Streven. Jaargang 73
(2006)– [tijdschrift] Streven [1991-]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 263]
| |
ForumBitter oord
| |
[pagina 264]
| |
tiekampen was er juist in Neuengamme maar in beperkte mate sprake van organisaties van gevangenen -, dan was Jan Campert zeer waarschijnlijk niet eens op de hoogte van het bestaan ervanGa naar eind[2]. Het lijkt daarom alleszins waarschijnlijk dat Jan Campert is overleden als gevolg van de - zeker ook in de wintermaanden van 1942-1943; Campert overleed op 12 januari 1943 - uitzonderlijk zware omstandigheden waarin de gevangenen in Neuengamme werden vastgehouden. Een van de problemen in de discussie over de dood van Jan Campert is, dat over Neuengamme in vergelijking met andere concentratiekampen tot voor kort weinig bekend was, en dat men ook over het lot van de Nederlanders die er gevangen zaten weinig wist. Maar de onlangs verschenen studie Nederlanders in Neuengamme probeert in deze leemte te voorzien, waarbij de aandacht met name wordt gericht op de ervaringen van de Nederlanders die in dit kamp gevangen zaten. In de inleiding wordt dit uitdrukkelijk gesteld: ‘Het verhaal van Neuengamme is in dit boek het verhaal van de gevangenen’ (blz. 12) en ‘Wat dit boek niet is: een politiek/militaire geschiedenis van dag tot dag van het concentratiekamp Neuengamme’ (blz. 10). Het boek werd geschreven in opdracht van de Stichting Vriendenkring Neuengamme; het bestuur van deze stichting was van opvatting, dat ‘een boek waarin de wederwaardigheden van de Nederlanders in het kamp centraal zou [sic!] staan, een betere herinnering aan hen kon betekenen dan het zoveelste stenen monument’ (blz. 10). Vanuit dit oogmerk is het een goede keuze geweest, in het boek een zo compleet mogelijke namenlijst op te nemen van de Nederlanders die in Neuengamme gevangen hebben gezeten. De lijst omvat 5075 namen; 613 van deze gevangenen, dat is ongeveer 12%, overleefden hun verblijf. Nederlanders in Neuengamme omvat tien hoofdstukken, die in drie gedeelten kunnen worden onderverdeeld. De hoofdstukken 1 tot en met 3 hebben een inleidend karakter, de hoofdstukken 4 tot en met 8 vormende kern van het boek, en de afsluitende hoofdstukken 9 en 10 gaan over de naoorlogse periode. In het eerste hoofdstuk, de inleiding, wordt uiteen gezet wat het doel van deze studie is: de herinnering aan het verblijf van Nederlandse gevangenen in Neuengamme vastleggen. In het tweede en derde hoofdstuk wordt respectievelijk ingegaan op het verschijnsel concentratiekampen in het Derde Rijk en op de geschiedenis van Neuengamme zelf. Neuengamme was geen vernietigingskamp, zoals bijvoorbeeld Auschwitz-Birkenau, maar een werkkamp. Het ontleent zijn naam aan het gelijknamige dorpje, ongeveer dertig kilometer ten oosten van Hamburg. Aanvankelijk was Neuengamme een zogeheten ‘buitenkamp’ van Sachsenhausen. De eerste gevangenen kwamen er in december 1938 aan, waar een onderneming van de SS, de Deutsche Erd- und Steinwerke GmbH, een kleine steenfabriek had gekocht die niet meer in bedrijf was. Deze eerste gevangenen - een groep van ruim honderd man - werden ingezet om de fabriek weer op te starten. In 1940 werd een contract gesloten tussen de stad Hamburg en de Deutsche Erd- und Steinwerke: de steenfabriek zou bakstenen gaan leveren aan de stad, de stad zou op haar beurt enerzijds één miljoen Rijksmark investeren in een nieuwe, grotere fabriek, en anderzijds bijdragen aan een verbetering van de infra- | |
[pagina 265]
| |
structuur om het functioneren van een grotere fabriek mogelijk te maken. Het werk in de grotere fabriek zou worden verricht door veel grotere aantallen dwangarbeiders. Na het afsluiten van dit contract in januari 1940 werd Neuengamme een zelfstandig kamp in plaats van een buitenkamp van Sachsenhausen. De dwangarbeiders werden eerst ingezet om het kamp te helpen aanleggen, waarin zij en hun lotgenoten later zouden verblijven. Aanvankelijk zaten er in Neuengamme alleen Duitse gevangenen, maar in de loop van 1940 werden er ook gevangenen met een andere nationaliteit vastgezet - eerst Polen, later ook Russen en Tsjechen, en uiteindelijk uit alle landen waarmee Duitsland in oorlog was. Naar schatting hebben 106.000 gevangenen, onder wie 13.500 vrouwen, in het kamp vastgezeten. In het tweede gedeelte van dit overigens zeer rijk geïllustreerde en mooi uitgegeven boek staan de ervaringen van Nederlandse gevangenen centraal. In hoofdstuk vier worden de wederwaardigheden van de Nederlanders beschreven, voornamelijk aan de hand van herinneringen van degenen die Neuengamme hebben overleefd. Verschillende onderwerpen komen daarbij aan de orde: de aankomst in het concentratiekamp, de kleding, het voedsel, de huisvesting, de achtergrond van de