid tot twee jaar en een maand en werden haar voor achttien jaar de burgerrechten ontnomen. In de gevangenis werd zij dagenlang gefolterd. Na haar vrijlating werd zij weggestuurd van de Central State High School. In 1977 zou zij haar economische studies aan de Federale Universiteit van Rio Grande do Sul afronden. Nog tijdens die studies zou zij bevallen van haar enige kind, Paula (27 maart 1976). Rousseff vond dadelijk werkbij de Fundagao de Economia e Estatistica - FEE), maar nog datzelfde jaar publiceerde de gezaghebbende krant O Estado de São Paulo de namen van tweeënzeventig subversieve elementen die in de overheidsadministratie waren ‘geïnfiltreerd’. Rousseff werd op staande voet ontslagen. Zij trok naar Porto Alegre in de deelstaat Rio Grande do Sul. Samen met Carlos Araújo, haar echtgenoot voor meer dan dertig jaar, hielp zij in de jaren 1980 met behulp van senator Brizola mee aan het herstructureren van de Arbeiderspartij. Zij stichtten daartoe de Partido Democrático Trabalhista (PDT) in Rio Grande do Sul. In 1982, 1986 en 1990 werd Araújo herhaaldelijk verkozen om voor deze partij te zetelen in Brasilia. Ondertussen hielp Rousseff de nominatie van Alceu Collares tot burgemeester van Porto Alegre (1985). Als dank werd zij secretaris van Landbouw (1985-1989) van de stad Porto Alegre. In 1990 werd diezelfde Collares gouverneur van de deelstaat en benoemde hij Rousseff tot president van de FEE. Zij bleef er tot 1993, toen zij secretaris werd van Energie en Communicatie. In 1994 verliet zij haar man om in het jaar 2000 definitief van hem te scheiden. In 1995 ging zij terug aan het werk bij de FEE. In 1998, toen de Arbeiderspartij de verkiezingen won in de staat Rio Grande do Sul, werd zij opnieuw benoemd tot secretaris van Energie, ditmaal bij gouverneur Olivio Dutra. Na interne meningsverschillen binnen de partij, verliet Rousseff de PDT in 2000 om zich aan te sluiten bij de Partido dos Trabalhadores (PT) van Lula da Silva. | |
[pagina 708]
| |
Stilaan had zij naamsbekendheid verworven in Brasilia. Het was daarom geen al te grote verrassing dat de charismatische Lula da Silva de rijzende ster Rousseff koos tot zijn minister van Energie (2003-2005). Door Antonio Palocci, de rechterhand van Lula, werd Rousseff geregeld geprezen voor haar vlotte omgang met de private sector en haar technische kwaliteiten als minister van Energie. In 2002 werd zij door Lula gevraagd om mee te werken aan een nieuw ontwerp van een energieprogramma (2003-2005). Met vuur verdedigde zij een nieuwe industriële politiek, waardoor tienduizenden nieuwe jobs konden worden gecreëerd. Van 15 juni 2005 tot april 2010 ten slotte, werd zij adviseur van president Luiz Inácio Lula da Silva en stafchef van zijn kabinet. Op 31 oktober 2010 won zij de presidentsverkiezingen met 55% van de stemmen in een tweede ronde van haar tegenstander, de sociaal-democraat José Serra, voormalig burgemeester van São Paulo en gouverneur van de staat São Paulo. | |
Uitdaging 1: economische groeiEen eerste grote uitdaging voor de nieuwe presidente werd het voortzetten van de spectaculaire economische groei van de laatste jaren. Oder Lula's bewind beleefde het land zijn ‘magische groei-jaren’. De economische groei ging zo snel dat de tijd ontbrak om evenwaardige sociale voorzieningen uit te bouwen. Daarbij kwam dat de bezittende klasse de sociale vooruitgang efficiënt wist af te blokken. Brazilië kampt nog steeds met een gebrekkige infrastructuur (onder andere havens, luchthavens, wegen) en een dramatisch tekort aan geschoold personeel in alle sectoren. Het land heeft nog steeds een van de meest ongelijke samenlevingen ter wereld. Het huidige systeem bestendigt de ongelijkheid te zeer. Dé uitdaging voor het land is het overbruggen van de kloof tussen rijk en arm, tussen de ‘chique’ wijken en de favela's. Vele