Rusland. En al even belangrijk is dat de Servische literatuur beide tradities bijna gelijkmatig en evenwaardig in zijn moderne schriftuur integreerde. Zo werden Dostojevski, Tolstoj en Bulgakov gelezen, naast Thomas Mann en Samuel Beckett, om maar enkele namen te noemen. Voor alles is dit ook toepasbaar op het werk van Gatalica. Hij is bijzonder goed thuis in de literatuur uit ‘beide werelden’, maar vergeet ook Latijns-Amerika niet, zeker niet Borgés. Het zijn dan ook vooral de thema's en de stijl die een universalistische literatuur kenmerken, en niet de relatief ‘kleine’ taal waarin die geschreven is. Dergelijke literatuur verdient dan ook een universele waardering, die kleine taalgroepen helaas moeilijk te beurt valt. Bovendien uit dit zich spijtig genoeg in een opvallend gebrek aan vertalingen, blijkbaar enkel omdat economische imperatieven hier belangrijker zijn dan literaire kwaliteit. Naast deze universalistische literatuur bestaat er uiteraard ook nog de heimatliteratuur, die eng Servische thema's bespeelt en sterk teruggrijpt op het nationale verleden. Daarmee heeft het werk van Gatalica nauwelijks iets gemeen.
Het twee jaar geleden gepubliceerde Beograd za strance, letterlijk Belgrado voor Vreemdelingen, lijkt me het beste boek om de lezer met Gatalica te laten kennismaken. De ondertitel luidt trouwens: Een fantastische Baedecker voor de hoofdstad. ‘Baedecker’ is de bekende toeristische gids, voor het eerst uitgegeven in de jaren tachtig van de negentiende eeuw; ‘fantastisch’ verwijst eerst en vooral naar het fictiekarakter van het werk, maar toch ook naar het wonderbaarlijke, ongewone, verrassende. Een betere vertaling van de titel is misschien ‘Belgrado voor immigranten’ of ‘Belgrado voor nieuwelingen’, want in elk verhaal gaat het telkens weer over mensen uit de periferie die zich in de stad Belgrado vestigen. Het woord ‘periferie’ is hier ruim te interpreteren, het kunnen zowel personen zijn uit de voorstad, de andere delen van Zuid-Slavië als uit het eigenlijke buitenland of zelfs de hemelse sferen. En ook in de tijd loopt het breed uit: van de Turkse overheersing tot het post-Tito-tijdperk. De verhalen werden wel chronologisch gerangschikt.
De bundel bestaat uit zeven kortere verhalen. Die kunnen in principe elk op zichzelf gelezen worden, maar worden verbonden door een centraal thema. Ook keren nu en dan dezelfde personages in andere functies terug. Het centrale motief is dus de verhouding tussen de grootstad Belgrado en een inwijkeling, in één verhaal zelfs de dood, in alle mogelijke tijden. Motieven als de zoektocht naar een eigen imago, de tegenstelling tussen leven en dood, schijn en werkelijkheid en de waarheid van de droom schragen verder de subtiele vertellingen die de lezer meevoeren in de magie van de metropool Belgrado. Ook in dit werk maakt Gatalica in enkele verhalen gebruik van het pasticheprocédé. Joyce-kenners zullen de hand van de meester duidelijk herkennen in het verhaal ‘In de maalstroom van de jaren’ (‘U kovitlacu godina’). Maar Gatalica geeft het een heel andere draai, die Joyce zelf niet zou vermoeden. In het verhaal ‘Ik ben een legende’ (‘Ja sam legenda’)