gevangenen - het overgrote deel van de Nederlandse gevangenen kwam uit het verzet -, de rol van de communisten in het kamp. In aparte kaders wordt het verhaal van een aantal individuele gevangenen verteld - dat van Jan Campert, maar bijvoorbeeld ook dat van de Surinaamse politieke activist en publicist Anton de Kom, dat van de Friese dominee R.H. Kuipers, en van anderen. In het vijfde hoofdstuk wordt door middel van statistische bewerkingen nadere informatie over de gevangenen gegeven - hun geografische herkomst, beroep, godsdienst, enzovoorts. Het zevende hoofdstuk sluit hierbij aan. Daarin komen vragen aan de orde als: had de leeftijd van de gevangenen invloed op hun overlevingskansen, en waren er groepen te onderscheiden die beter of juist slechter opgewassen waren tegen de omstandigheden in het kamp dan andere. Het zesde hoofdstuk is gewijd aan de laatste maanden van het kamp. Deze kenmerkten zich door grote verwarring: voor de leiders van het Derde Rijk was een militaire nederlaag ondenkbaar, en bijgevolg was er geen enkel beleid ontwikkeld ten aanzien van de behandeling van gevangenen in het geval dat de Duitse legers werden teruggeslagen. Voor de gevangenen in Neuengamme had dit tot gevolg dat zij op transport werden gesteld: van het ene kamp naar het andere en dan niet zelden weer terug, soms in goederenwagons, soms te voet. Veel van de toch al ernstig verzwakte gevangenen bezweken tijdens deze transporten. Een aantal van hen werd bij de ontruiming van het kamp naar de Lübecker Bucht gebracht, waar vier schepen lagen waarop zij werden ondergebracht. Drie van de vier schepen - het vierde lag elders - werden op 3 mei 1945 door Engelse bommenwerpers aangevallen, waarbij meer dan zevenduizend gevangenen om het leven kwamen. Aan deze tragische ramp werd na de oorlog zo weinig mogelijk ruchtbaarheid gegeven. In het achtste hoofdstuk wordt de terugkeer van de overlevenden bespro- | |
[pagina 266]
| |
ken: hoe kwamen zij naar huis? Wat waren hun ervaringen bij terugkeer in Nederland? Was er opvang voor hen, en beantwoordde deze aan hun behoeften? Nederlanders in Neuengamme wordt afgesloten met twee hoofdstukken over de naoorlogse tijd. In hoofdstuk 9 wordt ingegaan op de naoorlogse geschiedenis van het kamp. Het bestuur van Neuengamme wilde aanvankelijk de schande van een concentratiekamp binnen de gemeentegrenzen uitwissen, door een volledige sloop van alles wat zich op het kampterrein bevond. Onder, ook internationale, politieke druk werd daarvan afgezien, en werd besloten het hele terrein tot monument te maken. Maar ook over de inrichting van de kamplocatie werden weer de nodige politieke meningsverschillen uitgevochten. Het tiende, afsluitende hoofdstuk gaat over de naoorlogse geschiedenis van Neuengamme in Nederland. In de jaren tot 1950 bestond er de nodige aandacht voor: dit was immers de periode waarin overlevenden getuigden van hun lotgevallen, waarin familieleden zochten naar vermiste gevangenen, en recht werd gesproken over de misdaden die in de oorlog waren begaan. Na 1950 verdween Neuengamme geleidelijk uit de publieke belangstelling - er werd bijvoorbeeld wel onderzoek gedaan naar de concentratiekampen Vught en Amersfoort op Nederlandse bodem, en naar de lotgevallen van Nederlanders in Mauthausen en Buchenwald, maar rond Neuengamme bleef het stil. Pas met de oprichting van de Stichting Vriendenkring Neuengamme in 1993 is daarin verandering gekomen. Deze stichting heeft onder meer als doel de nagedachtenis aan de omgekomen landgenoten in het concentratiekamp Neuengamme levend te houden, en de nabestaanden daarbij te betrekken. Ook wil zij binnen de Nederlandse samenleving bekendheid geven aan de gebeurtenissen in het concentratiekamp Neuengamme en de nasleep daarvan, en aan de Nederlandse betrokkenheid daarbij. Met de opdracht tot het schrijven van dit boek heeft deze stichting een belangrijke bijdrage geleverd aan het verwezenlijken van deze beide doelen. Nederlanders in Neuengamme is een indrukwekkend boek - door de persoonlijke verhalen een indringend monument voor de Nederlanders die in dit concentratiekamp gevangen zaten. Wel moet opgemerkt worden dat het jammer genoeg niet steeds duidelijk is wie van de verschillende auteurs verantwoordelijk is voor de verschillende tekstgedeelten. Maar dat doet weinig af aan de prestatie die met dit boek is geleverd: een monumentaal eerbetoon aan de Nederlanders die in Neuengamme gevangen zaten.
□ Herman Simissen Judith Schuyf (red.), Nederlanders in Neuengamme. De ervaringen van ruim 5500 Nederlanders in een Duits concentratiekamp, 1940-1945, Uitgeverij Aprilis, Zaltbommel, 2005, geïll., 464 blz., 29,00 euro, ISBN 90-5599-405-12. Een tweede druk van het boek is inmiddels aangekondigd. |