favelistas weigeren hun schamele, dikwijls illegaal gebouwde woonst te verlaten. Gebouwd tegen de berghellingen, vlak naast of boven de stedelijke centra, is de grond er in waarde tot ongekende hoogten gestegen. Toch is er socio-economische vooruitgang geboekt onder het bewind van Lula, waardoor miljoenen Brazilianen zich wisten te bevrijden uit de boeien van de armoede. Het aantal armen dat het maandelijks met minder dan 10 euro moet stellen, is afgenomen van 50 naar 30 miljoen. Er kwam voor 13 miljoen gezinnen een bijstandsinkomen (bolsa familia),Ga naar eindnoot[4] maar de noodzakelijke veranderingen zoals de landbouwhervorming zijn er (nog) niet gekomen. Ondanks de razendsnelle ontkerkelijking blijft de nog steeds machtige (linkervleugel van de) katholieke kerk haar voorkeur voor de armen continu herhalen. De bestaande samenlevingsstructuren houden de sociale onrechtvaardigheid nog steeds in stand. Het huidige | |
[pagina 709]
| |
systeem creëert nog steeds te weinig welvaart en geeft nauwelijks meer verantwoordelijkheid aan de mensen. De meest succesrijke lieden komen tegenwoordig niet meer vanzelfsprekend voort uit de traditionele Portugese landeigenaren. Steeds vaker zijn het mensen die zich als zelfstandige ondernemers hebben opgewerkt: advocaten, zakenbankiers, vastgoedmakelaars en ondernemers in de detailhandel, de horeca en het toerisme. Zij profiteren ten volle van de toegenomen algemene koopkracht. Wel verkiezen zij onder te duiken in de anonimiteit uit schrik voor de voor de hand liggende geldafpersingen en de al of niet daaraan gekoppelde ontvoeringen. De criminaliteitscijfers zijn hallucinant hoog en de alom aanwezige corruptie blijft een torenhoog probleem. Een op de vijf vrouwen is nog steeds het slachtoffer van mannelijk geweld. De sector onderwijs heeft twee snelheden. Er is weliswaar schoolplicht, maar de staatsscholen zijn overbevolkt. Zij kampen met een groot tekort aan leraren en de kwaliteit van het onderwijs is er van een ongekend laag niveau. De bemiddelde sociale klassen kunnen terecht in goed functionerende maar dure private scholen. De basisgezondheidszorg is gratis, maar slechts de duurdere privéklinieken leveren kwaliteitsvolle medische zorg. Er zijn staatsscholen en staatsuniversiteiten, er is gezondheidszorg voor iedereen, maar als je kwaliteit wenst, moet je naar de privéscholen en privéziekenhuizen. Nog altijd is circa 15% van de bevolking analfabeet. Brazilië, een van de vier grote opkomende BRIC-economieën - de toekomstige ‘nouveaux riches-landen’ - groeide de afgelopen jaren in een verschroeiend tempo. Vorig jaar deed het land het heel wat rustiger aan. Economen maken zich zorgen. De Brazilianen werden de jongste jaren aangemoedigd om stevig te consumeren, via leningen. Mocht de groei stilvallen dan kan de bom ontploffen. Om de overheidsfinanciën gezond te houden moet men niet alleen besparen, maar ook de economische groei stimuleren, macro-economische investerings- en stabiliteits-strategieën ontwikkelen en een sociaal beleid voeren dat jobs en inkomsten creëert. Dilma Rousseff is een groot voorstandster van nationale industrieën in de scheepbouw en de olie. Investeringen in zeehavens is een topprioriteit voor de regering: 90% van de internationale handel vindt plaats via de zeehavens. De havens verwerken jaarlijks circa 700 miljoen ton aan goederen. De capaciteit van de infrastructuur wordt bijna volledig benut en zal dus in de toekomst niet meer het hoofd kunnen bieden aan de sterk groeiende export. In 2010 maakte Guido Mantega, minister van Financiën, openbaar dat Brazilië een economische groei kende van 7,5%, na een terugval tot 0,2% van het BBP (Bruto Binnenlands Product) in 2009. Die ongezien spectaculaire neergang had grotendeels te maken met de afnemende consumptie van de Braziliaanse ingezetenen, die steeds dieper in de | |
