Bij het overlijden van Edward Schillebeeckx
‘Een mens van god, een vriend, een licht, een herder ...’: het waren deze hoopvolle woorden die klonken tijdens de uitvaartdienst voor Edward Schillebeeckx, op 31 december 2009 in de Nijmeegse Dominicuskerk. In het gezongen tafelgebed verwijzen ze nadrukkelijk naar de mens Jezus van Nazareth ‘die ook zoon van God genoemd wordt’. Die dag betroffen ze evenzeer de beminnelijke en wijze Edward.
Hijzelf had Huub Oosterhuis' tafelgebed verkozen, omdat hierin immers wij allen, vrouwen, mannen, priesters en leken, concelebrant zijn en wij allen de intentie uitspreken ‘te willen zijn zoals hij was’: mens van God, dienaar van mensen.
Zelf ben ik, geboren in 1957, een kind van de enerverende periode waarin Schillebeeckx' ‘geloofsweten’ concreet gestalte kreeg en gelovigen enorm enthousiasmeerde. Uit mijn vroege kinderjaren herinner ik me, als een sfeer, een vitale stroom, de bevrijdende wending in het leven van mijn ouders en in dat van de geloofsgemeenschap. Nu, vijftig jaar later, bedroeft me de wetenschap dat dit aggiornamento steeds meer op taaie, conservatieve reactie stuit.
Maar ‘Schillebeeckx leeft vanzelfsprekend voort’, laat het Nijmeegse universiteitsblad Vox, januari 2010, weten. Want deze man was, is en zal blijven ‘een inspiratiebron voor mensen die, als Jezus, willen opkomen voor de armen en verdrukten’. En in Vlaanderen schrijft Tertio: ‘Zijn invloed op meer dan twee generaties gelovigen en theologen is nauwelijks in te schatten. [...] Zijn belangrijkste les blijft dat christen-zijn met het concrete leven zelf te maken heeft.’
Edward Schillebeeckx' Vlaamse provinciaal Domien Dolf Vaganée O.P. en Erik Borgman, lekendominicaan en biograaf, hielden een broederlijke overweging tijdens de uitvaartdienst. Beider teksten zijn hier opgenomen. Vervolgens beziet Pieter Anton van Gennip het gedachtegoed van Schillebeeckx in cultuurhistorisch verband.
Elianne Muller