Bij de Pieter Gillislezing 2010
Bij het begin van het academiejaar 2009-10 hield Walter Nonneman, de toenmalige associatievoorzitter van de Universiteit Antwerpen, een opgemerkte openingsspeech. Hij zei over Antwerpen onder meer: ‘Noch de immigratie, noch de demografische dynamiek van de stedelijke bevolking is te stuiten - ook al zouden sommigen dat graag willen of vinden we dat spijtig uit pure nostalgie. Het zou dus best kunnen dat binnen een paar legislaturen de burgemeester van Antwerpen niet de vertrouwde namen heeft zoals Bob, Filip of zelfs niet Patrick, maar dat het bijvoorbeeld Farid, Ahmed of Mehmed wordt, of - stel u voor - niet de Maria, of de Marie Rosé of ons Leona, maar dat het Meryam, Karima of Hacer wordt.’
Het valt nog af te wachten of en wanneer deze voorspelling zal uitkomen, maar in Rotterdam is ze al een realiteit. Ahmed Aboutaleb werd in 1961 geboren in Marokko en kwam op vijftienjarige leeftijd naar Nederland. In 1998 werd hij directeur van Forum, een Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling. Aboutaleb werd lid van de Partij van de Arbeid en in 2004 wethouder in Amsterdam, bevoegd voor onderwijs, jeugd, werk en grootstedenbeleid. Na de moord op Theo van Gogh veroordeelde hij Marokkanen die met de moordenaar sympathiseerden: ze konden wat hem betreft beter hun koffers pakken (cf. Vrij Nederland, 30-09-2008). In 2007 werd Aboutaleb staatssecretaris van Sociale Zaken en Werk-gelegenheid in het kabinet Balkenende IV en in januari 2009 begon hij in een functie die hij tot op heden bekleedt: burgemeester van Rotterdam.
Rotterdam is een stad die meer dan 170 nationaliteiten telt en waar de meerderheid van de bevolking van vreemde afkomst is. In een interview in De Standaard (17-04-2010) verwoordde Aboutaleb de opdracht die hij zichzelf voor zijn