[pagina 710]
| |
schulden zitten na drie opeenvolgende jaren van overspending. De groeivertraging heeft de tot voor kort boomende sectoren als de auto-industrie en de staalnijverheid zwaar getroffen. De sterkte van de lokale munt (de real) remt daarbij de export af, terwijl steeds meer goedkope Chinese import de Braziliaanse markt overspoelt. De hoge inflatie lijkt de economie af te remmen. Voor het jaar 2011 werd een groei van 5,5% van het BBP vooropgesteld (Montega). Pessimisten hielden het op 4,5%. De Braziliaanse economie tekende in het derde kwartaal van 2011 een nulgroei op: de groei was tot stilstand gekomen. Op jaarbasis gaat het nog steeds om een groei van 2,1%. De Centrale Bank heeft de rente sedert augustus 2011 al driemaal verlaagd, na vijf opeenvolgende verhogingen eerder dat jaar. Ook heeft de regering een reeks belastingvoordelen aangekondigd, om de consumptie verder te stimuleren. Voor het jaar 2012 verwacht men dat het land een groei zal kennen van 3%. | |
Uitdaging 2: de olie-exploitatieTwee jaar geleden werd een veelbelovend olieveld ontdekt. Het strekt zich uit over een oppervlakte van circa 800 km2 en ligt tegen de kust van de Braziliaanse staten Espirito Santo en Santa Catarina in de Atlantische Oceaan. Het gigantische veld bevat volgens de eerste schattingen zowat 50 tot 60 miljard vaten van 159 liter hoogwaardige olie. Het ligt evenwel circa 7 km onder de zeespiegel, onder dikke lagen steen en zand. President Lula wenste dat het grootste deel van de exploitatie-opbrengsten naar een nationaal sociaal fonds zou gaan. Dat zou initiatieven op het vlak van armoedebestrijding, onderwijs, wetenschap en technologie financieren. Voor de ontginning speelt de staatsolie-maatschappij Petrobras een prominente rol. Het bedrijf is van plan de eerstvolgende jaren 225 miljard dollar te investeren in de exploitatie van de diepgelegen olievoorraden onder de dikke zoutlagen in de oceaan. Zopas werd Maria das Graças Foster aangesteld als hoofd van Petrobras, het grootste beursgenoteerde bedrijf in Brazilië. Vermits de overheid meerderheidsaandeelhouder is van Petrobras, was de CEO-nominatie een opdracht voor Dilma Rousseff. Zij kennen elkaar goed. In 2003 ging Foster immers voor Rousseff werken als hoofd van de federale administratie voor Olie en Gas. Rousseff was toen federaal minister van Energie en in die hoedanigheid ook voorzitter van Petrobras. Maria das Graças Foster kent het bedrijf door en door. Tijdens haar opleiding tot scheikundig ingenieur kwam zij in 1978 als stagiaire bij het bedrijf werken. Ze heeft in die 34 jaar alle bedrijfsafdelingen van Petroleo Brasileiro doorlopen. De markten reageerden opgelucht dat er voor iemand uit het bedrijf zelf was gekozen, die bovendien over de juiste technische capaciteiten beschikt. De uitdagingen voor de nieuwe CEO zijn gigan- | |
[pagina 711]
| |
tisch. Petrobras voorziet zijn productie tegen het jaar 2020 te verdubbelen. De geplande werkzaamheden lopen evenwel reeds vertraging op. | |
Het milieu: de grootste uitdagingNa veertig jaar debatteren kwam eindelijk in mei 2011 de nieuwe wet tot stand die de restricties op landbouw en veehouderij in het Amazonegebied versoepelde. De boeren zijn redelijk tevreden: zij zullen niet meer worden vervolgd voor alle illegale houtkap van vóór juli 2008. Zij hadden in het verleden 55 miljoen hectare grond weten te verwerven, wat ongeveer gelijk is aan de oppervlakte van Frankrijk. Door een amnestieregel in de nieuwe wet in te schrijven, hoeven zij geen boetes meer te betalen. De wet zou een groot deel van het beslissingsrecht weghalen uit Brasilia, en overlaten aan de deelstaten. De grootgrondbezitters moeten wel op het te veel ontboste land nieuwe bomen planten of nieuwe bosgrond kopen ter compensatie van het ontboste gebied. Milieu-activisten