Streven. Jaargang 73
(2006)– [tijdschrift] Streven [1991-]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 603]
| |
Róisín Pye
| |
Verschillende opvattingen‘Dat het internet iets voor godsdienst betekent lijkt onbetwistbaar. Wat dat iets is, is de vraag.’Ga naar eind[1] Sommige christenen verwelkomen het internet als het beloofde land van communicatie en uitwisseling, of als een nieuw medium dat onze kennis van de wereld en van de mensen om ons heen vergroot; anderen zien het als een elektronische chaos waar de mogelijkheid tot zinvolle communicatie verloren gaat in een anarchistisch pluralisme. Onder commentatoren heeft het internet zijn critici, zijn vrienden, en zijn kritische vriendenGa naar eind[2]. Het is mijn bedoeling een kritische vriend te zijn, die schrijft vanuit een christelijk perspectief - een vriend die zowel de goede als de slechte aspecten van het internet naar waarde schat en | |
[pagina 604]
| |
die zich bewust is van de nieuwe vragen die het oproept. Douglas Groothuis is een voorbeeld van een kritische vriend, wanneer hij ons eraan herinnert dat ‘techniek onze zintuigen beïnvloedt, deze vaak afstompt, maar dat techniek niet onze objectieve werkelijkheid heeft gedood, of de mogelijkheid deze te kennen’Ga naar eind[3]. Ook een onlangs verschenen pauselijk document lijkt ons aan te moedigen kritische vriendschap met het internet te sluiten: ‘[...] de nieuwe media zijn krachtige instrumenten voor onderwijs en culturele verrijking, voor handel en participatie in de politiek, voor interculturele dialoog en begrip; en [...] zij kunnen ook de zaak van de godsdienst dienen. Maar deze medaille heeft ook een andere kant. Communicatiemiddelen die ten bate van mensen en gemeenschappen kunnen worden gebruikt, kunnen ook worden gebruikt om uit te buiten, om te manipuleren, te domineren en te corrumperen’Ga naar eind[4]. Kunnen we, kortom, een waardevol gebruik van het internet maken, en zo ja: onder welke voorwaarden? Kunnen we het gebruiken om zinnig en opbouwend van gedachten te wisselen in een religieuze context? Kunnen we authentieke relaties vestigen in een on line christelijke gemeenschap? In hoeverre kan en moet de kerk on-linegemeenschappen aanmoedigen en bevorderen? | |
Opvattingen van gemeenschappenMaar wat bedoelen we met gemeenschappen? Het lijkt er vaak op dat de critici van het internet, degenen die het zien ‘als de broedplaats van bedrog’Ga naar eind[5], gemeenschappen omschrijven in termen van relaties binnen een bepaalde fysieke ruimte - het dorp of de buurt. Relaties van een dergelijke aard zijn duidelijk in belangrijke mate afhankelijk van rechtstreekse communicatie van persoon tot persoon. Volgens Groothuis draagt het internet bij aan wat hij ‘coconvorming’ noemt. Individuen die on line zijn, zijn afgesloten van anderen, ‘terwijl zij zouden kunnen spelen met hun kinderen, over de heg met hun buurman zouden kunnen praten, concerten, kerken of buurtfeesten zouden kunnen bezoeken’Ga naar eind[6]. In tegenstelling daarmee zouden andere ‘kritische vrienden’ van het internet naar voren kunnen brengen dat een dergelijke opvatting van gemeenschappen weinig meer is dan de afspiegeling van een nostalgie naar een manier van leven die zou hebben bestaan (of misschien zelfs | |
[pagina 605]
| |
