Oude en Nieuwe Testament verdeeld. Zo begint het Oude Testament met de hoofdstukken ‘Schepping’, ‘Paradijs’, ‘Eva’, ‘Val’, ‘Kaïn en Abel’, ‘Ark van Noach’, ‘Toren van Babel’, ‘Abraham’, enz. Het Nieuwe Testament opent met ‘Jezus’, ‘Maria’, ‘Annunciatie en visitatie’, ‘Geboorte’, ‘Verzoeking’, ‘Salome’, ‘Wonderen’, ‘Bergrede’, enz. Bij ieder van deze trefwoorden ontmoeten de verschillende kunsten elkaar, wat veel dwarsverbindingen en doorkijkjes oplevert.
Bij sommige van de hoofdstukken is goed te zien hoe een bepaald Bijbelgedeelte van een label is voorzien dat aan de tekst zelf vreemd is. Zo komt in Genesis 2-3 noch het woord ‘paradijs’, noch de term ‘val’ voor; het is de invulling vanuit de dogmatiek en theologie. De vrouw die om de onthoofding van Johannes de Doper vraagt krijgt al vroeg in de traditie de naam ‘Salome’, de dochter van Herodias, maar in de betreffende verhalen is zij naamloos. Des te meer figureert zij in muziek en film! De afbeelding van Mozes met hoorntjes op zijn hoofd is in eerste instantie een vertaalfout van Hieronymus die later door beeldende kunstenaars is overgenomen.
Elk hoofdstuk van dit boek kent drie vaste paragrafen. Eerst een ‘Presentatie’ vanuit één van de rubrieken (film, muziek, literatuur, enz.), waarbij één kunstwerk centraal staat en uitvoerig wordt bekeken en bestudeerd; dan ‘Karakteristieken’, waarbij van elke kunstvorm ten minste één concrete uiting wordt vermeld; als afsluiting steeds een langer ‘Essay’. Zo wordt bijvoorbeeld in hoofdstuk 21 (‘Psalmen’) eerst de Psalmensymfonie (1930) van Igor Stravinsky gepresenteerd, vervolgens tien concrete karakteristieke verbeeldingen uit de verschillende genres van de kunst beschreven, en gaat het essay nader in op ‘De Psalmen als dichterlijk model’.
Een aantal registers sluit De Bijbel cultureel af. Eerst een register waarin de kunstwerken per genre (beeldende kunst, film, theater, muziek, pop, literatuur) zijn gerangschikt. Dan een register waarin personen - ook toneelgezelschappen en popgroepen - staan vermeld. Ten slotte een register met Bijbelse persoonsnamen en Bijbelpassages. Het raadplegen van die registers vergt enige behendigheid, omdat er bij elk trefwoord tegelijkertijd drie verschillende aanduidingen worden vermeld. Na een paar keer aandachtig oefenen is men er spoedig aan gewend.
Oprechte bewondering voor het team dat dit immense naslagwerk, rijk geïllustreerd en prachtig vormgegeven, heeft weten te realiseren!
□ Panc Beentjes
Marcel Barnard & Gerda van de Haar (red ), De Bijbel cultureel: De Bijbel in de kunsten van de twintigste eeuw, Meinema / Pelckmans, Zoetermeer/ Kapellen, 2009, XXXVIII + 694 blz., 75,00 euro, ISBN 978-90-211-422-3 / 978-90-289-5414-4.