vrezen dat de deelstaatregeringen zich te snel zullen laten overtuigen door de ‘machtige’ boerensyndicaten. Milieuorganisaties voorspellen nu al een nieuwe golf van ontbossing. Ze voorzien dat ditmaal een gebied ter grootte van Frankrijk en Groot-Brittannië bedreigd is. Brazilië versoepelt de bescherming van het regenwoud omdat het de grootste landbouwproducent ter wereld wil worden. Boeren beweren dat de ontbossing nodig is om de voedselproductie van Brazilië op peil te houden. Hoe heeft de landbouwindustrie dat ‘monopolie’ van de milieuactivisten kunnen doorbreken? Zo'n vijftig politici ontvingen vorig jaar ‘donaties’ van ondernemingen die zich schuldig hadden gemaakt aan illegaal ontbossen. De milieubeweging waarschuwt dat de nieuwe wet het Amazonewoud ernstig zal beschadigen doordat er meer overstromingen, leemafzettingen in rivieren en erosie zullen plaatsvinden. President Rousseff heeft al aangegeven gebruik te zullen maken van haar vetorecht. Zij is het onder meer niet eens met de amnestieregeling en wil dat het beslissingsrecht bij de nationale regering blijft. Rousseff had tijdens haar presidentiële campagne beloofd dat zij te allen prijze een amnestieregeling voor illegale houtkappers zou bevechten. Ondanks duur gezworen eden en zwaarwichtige beloftes om de ontbossing van het Amazonewoud een halt toe te roepen - tegen het jaar 2020 een reductie van 80% - lijkt het juist de verkeerde kant op te gaan. Ten gevolge van een constant dik wolkendek en voortdurende regenval was de staat Para niet opgenomen in de nationale ontbossingsstatistieken. Bij beter weer konden de satellieten hun werk weerom doen. Verbijstering alom. Uit satellietbeelden bleek dat de ontbossing in maart en april 2011 verzesvoudigd was tegenover dezelfde periode in 2010. De Braziliaanse minister van Milieu, Izabella Texeira, riep onmiddellijk een | |
[pagina 712]
| |
crisisteam samen om alsnog verdere schade aan het regenwoud te beperken. Nauwelijks enkele uren voordat het parlement de wet goedkeurde (mei 2011) werden de milieuactivist José Claudio Rubeiro da Silva en zijn vrouw Maria do Espirito Santo neergeschoten. | |
De Belo Monte-dam in de deelstaat ParáGa naar eindnoot[5]De constructie van de Belo Monte-dam betreft de constructie van het op twee na grootste hydro-elektrische stuwdamcomplex ter wereldGa naar eindnoot[6]: negentig meter hoog, drieëneenhalve kilometer lang, met een kostprijs geschat op 16 miljard dollar. Het vermogen van de dam wordt geschat op 11.233 megawatt. Op volle capaciteit levert de dam energie voor ongeveer 26 miljoen inwoners. De dam zal de imposante Xingu-rivier, die dwars door het Amazone-regenwoud stroomt, versperren. De waterkrachtcentrale zou de vraag naar energie moeten stillen van de groeiende Braziliaanse economie. Het miljardenproject is evenwel uitermate controversieel. Tijdens de tweede termijn van Lula werd het nieuwe programma ‘Acelaraçao do Crescimento’ gelanceerd en verder aangepast. Om te vermijden dat (te) veel grond onder water zou komen te liggen, werd gekozen voor twee kanalen die het water uit die overstroomde gebieden zou weghalen. Volgens de ecologisten vormt de Belo Monte-dam een regelrechte bedreiging voor grote delen van het Amazonewoud en voor een aantal inheemse indianenstammen langs de Xingu-rivier. Twee kanalen van ieder 75 km lang en 500 meter breed zijn nodig om water te verplaatsen van de grootste dam naar de energiecentrale. Daarnaast komt zo'n 500 km2 onder water te staan, waardoor zeker tienduizenden Juruna- en Kayapó-indianen gedwongen zouden worden te verhuizen. De negatieve effecten zijn legio: verlies aan vegetatie en natuurlijke ruimte, met wijzigingen in fauna en flora; wijzigingen in de kwaliteit en de bedding van het water, uitsterven van vele vissoorten die nergens anders elders ter wereld te vinden zijn