niet eens) op, laten we zeggen, het Ierse platteland van de jaren vijftig. Zij stellen dat het moderne leven meer gebaseerd is op sociale netwerken dan op een bestel van tijd en ruimte, en dat het internet een manier van communiceren is die een dergelijke levensstijl mogelijk maaktGa naar eind[7]. Voor onze fysieke, emotionele, economische, spirituele en andere behoeften zijn we niet afhankelijk van een kleine, hechte groep van buren en familie. We vertrouwen veeleer op een netwerk van mensen verspreid over verschillende plaatsen, soms zelfs over verschillende tijdzones. We sluiten ons bij hen aan vanwege een gedeelde belangstelling of gedeelde behoeftes. Dergelijke relaties onwikkelen zich in de tijd, in verschillende mate van kracht en intensiteit. Zo kunnen we op het internet bijvoorbeeld groepen mensen vinden die zijn verbonden door de behoefte technische ontwikkelingen te bespreken, of de nieuwste politieke verrichtingen van Tony Blair. En we kunnen er ook groepen vinden die samenkomen om te bidden. ‘Dergelijke groepen zijn een door de techniek ondersteunde voortzetting van een verschuiving op lange termijn naar gemeenschappen op basis van een gemeenschappelijke belangstelling, veeleer dan een gemeenschappelijke plaats of afkomst.’Ga naar eind[8] Deze gemeenschappelijke belangstelling voedt een gemeenschapsgevoel, of de banden nu sterk of zwak zijn; en individuen ontwikkelen op termijn banden van vriendschap en vertrouwen. Sommige onderzoekers bevestigen dat onder deze omstandigheden inderdaad een authentieke en werkelijke gemeenschap kan bestaan; Lorne Dawson bijvoorbeeld stelt dat ‘een gemeenschapsgevoel, met echte consequenties voor het gedrag van de leden, on line kan worden geschapen’Ga naar eind[9]. Maar we moeten erkennen dat dit een traag proces is, dat afhankelijk is van een aantal ondersteunende omstandigheden. Het ontwikkelen van vertrouwen, een centraal element in verhoudingen, kan tijd vergen, in het bijzonder in een technische omgevingGa naar eind[10]. | |
On-linegemeenschap: een voorbeeldEen interessant voorbeeld is Sacred Space, een website die mensen de mogelijkheid biedt on line te bidden. Er wordt gebruik gemaakt van de bronnen van de ignatiaanse spiritualiteit, en elke dag wordt een andere passage uit de Heilige Schrift aangeboden als uitgangspunt om te bidden. De Ierse jezuïeten begonnen met de website als een tijdelijk project voor de vasten van 1999, maar deze is sindsdien steeds voortgezet. De site kreeg al snel een respons die de verwachtingen van degenen die aan de basis ervan stonden verre overtrof. Op de eerste dag waren er duizend bezoekers; tegenwoordig zijn er elke dag rond de tienduizend hitsGa naar eind[11]. Aanvankelijk beoogde het project mensen een soort begeleiding bij en structuur in hun gebed te helpen vinden, zonder al te veel van | |
[pagina 606]
| |
hun tijd in beslag te nemen, en binnen een ‘ruimte’ die zij toch al veelvuldig innamen: hun computer, en het on-linemedium van het internet. Gebruikers krijgen advies en voorlichting over hoe de website kan worden gebruikt, en zij worden ertoe aangemoedigd het bezoek aan de site tot een deel van hun dagelijkse leven te maken. De uitnodiging tot bidden luidt als volgt: ‘Het lijkt misschien vreemd te bidden achter je computer, tegenover een scherm, in het bijzonder als er andere mensen om je heen zijn, of geluiden die afleiden. Maar God is overal, om ons heen, voortdurend reikend naar ons, ook in de meest onverwachte situaties. Als we dit weten, en met wat oefening, kunnen we overal bidden! [...] Hoewel zij in de eerste persoon zijn geschreven - “ik” -, zijn deze gebeden meer om te doen dan om te lezen. Elke stap is een soort oefening in meditatie, om je te helpen in contact te komen met God en met de aanwezigheid van God in je leven.’ Kunnen we hierin een gemeenschapsgevoel onderkennen? De website lijkt, op het eerste gezicht, gericht op het gebedsleven van het individu, op de geregelde dagelijkse relatie tussen het individu en God. De website is nogal statisch; er is geen on-linechatroom aan verbonden, en zelfs geen discussiegroep via e-mail. Maar er bestaat de mogelijkheid tot feedback, zodat mensen hun reacties op de website of op de gebedszitting kunnen e-mailen; en een deel van deze feedback wordt gepubliceerd. Hierin, in wat de gebruikers zelf schrijven, kunnen we voortdurend de verwijzing naar een gemeenschap vinden. Wat zeggen de gebruikers? Wat ervaren zij wanneer zij de website bezoeken? Één van de onderwerpen die steeds terugkeren is dat alleen al de statistieken bezoekers ertoe aanmoedigen een gemeenschapsgevoel te ontwikkelen. Het grote aantal mensen dat tegelijkertijd on line bidt - een gemiddelde van zeven per minuut - geeft ieder individu het gevoel dat het deelneemt aan een gezamenlijke handeling met anderen over de hele wereld. Dat is juist wat hen ertoe aanzet zich een netwerk voor te stellen van gelovigen die bidden. Een gebruikster beschrijft haar ervaring: ‘Ik waardeer de wijze waarop jullie door deze onderneming een familiegevoel hebben geschapen. Zij vergroot niet alleen de nabijheid die ik tot mijn God voel, maar verbindt me duidelijk ook met anderen in deze wereld. Alles lijkt dichter bij, persoonlijker.’ Een andere gebruiker zegt het heel eenvoudig: | |
[pagina 607]
| |
‘Een plaats waar mensen samenkomen en bidden brengt geleidelijk een gevoel van gemeenschap tot stand. Om je spirituele groei te verrijken is dit heel belangrijk. Dank, dat jullie mijn dag laten beginnen met dit gevoel van gemeenschap.’ Een gebruiker uit Ontario, Canada, stelt: ‘Het is heel duidelijk dat de Geest werkt door Sacred Space. Ik geloofde altijd dat hoe meer mensen samen bidden, hoe sterker het gebed is. Mijn dag lijkt me duidelijk niet zo vredig en rustig als ik niet mijn gebeden heb gedeeld met Sacred Space.’ Deze persoon gelooft dat er een ‘wij’ bestaat: mensen bijeen voor een doel, mensen die cyberspace samen delen op een bijzondere manier die hen helpt zich met elkaar verbonden te voelen. En hij voelt zich gesteund door dit geloof. De feedback zelf is ook een factor die de ervaring van een on-line-gemeenschap versterkt. Mensen kunnen de ervaringen van anderen on line lezen, en vangen een glimp op van hun levens, van de zaken waarmee zij worstelen en van de vreugde die zij ervaren. Een gebruiker uit Blackpool, Engeland, schreef: ‘Dank voor jullie aanwezigheid. Ik las juist de feedback en was in tranen. Zo veel geweldige mensen die ook bidden.’ En iemand uit Myanmar schreef: ‘Ik wil jullie laten weten dat ik inspiratie opdoe door het lezen van de opmerkingen van anderen. Het geeft mij de kracht God niet uit mijn leven weg te duwen.’ Nu en dan reageren gebruikers op de feedback die zij hebben gelezen, en schrijven zij terug, uit edelmoedigheid of vriendschap, met advies of bemoediging. Zelfs bij deze zeer beperkte vorm van on-linecommunicatie - er zijn tal van meer dynamische en interactieve manieren van communiceren, zoals discussiegroepen en chatrooms - ondervinden mensen een gevoel van gemeenschap, van samen in een relatie staan, door de ervaring van dit bidden. De website breidt zijn diensten van tijd tot tijd uit, door links naar nieuwe onderdelen van de website waar extra spirituele bronnen worden aangeboden, of naar nieuwe websites die kunnen helpen op andere gebieden van spirituele en christelijke ontwikkeling. Het Sacred Space-team stuurt een elektronische nieuwsbrief aan iedereen die dankzij zijn | |
[pagina 608]
| |