en tijdelijke ontwrichting van het wateraanbod in de Xingu-rivierbedding voor zeven maanden in het jaar. Het idee van de dam dateert reeds van 1975, maar langdurig protest van de internationale gemeenschap omwille van de economische levensvatbaarheid, de beperkte efficiëntie van de generatoren en de negatieve effecten op mens en milieu zorgde ervoor dat slechts in de late jaren 1990 het ontwerp kon worden opgestart. In februari 2010 probeerden milieuverenigingen, nadat de regering een milieuvergunning had afgeleverd voor de bouw aan het bedrijf Norte Energia, tevergeefs te voorkomen dat de dam er zou komen. De regering beweert bij hoog en bij laag dat de argumenten met betrekking tot het milieu en de verhuis van de indianen niet opwegen tegen het aantal extra arbeidsplaatsen en de | |
[pagina 713]
| |
ontwikkeling van het gebied. De dam is cruciaal om tegemoet te komen aan de groeiende energiebehoeften. Op 26 augustus 2010 werd eindelijk een contract getekend door president Lula da Silva met Norte Energia (=Electronorte) toen het Instituut voor het Milieu en de Duurzame Natuurhulpbronnen (IBAMA) hiervoor een gunstig advies had uitgebrachtGa naar eindnoot[7]. Op 26 januari 2011 werd een gedeeltelijke vergunning afgeleverd, maar de bouw werd een maand later al, op 25 februari, stilgelegd door een federale rechter. Rechter Carlos Castro Martins blokkeerde alle werkzaamheden die de natuurlijke loop van de Xingu zouden beïnvloeden. Het aanleggen van kanalen en dijken zou negatieve gevolgen kunnen hebben voor het visbestand en daarmee ook voor de rivier- gemeenschappen die van kleine visserij leven. De stad Altamira, een pioniersstad van circa 100.000 inwoners in de rimboe, had, hoewel zij aanvankelijk het project steunde omdat zij hoopte op economische welvaart, gevraagd om de volledige stopzetting omwille van de toenemende sociale chaos: toename van armoede, onveiligheid en sociale chaos. De door de overheid toegezegde investeringen in Altamira bleven uit: geen nieuwe scholen, geen extra politieagenten en gezondheidsklinieken. Met de instroom van tienduizenden gelukzoekers kwamen ook de schurken, gelokt door de beloofde welvaart. Op 3 maart werd dat besluit teruggedraaid door een hogere rechtbank, waardoor de bouw weer opgestart kon worden. Op 1 juni 2011 werd de definitieve licentie toegekend aan IBAMA. Megaron Txucarramac van het Kaiapovolk, een van de meest gerespecteerde leiders uit de Amazone, werd eind 2011 ontslagen als coördinator voor Inheemse Bescherming (FUNAI) als gevolg van zijn aanhoudende scherpe kritiek op de bouw van de enorme dam. Sinds de jaren 1980 zijn er honderden activisten gedood. | |
Een moeilijke opvolgingDilma Rousseff verschilt enorm van haar voorganger en mentor, Lula da Silva. Voor de verkiezingen van 2010 had zij nooit de directe confrontatie met de kiezer moeten aangaan. In feite was zij een bureaucrate, een ‘ijzeren dossiervreetster’, die achter de schermen werkte. Haar verkiezingsoverwinning heeft zij dan ook grotendeels aan Lula te danken. Zij is verre van een begenadigd spreekster. De laatste maanden wist zij dit euvel enigszins te compenseren door aanzienlijk te vermageren, een facelift te laten uitvoeren en te leren hoe je de massamedia moet bespelen. Tot een jaar voor haar verkiezing was zij, geconfronteerd met lymfeklierkanker, nog een nobele onbekende voor de gewone Braziliaan. Vandaag kampt haar mentor, Lula da Silva, met keelkanker. Het feit dat hij ziek is kan grote politieke gevolgen hebben, aangezien de | |
[pagina 714]
| |
oud-president achter de schermen bijzonder machtig blijft. Maar de Brazilianen maken zich nog niet veel zorgen. Twee jaar geleden overwon Rousseff haar ziekte. Iedereen gaat er daarom vanuit dat Lula met ‘Gods hulp’ de ziekte ook wel zal overwinnen. Rouwen bij het vertrek van Lula deden de Brazilianen niet echt. Had Lula immers Dilma Rousseff niet zelf uitverkozen als zijn politieke erfgename? Zij geniet een vlekkeloze reputatie. De bevolking heeft zo de indruk dat Lula niet echt is vertrokken. Volgens de Braziliaanse spirituele ecologist en bevrijdings-theoloog Marcelo Barros is Dilma Rousseff de beste keuze, in tegenstelling tot de conservatieve bisschoppen en fundamentalistisch evangelische christenen die opriepen om niet voor haar te stemmen omwille van haar soepele opstelling ten aanzien van abortus. Zij kiest duidelijk voor het leven, maar is voorstandster van abortus in extreme gevallen: wanneer het leven van de moeder in gevaar is. Zij is fel tegen de doodstraf. Zelf slachtoffer van langdurige foltering gaat zij op zoek naar een akkoord tussen het leger, het congres en de mensenrechtenorganisaties om eindelijk een officiële en definitieve vertelling van de Braziliaanse geschiedenis te krijgen. Hoewel Rousseff in haar politieke gedachte een radicale breuk maakte - van marxisme naar pragmatisch kapitalisme - is zij fier over haar radicale roots. Als lid van de Arbeiderspartij werd zij verondersteld tegen de privatisering en het neoliberalisme te zijn. In haar presidentiële toespraak beloofde Rousseff er alles aan te doen om de enorme kloof tussen rijk en arm te verkleinen, de corruptie een halt toe te roepen en de vriendjespolitiek krachtdadig te bestrijden. In feite beloofde zij hiermee niets spectaculairs. Haar doelstelling om een op de drie ministersposten aan een vrouw te geven heeft ze (nog) niet gerealiseerd, maar het land telde nooit eerder zoveel vrouwelijke federale ministers: het zijn er nu negen van de zevenendertig. De ministeries van Cultuur, Sociale Ontwikkeling, Visserij, Mensenrechten, Vrouwen-politiek, Sociale Communicatie en Planning worden gerund door vrouwen. Van de 37 ministers zijn er 8 direct aangewezen door Lula, onder wie zijn vertrouwensman en voormalig kabinetschef Gilberto Carvalho. Dat wil niet zeggen dat Rousseff haar eigen wil nooit doordrukt. Zo heeft zij zich meer macht toegeëigend in de Centrale Bank door de machtige Henrique Meirelles te vervangen. De harde kern van de macht - de zware departementen - is wel in handen van vrouwen. Gleisi Hoffmann werd kabinetschef, de belangrijkste minister in het kabinet, ter vervanging van Antonio Palocci, die in juni 2011 moest aftreden na ophef over een plotse (onverklaarbare) toename van zijn vermogen. Rousseff gaf de minister van Visserij, Ideli Salvatti - een van de meest strijdvaardige leiders van de Arbeiderspartij (PT) - de belangrijke portefeuille van Institutionele Betrekkingen. Meer nog, bij de zogeheten ‘ministers van het Paleis’ - de kernleden van de regering die dagelijks vergaderen in het | |
[pagina 715]
| |
presidentiële Planalto-paleis (Brasilia) - hebben de vrouwen al de meerderheid, met drie vrouwen tegenover twee mannen. Is het niet historisch dat een aantal sleutelposten nu in handen zijn van vrouwen? Wel blijven voorlopig nog enkele belangrijke portefeuilles als Economie, Industrie en Defensie in mannenhanden. In december 2011 moest de minister van Werk, Carlos Lupi, zijn ontslag aanbieden. Hij is daarmee de zesde in een half jaar die moet opstappen - de ministers van Transport, Landbouw, Sport, Toerisme en de kabinetschef van de regering gingen hem al voor. Berichten over smeergeld van bedrijven aan kabinetsleden van zijn ministerie in ruil voor lucratieve contracten deden hem de das om. Toch ontkent Lupi de aantijgingen in alle talen. Wel kan Dilma Rousseff met haar harde aanpak van de corruptie steeds op meer steun rekenen van de bevolking. Ook de minister van Defensie diende reeds de regering te verlaten nadat hij kritiek had geuit op zijn collega's. Voorwaar, niets is zo moeilijk in de politiek een charismatisch leider op te volgen. |
|