feedback aan de website heeft bijgedragen, en dit helpt het gemeenschapsgevoel te onderhouden en te ontwikkelen. De nieuwsbrief geeft informatie over plannen voor de toekomst, en over wie er voor de website werken. Deze biedt nog meer feedback, en nu en dan ook bijdragen van gebruikers van de website, bijvoorbeeld gedichten. Hier zien we een element van edelmoedigheid dat vaak naar voren komt op websites van een gemeenschap, met mensen die, ondanks het zeer beperkte contact met andere gebruikers, informatie en steun uitwisselen. Deze conclusie wordt ondersteund door bewijzen uit onderzoek naar andere websites van on-linegemeenschappen. Barry Wellman en Melena Gulia spreken van ‘wederzijdse ondersteuning op het net’Ga naar eind[12]: ‘De opeenstapeling van kleine individuele steunbetuigingen kan een grote gemeenschap in stand houden, omdat elke afzonderlijke steunbetuiging door de hele groep wordt gezien en bijdraagt aan het handhaven van een beeld van algemene wederkerigheid en wederzijdse hulp.’Ga naar eind[13] Door deze gedeelde belangstelling en tijd voor het opdoen van spirituele inspiratie en het ontwikkelen van hun relatie met God zijn de gebruikers van Sacred Space verbonden op een manier die de fysieke ruimte overstijgt, en die Ieren en Indiërs, Australiërs en Amerikanen samenbrengt, mensen van uiteenlopende gezindtes daarbij inbegrepen. Bovendien blijft de gemeenschap niet beperkt tot Engelssprekenden - een vaak voorkomende beperking van het internet. Sacred Space is beschikbaar in zeventien verschillende talen, via vertalingen die worden gemaakt door vrijwilligers die de website zelf gebruiken, en die enthousiast en vrijgevig genoeg zijn om deze taak op zich te nemen ten behoeve van anderen, en van de ontwikkeling van een nog grotere gemeenschap. Sacred Space vormt zo een sociaal betekenissysteem waarin mensen een bepaalde wereldbeschouwing on line delen, in dit geval de christelijke. Er zijn duidelijk elementen van een gemeenschapsgevoel te onderkennen bij de gebruikers van de website, en zij herkennen dit ook als zodanigGa naar eind[14]. Maar Sacred Space heeft zijn beperkingen. De website gebruikt niet alle mogelijkheden tot communicatie via de computer. De site heeft niets van de communicatie van gebruiker tot gebruiker, die mogelijk is via email, nieuwsgroepen, discussiegroepen en chatrooms. Omdat het een statische, en geen dynamische website is, zijn er veel aspecten van een gemeenschap die eraan ontbreken. Er bestaat geen mogelijkheid voor gebruikers, samen een gesprek aan te gaan of relaties van persoon tot persoon op te bouwen die doorgaans wezenlijk zijn voor een gemeenschap. Zichzelf blootgeven en rechtstreekse communicatie zijn hier niet | |
[pagina 609]
| |
mogelijk, tenzij verhalen worden gedeeld in de feedback. De gebruikers hebben slechts beperkte mogelijkheden om samen te onderzoeken wat hun gedeelde ervaring feitelijk voor ieder van hen betekent, of om andere onderwerpen van gemeenschappelijke belangstelling en geloof te vinden. Wat Wellman en Gulia aanduiden als een van de centrale manieren waarop het internet wordt gebruikt, te weten ‘het onderhouden van sterke tussentijdse contacten tussen mensen die elkaar niet vaak kunnen zien’, is afwezig in Sacred SpaceGa naar eind[15]. | |
Vragen voor de toekomstHet kan dus niet worden ontkend dat religieuze websites nieuwe en sterke vormen van een on line gemeenschapsgevoel voortbrengen. Sterke banden tussen mensen, een gedeelde visie of doelstelling, de wil eerlijk te zijn en vrijgevig met tijd - dat zijn enkele van de gezamenlijke trekken in gemeenschappen die worden gevormd rond religieuze websites of discussiegroepen. Sacred Space illustreert dit alles, zij het op beperkte wijze. Maar er zijn nog veel vragen onbeantwoord over hoe de interactie in een on-linegemeenschap zich verder zal ontwikkelen. Hoe kan Sacred Space bijvoorbeeld verder evolueren? Wat zou er gebeuren als het web-team een mogelijkheid tot communicatie van persoon tot persoon aan de website toevoegt? Hoe zou dat de wijze beïnvloeden waarop gebruikers de website ervaren? Het eerder genoemde onderzoek suggereert dat een dergelijke verandering voor veel mensen deze ervaring zou verrijken, hen een grotere diepte zou bieden in het gemeenschapsgevoel en het gevoel van verbondenheid in hun leven. En inderdaad, er bestaan vragen over hoe dit soort religieuze websites in het algemeen kan worden ontwikkeld. Zal het gebruik van videotechnologie in on-linecommunicatie ons in de komende jaren dichter bij elkaar brengen? Er is een bijzonder interessante kwestie met betrekking tot de verhouding tussen on-linegemeenschappen en het gemeenschapsgevoel dat voortkomt uit de gebruikelijke erediensten. Campbell spreekt over de ervaring van het bijeenkomen voor een dienst in de kerk. Ondanks de pogingen om mensen samen te brengen als een gemeenschap die de dienst bijwoont, komen de individuele kerkleden en bezoekers vaak alleen binnen, zij zitten alleen, en zij vertrekken alleenGa naar eind[16]. Mensen kunnen in een kerk een gevoel van isolement ervaren, hoewel zij omringd zijn door een geloofsgemeenschap; in tegenstelling daarmee lijkt er een samenhorigheidsgevoel te bestaan in on-linegemeenschappen, hoewel iedere gebruiker alleen, op zichzelf, voor het scherm zit. Wat kunnen kerken hieruit leren? Kunnen kerkleiders uit deze vorm van communicatie iets leren over hoe de ‘off-line’-eredienst kan wor- | |
[pagina 610]
| |
den versterkt? Kunnen zij ‘kritische vrienden’ zijn, en de mogelijkheden die het internet gelovigen biedt verder onderzoeken? De centrale vraag is of de kenmerken die we in on-linegemeenschappen terugvinden, ze tot een vorm van gemeenschap maakt die sterk genoeg is om te passen binnen de wijze waarop de kerk zichzelf als gemeenschap begrijpt. Maar er zal veel meer onderzoek moeten worden gedaan voordat deze vraag bevredigend kan worden beantwoord. Actueel onderzoek suggereert dat on-linegemeenschappen de betrokkenheid ‘off line’ vergroten. Zoals Douglas Groothuis toegeeft: ‘[...] ondanks de vele gevaren die cyberspace inhoudt voor gemeenschappen, kan het medium helpen gemeenschappen te vestigen en te versterken, als het zorgvuldig wordt gebruikt en op concrete wijze met de werkelijke wereld wordt verbonden’Ga naar eind[17]. Maar we moeten de ‘chocoladekoekjes-factor’ erkennen - de behoefte aan fysieke relatiesGa naar eind[18]. En Groothuis is ook op zijn hoede voor de ‘griezelige en twijfelachtige combinatie van aanwezigheid en afwezigheid, van betrokkenheid en niet-betrokkenheid’Ga naar eind[19] die het internet inhoudt. We moeten zorgvuldig omgaan met het belang dat we hechten aan on-linerelaties, ertoe bereid zijn de beperkingen van de techniek te aanvaarden, en voorkomen dat het internet wordt beschouwd als ‘de hoogst bereikbare vorm van menselijke verworvenheden’Ga naar eind[20]. De kerk heeft hier zeker een belangrijke taak. Wanneer christenen zorgvuldig en realistisch nadenken over wat er op het internet gebeurt, en het grondig bestuderen vanuit een sterk besef van de kerkelijke leer, kunnen zij waardevolle bijdragen leveren - zowel opbouwend als kritisch - aan de nieuwe vormen van menselijke gemeenschappen die ongetwijfeld voortkomen uit het internet, in het bijzonder aan die vormen die uitdrukkelijk religieus van karakter zijn.
Vertaling uit het Engels: Herman Simissen |
|